EW10 cover 600
Maart 2024

7 veelvoorkomende fouten bij installeren pv

26 01

Nederland telt meer dan een miljoen huizen met zonnepanelen op het dak. ­­Zijn al die installaties correct aangelegd? Of maken we toch af en toe nog fouten? De Vakcommissie Zonne-energie van Techniek Nederland heeft een inventarisatie
gemaakt van de zeven meest gemaakte fouten. Drie deskundigen over de risico’s.

1. Niet goed aangeknepen connectoren

Voor Sylvester Kempe (Waardevolt) is dit de fout die hij in de praktijk het meeste tegenkomt. ‘Nog altijd zien we dat DC-connectoren niet goed zijn aangeknepen. Dat kan komen door slordig werken, verkeerd gereedschap, maar wat we ook zien is het gebruik van de verkeerde connectoren. Bijvoorbeeld een stekker die wat betreft diameter niet past bij de kabel. Hierdoor kan bijvoorbeeld vocht in de verbinding komen.’
Allart de Jong (Omega Energietechniek) signaleert daarnaast: ‘Wij zien ook nog steeds gebeuren dat men niet merk-op-merk werkt. Dan gebruikt men twee merken connectoren door elkaar heen. Die lijken weliswaar netjes in elkaar te schuiven, maar dan is een van de connectoren bijvoorbeeld te kort, terwijl de verbinding volledig belast wordt. Ligt zo’n verbinding op een bitumen dakbedekking, dan is het risico op een brand groter.’

26 02Misschien wel de meest gemaakte fout: niet goed aangeknepen connectoren, met alle gevolgen van dien.

2. Onvoldoende ballast aangebracht

Ryan Croes (BY Projects): ‘Op een plat dak zitten de panelen in een aluminium frame, dat verzwaard moet worden om te voorkomen dat de installatie bij storm van het dak waait. Leveranciers hebben een online tool beschikbaar waarmee je kunt uitrekenen hoeveel ballast je moet toepassen. Die tools worden zeker niet altijd gebruikt. Men plaatst dan op gevoel een aantal tegels. Vaak gaat dat goed, maar we hebben allemaal wel de filmpjes gezien van pv-installaties die tijdens een flinke storm van het dak worden geblazen. Terwijl de tools om de juiste ballast te berekenen gratis te gebruiken zijn.’
Bij schuine daken gaat het ook soms mis. Kempe: ‘Zeker bij een wat grotere installatie is een Scope 12-inspectie nodig. Onderdeel daarvan is een zogeheten dakplan. Daarin wordt vastgesteld hoe de pv-installatie op het dak wordt geplaatst, hoeveel haken daarbij gebruikt dienen te worden en waar in verband met de windrichting of -sterkte extra haken nodig zijn. Er hebben zich in het verleden de nodige incidenten voorgedaan, het is raadzaam om daar van te leren. Overigens is dit dakplan niet alleen verplicht bij grotere pv-installaties op bedrijfspanden, maar ook bij particuliere installaties. Helaas zien we dat maar weinig gebeuren.’

3. Onveilig werken op hoogte

‘Het Arbeidsomstandighedenbesluit geeft duidelijk aan hoe je te werk moet gaan als je moet werken op een valhoogte van 2,5 m of meer’, vertelt De Jong. ‘Dan ben je verplicht om maatregelen te nemen. De eerste stap is: pak de bron aan. Bij het plaatsen van zonnepanelen kan dat uiteraard niet, je moet nu eenmaal op het dak werken. Tweede stap: werk in een veilige zone. Ook dat gaat niet als je de installatie op het dak moet aanbrengen. Met het derde punt kunnen we wel iets: neem collectieve maatregelen. Daaronder valt bijvoorbeeld het gebruik van steigers, het plaatsen van valhekken en dergelijke. Helaas zien we dat vaak niet gebeuren, omdat het de kosten voor de klant verhoogt. Dus gebruikt men toch maar een ladder die tegen de gevel is geplaatst. De panelen worden dan een voor een naar boven gesjouwd. Met alle risico’s van dien.’
Ook het gebruik van de laatste stap – het gebruik van persoonlijke maatregelen als een veiligheidsharnas – werkt dan alleen als je de lijn goed toepast. Kempe: ‘Gebruik een daklijn met terugloopbeveiliging en maak die vast aan een plek die het gewicht van de installateur bij een val kan dragen. Dat is dus niet – bijvoorbeeld – een haak die aan de rails van het montagesysteem is bevestigd.’
Ryan Croes: ‘Dit zijn zeer belangrijke maatregelen, al zien we ze in de praktijk vaak niet of niet goed toegepast worden. Het lastige is ook dat je eerst het dak op moet om vast te stellen hoe je je als installateur het beste kunt beschermen. Ik ken verder situaties waarbij de vallijn aan de bestelbus werd gekoppeld. Daar kun je ook vraagtekens bij plaatsen. Want weten alle monteurs ter plekke wel dat de vallijn aan de bus vast zit en de bus op dat moment dus niet verplaatst kan worden?’

4. Verkeerde behandeling van zonnepanelen waardoor micro cracks ontstaan

Het kan al fout gaan nog voordat de zonnepanelen überhaupt op het dak liggen. Kempe: ‘Als onvoorzichtig met de zonnepanelen wordt omgegaan en er bijvoorbeeld tegen een paneel wordt geleund of – nog erger – op een paneel wordt gestaan, kunnen kleine scheurtjes in het paneel ontstaan, zogeheten micro cracks. Het negatieve effect daarvan ziet de klant vaak pas na jaren.’
‘Doordat als gevolg van de micro cracks cellen defect gaan, neemt niet alleen de opbrengst af, maar kan ook extra warmteontwikkeling ontstaan. En dat kan weer leiden tot brand’, vult De Jong aan.

26 05Goed kabelmanagement is soms ver te zoeken. Dan liggen de kabels lukraak verspreid op het dak, zijn plus en min niet gescheiden en liggen ze soms ook nog in water.

5. Kabelmanagement verkeerd aangepakt

‘Denk goed na hoe je de kabels op het dak plaatst en geleidt’, zegt De Jong. ‘Daar worden nog weleens fouten mee gemaakt. Dan liggen de kabels bijvoorbeeld lukraak verspreid op het dak en soms ook nog in water.’ Hij noemt ook situaties waarbij de plus en de min door dezelfde brandscheiding gaan. ‘Dat moet in verband met vlambogen gescheiden van elkaar gebeuren. Het staat gewoon in Nen 1010. Toch zien we het nog vaak gebeuren. Gelukkig gebeurt dit niet meer zo vaak als vroeger toen het op dit punt in wel 80 procent van de gevallen fout ging. Maar ik schat dat in 40 tot 50 procent van de installaties er nog altijd fouten worden gemaakt op het gebied van kabelmanagement. Het moet en kan echt nog veel beter.’
Kempe vult aan: ‘Vergeet ook de scherpe, snijdende delen niet. Wij zien regelmatig dat kabels langs scherpe delen gaan, met mogelijke insnijding tot gevolg. Dit kan serieuze gevolgen hebben voor de gebruiker en het gebouw.’

6. Panelen zijn onjuist gepositioneerd

De oriëntatie van de panelen is cruciaal voor een goed opwekvermogen. Wat de beste positionering is, hangt af van de omstandigheden op het dak van de klant. Kempe: ‘We zien nog te vaak dat panelen zo zijn geplaatst dat ze een flink deel van de dag in de schaduw liggen. Bijvoorbeeld de schaduw van een schoorsteen of een boom die vlak naast het huis staat. Het verplaatsen van individuele panelen kan dit vaak oplossen.’
De Jong vult aan: ‘Bij een stringomvormer is het niet acceptabel dat panelen langdurig in (gedeeltelijke) schaduw liggen. Hierbij moet men kritisch kijken naar welke omvormertechniek wordt toegepast.’
Croes: ‘Wat in dat laatste geval helpt, is het kiezen van het juiste type omvormer. We kennen drie soorten: de string-omvormer waarbij de gehele installatie aan één omvormer is gekoppeld, de omvormer die in huis wordt geplaatst met een optimizer per paneel en een situatie waarbij elk paneel een eigen omvormer heeft. Wat je sowieso moet voorkomen, is dat schaduw op één paneel een groot deel van de installatie uitschakelt, omdat ze allemaal in serie zijn geplaatst. Kijk dus goed naar de situatie ter plaatse en gebruik die omvormers die daar het beste bij passen.’

7. Onvoldoende aandacht voor de verdeelinrichting in de meterkast

De Jong: ‘In de zomer, maar ook in andere periodes van het jaar, staan de zonnepanelen van menig woning een groot deel van de dag – van pakweg 10.00 uur tot 15.00 uur – maximaal te produceren. Dit betekent dat ook de verdeelinrichting in de meterkast gedurende al deze uren volledig wordt belast. Maar dat mag formeel helemaal niet. Die meterkast is daar wat koeling betreft namelijk helemaal niet op ontworpen. Formeel zegt de Nen-EN 61439-norm dat de automaten in de verdeelinrichting slechts op maximaal 80 procent continu mogen worden belast. Worden de automaten continu voor 100 procent belast – en dat zie ik in veel gevallen toch echt gebeuren – dan levert dat een forse extra warmteontwikkeling op, met serieuze risico’s op brand.’

Controleer en documenteer

Ondanks dit lijstje met veelgemaakte fouten ziet de Vakcommissie Zonne-energie dat de kwaliteit van veruit de meeste pv-installaties goed is. Maar met de toevloed aan pv-bedrijven van de afgelopen jaren én de druk op de prijzen die is ontstaan, worden bij het installeren nog altijd belangrijke fouten gemaakt.
Een belangrijk advies is dan ook om de installatie na voltooing van het montagewerk nogmaals heel grondig te controleren. ‘Test de installatie en maak bovendien foto’s. Kortom, documenteer alles wat er tijdens de installatie is gedaan’, zegt Allart de Jong van Omega Energietechniek. ‘Dat is nuttig voor de installateur zelf, maar het is ook richting klant en bijvoorbeeld de verzekeringsmaatschappij belangrijk. Daarnaast moet men ook voldoen aan de nieuwe WKB, de Wet Kwaliteitsborging Bouw. Wel zo handig dat je dan daar meteen aan voldoet.’

Tekst: Robbert Hoeffnagel
Fotografie: iStock, Sylvester Kempe/Waardevolt

Lees meer artikelen in het dossier Zonne-energie installaties