April
5 vragen over inductieverlichting
Inductieverlichting is een verlichtingsconcept waarvan het principe al in 1892 door Nikola Tesla werd ontdekt. De huidige technische ontwikkelingen hebben er inmiddels voor gezorgd dat inductieverlichting op dit moment een serieus alternatief is voor conventionele verlichting (waaronder led) in vooral grote ruimtes. Vijf vragen – en antwoorden – over inductieverlichting.
1. Wat is inductieverlichting?
Inductieverlichting is een verlichtingsconcept waarbij géén gebruik gemaakt wordt van elektrodes, maar van edelgassen die in een ronde glazen buis worden geïoniseerd. Deze buis is aan de binnenkant bedekt met een veelvoud aan fosforlagen, terwijl aan de buitenkant rondom ferrietringen met koperen spoelen zijn aangebracht. Deze spoelen wekken met een hoge frequentie een kleinschalig elektromagnetisch veld in de buis op. Hierdoor ioniseren de edelgassen, wat weer leidt tot het versnellen van de vrije elektronen in het gas en uiteindelijk het vrijgeven van fotonen. De fosforcoating van de glazen buis maakt de laatste stap in het proces, door het opgewekte ultraviolette licht om te zetten in zichtbaar licht. In de nieuwste generatie inductielampen zorgt een veelvoud van deze lagen ervoor dat het lichtspectrum het daglicht benadert.
2. Wat zijn de voordelen?
Inductieverlichting maakt gebruik van een andere techniek dan andere lichtbronnen zoals gloeilampen, tl en led. Hiermee ontstaan er als vanzelf andere eigenschappen, waaronder enkele onderscheidende voordelen.
Ten eerste lijkt het lichtspectrum van inductieverlichting op dat van het door mensen waarneembare daglicht (kleurweergave index CRI 92~94). Pieken blauw licht zoals deze bekend zijn van led ontbreken en ook de zogenaamde ‘green gab’ (een ‘dal’ ter hoogte van de kleur groen in het spectrum) ontbreekt. Hierdoor heeft inductieverlichting een goede ‘kleurechtheid’.
Verder is fluorescentie een techniek die al veertig jaar wordt gebruikt. De kennis met betrekking tot de beste samenstelling van het fosfor is hiermee groot, waardoor met inductieverlichting hoge Ra-waarden zijn te behalen.
Kenmerkend voor de nieuwste generatie inductieverlichting is tevens een powerfactor (CosPhi) die de 1 benadert. Dit betekent dat stroompieken tijdens het inschakelen lager zijn dan bij ledverlichting en er tevens geen harmonische vervuiling in het net wordt geïntroduceerd.
Door het ontbreken van gevoelige onderdelen, zoals elektroden of gloeidraden, is de levensduur van inductieverlichting relatief hoog en kan (bewezen) oplopen tot ruim boven de 100.000 uur. Bij een gemiddeld gebruik van 8 uur per dag komt dit uit op een levensduur van minimaal 34 jaar. Bij tien uur gebruik per dag minimaal 27 jaar. Het storingsvrije karakter tot slot maakt inductieverlichting populair voor toepassing in grote ruimtes waar de verlichting vaak hoog hangt en waardoor onderhoud – zoals vervanging – lastig is uit te voeren.
Naast de gebruikte techniek is de vorm van de lamp zelf ook onderscheidend. Deze heeft een relatief groot oppervlak ten opzichte van andere lichtbronnen, waardoor de UGR-waarde (unified glare rating) relatief laag. Dit betekent een lage belasting voor mensen in een specifieke ruimte in termen van verblinding.
3.Wat zijn de belangrijkste toepassingen?
Door het gelijkmatige lichtspectrum en het hoge lichtniveau van inductieverlichting is het bij uitstek geschikt voor het verlichten van grotere ruimtes en (werk)omgevingen (-40 tot +80 °C) waar een goede kleurweergave en contrast van belang zijn. Hiermee zijn toepassingen onder meer te vinden in grote magazijnen, productie- en montagehallen, stallen, sporthallen, winkels en kantoorruimtes. Door de toegepaste techniek zijn de betreffende lampen niet beschikbaar in een uitvoering die geschikt is voor huishoudelijk gebruik.
4. Hoe staat het met de efficiëntie?
Door het lage stroomverbruik kan het in tal van situaties een goed, duurzaam alternatief zijn. Om een goede vergelijking te maken is het wel noodzakelijk om producten van ongeveer gelijke kwaliteit te selecteren en deze onder gelijke omgevingsomstandigheden en dezelfde tijdsspanne te testen.
Door het lage verbruik in combinatie met de lange levensduur is de ecologische footprint van inductieverlichting relatief laag. Vervangen is immers veel minder vaak nodig en daarbij is inductieverlichting goed te recyclen. Ook het feit dat de nieuwste generatie inductielampen geen schadelijke stoffen bevat, ondersteunt de ecologische en milieuvriendelijke eigenschappen.
5. Wat kost inductieverlichting?
De aanschafwaarde van inductieverlichting ligt ongeveer op hetzelfde niveau als ledverlichting. Qua investeringen biedt de inductieverlichting dan ook geen spannende voordelen op de korte termijn. Deze liggen veel meer in de voordelen zoals geschiktheid voor grote ruimtes door onder meer de lage storingsgevoeligheid. Door de lange levensduur in combinatie met het geringe stroomverbruik zijn de TCO-kosten echter vaak wel lager.
Tekst: Marjolein de Wit - Blok