EW04 omslag 600
Februari 2025

‘Alleen samen kunnen we de energietransitie versnellen’

Interview met Rolf te Velde, algemeen directeur Bam Energie & Water

04 01

Hij staat naar eigen zeggen in het hart van de energietransitie. Rolf te Velde begon drie jaar geleden als algemeen directeur bij Bam Energie & Water en vervult ook de rol van secretaris van de vakgroep Ondergrondse Netwerken en Grondwaterbeheer voor Koninklijk Bouwend Nederland. Hoewel het resultaat van het werk aan de ­ondergrondse infrastructuur vaak niet zichtbaar is, bruist het volgens Te Velde bovengronds bij Bam van de ideeën en oplossingen die ervoor zorgen dat Nederland ook ­in de toekomst voorzien blijft van elektriciteit en water.

De huidige marktontwikkelingen en het tekort aan arbeidskrachten maken het steeds moeilijker om te voldoen aan de groeiende vraag naar nutsvoorzieningen. De uitdagingen rond de verzwaring van het elektriciteitsnet roepen veel vragen op over de uitvoerbaarheid. Te Velde licht deze uitdagingen toe, en geeft uitleg over de rol die de Nationale Uitvoeringsagenda (NUA) hierin speelt. Daarnaast gaat hij in op de haalbaarheid van de daarin gestelde doelen en de rol van Bam bij de uitvoering daarvan.

Hoe is het gesteld met de ondergrondse infrastructuur?

‘Nederland heeft één van de beste ondergrondse infrastructuren ter wereld: betrouwbaar, betaalbaar en efficiënt. Toch staat dit systeem momenteel onder zware druk, zo erg dat het inmiddels begint te knellen. De energietransitie zagen we van ver aankomen, maar de snelheid waarmee we in Nederland elektrificeerden overviel ons als sector. Vooral door de plotselinge oorlog tussen Rusland en Oekraïne steeg de vraag naar elektrische verwarmingsoplossingen zeer hard. Dit tempo hebben bouwers en netbeheerders niet kunnen bijhouden. Het gevolg is dat bedrijven die een aanvraag indienen voor nieuwe aansluitingen of verzwaringen voor bijvoorbeeld zonneparken, warmtepompen of laadinfra, vaak nul op het rekest krijgen. Langzaam dringen de gevolgen hiervan bij iedereen door. Huishoudens, bedrijven en de woningbouwers lopen regelmatig tegen deze beperkingen aan. Hierdoor stagneert de economische en groene groei van Nederland, met alle gevolgen van dien.’

Het is dus maar goed dat de Nationale Uitvoeringsagenda (NUA) sinds de zomer van 2024 op tafel ligt?

‘Absoluut. Netbeheer Nederland, de Vakgroep Ondergrondse Netwerken en Grondwaterbeheer van Koninklijke Bouwend Nederland – waar Bam Energie & Water lid van is – en Techniek Nederland erkennen dat netbeheerders hun uiterste best doen om de infrastructuur uit te breiden. Toch moet de uitvoering daarvan sneller om de energietransitie waar te kunnen maken. De NUA geeft richting door te benadrukken dat versnelling alleen haalbaar is als netbeheerders, leveranciers, bouwbedrijven, opdrachtgevers en overheden op een fundamenteel andere manier gaan samenwerken. In de zomer van 2024 gaven we een definitieve klap op die agenda en nu werken we met elkaar aan de uitvoering ervan.’

‘Innoveren door standaardisatie, prefabricatie, digitalisering en automatisering’

Welke rol is daarbij weggelegd voor Bam Energie & Water?

‘We werken samen met collega-bouwers aan een gezamenlijke visie op het versnellen van de energietransitie. Die uitwerking overhandigen we vervolgens aan de netbeheerders, waarna we samen de vertaalslag maken naar concrete acties en oplossingen. Kortom, van woorden naar daden. Dat is bij zo’n immense taak soms makkelijker gezegd dan gedaan. Vanuit mijn rol in de stuurgroep Landelijke Taskforce Energie zie ik gelukkig wel dat zowel netbeheerders als bouwers de noodzaak erkennen en dat het ook op een aantal plekken al anders gaat. De wijkgerichte aanpak is een van de succesvolle voorbeelden. Een collega bij een netbeheerder zei het vorig jaar treffend: ‘Het wordt één van de grootste verbouwingen van Nederland. De Deltawerken vallen erbij in het niet.’ Wij nemen hierin een voortrekkersrol. Met onze schaal, middelen en innovaties kunnen we impact maken op landelijk niveau. Het is onze verantwoordelijkheid om deze kans te benutten en samen Nederland klaar te maken voor de toekomst.’

Aan wat voor soort oplossingen moeten we dan denken?

‘We moeten innoveren door standaardisatie, prefabricatie, digitalisering en automatisering. Door bijvoorbeeld in één geïntegreerd programma te werken, waaruit voor iedereen dezelfde manier van engineeren, 3D Bim-modelleren en inmeten rolt. In de praktijk kun je dit vrij eenvoudig toepassen. Kijk maar naar de bouwwereld. Steeds vaker vindt het merendeel van het fabricageproces van woningen plaats in een fabriekshal. Ook bij Bam doen we dat met onze Flow-woningen. Een nieuw concept, waar ook industrialisatie en digitalisering voor versnelling zorgen in het bouwproces.’
‘Deze oplossingen kunnen versterkt worden door centrale regie, vergelijkbaar met zoals de deltacommissaris de voortgang van de Deltawerken bewaakte. Een langjarige visie met een centrale regisseur die met alle betrokken partijen prioriteiten stelt en structureel werkt aan opleidingen, werving, digitalisering, vergunningen en standaardisatievraagstukken. Daarmee doen we recht aan de immense opgave die ons te wachten staat om de energie-infrastructuur de komende decennia op peil te brengen.’

04 02

Kunt u dit concreet maken voor jullie infra-sector?

‘Door in vergelijkbare omstandigheden kabels inclusief de benodigde aftakkingen en kabelmoffen exact op maat te maken, los je meerdere uitdagingen in één keer op. Ten eerste hoeven medewerkers niet eerst een gat te graven, de kabel af te meten, in weer en wind moffen erop te plaatsen om vervolgens de straat weer af te dichten. Ze krijgen een kant-en-klaar-pakket, exact op maat gemaakt voor de werkzaamheden die ze uitvoeren. Dat bespaart niet alleen tijd, maar scheelt ook in het aantal mensen dat dagenlang buiten in weer en wind moet ploeteren. Precies dat deel van het werk vindt de nieuwe lichting niet sexy. Dankzij deze manier van werken, enthousiasmeren we jongeren om toch voor deze sector te kiezen.’

Blijven de doelen, ondanks al die uitdagingen, haalbaar?

‘In de NUA staat dat we tot 2040 tussen de 80.000 en 105.000 kilometer aan kabels gaan leggen en tot wel 50.000 elektriciteitshuisjes gaan bijplaatsen. Op de traditionele manier lukt dat niet. De huidige samenwerking is vaak: u vraagt, wij draaien. Hierin vallen de individuele belangen van de organisaties niet altijd samen met het gemeenschappelijke belang. Om te versnellen is een veel sterkere relatie nodig, waarin we uit die individuele kokers komen en gezamenlijk oplossingen bedenken die de drinkwaterbedrijven en netbeheerders kunnen omarmen.’
‘Het eerlijke antwoord is dat we er nog niet zijn. We beginnen echter te begrijpen dat we elkaar niet langer moeten beconcurreren op de laagste prijs, maar op de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Kwaliteit is hierin een zeer belangrijk criterium, waarin proces, innovatie en duurzaamheid een grote rol spelen. De eerste stappen zijn gezet, maar we zullen de muren tussen de organisaties verder moeten afbreken om beter samen te kunnen werken en de doelen te kunnen halen.’

‘Een gezamenlijke aanpak, centrale regie en heldere prioriteiten zijn essentieel’

Zijn er al voorbeelden hoe het anders kan?

‘Project Wijkstroom. Onder die naam richtte Siers Groep, Visser & Smit Hanab en Bam Energie & Water een consortium op. Dit consortium bracht het ontwerp, de aanleg en de aansluiting van de verzwaring van het lokale elektriciteitsnetwerk in een aantal steden onder één dak. Hierdoor kunnen we het aantal meters gelegde kabel flink vergroten.’
‘Dit project kwam van de grond mede dankzij het inzicht van Enexis. Deze netbeheerder realiseerde zich dat de huidige aanpak niet snel genoeg resultaten zou opleveren en besloot zich te richten op de meest noodzakelijke gebieden. De wijkgerichte aanpak stelt ons in staat om gericht te kijken naar de plekken waar het probleem het grootst is. Door samen te werken met andere bouwers, die samen actief zijn in heel Noordoost-Nederland, kunnen we het werk efficiënt verdelen op basis van locatie.’
‘Daarnaast zijn er nog andere voordelen: we kunnen verschillende werkzaamheden combineren en de voorbereiding van de werken ligt voor een groot deel bij de bouwers. De straat gaat vervolgens maar één keer open en dan kan iedereen z’n ding doen.’

Hoe ziet, met al die stappen in de juiste richting, de technische infrastructuur van ons land er dan over vijf jaar uit?

‘Vele malen beter. Over vijf jaar kan de Nederlandse technische infrastructuur aanzienlijk robuuster zijn, als we nu de juiste keuzes maken. Een gezamenlijke aanpak, centrale regie en heldere prioriteiten zijn essentieel. Tegelijkertijd moeten we met de branche investeren in het aantrekken en opleiden van nieuwe collega’s om de energietransitie waar te maken.’
‘Bij Bam Energie & Water zien we het als onze verantwoordelijkheid om de bron van vooruitgang te zijn. De afgelopen honderd jaar hebben we bewezen dat we grote uitdagingen aankunnen en dat de technische infrastructuur een belangrijke pijler is van de Nederlandse economie. Door intensieve samenwerking met ketenpartners, innovatie en daadkracht bouwen we samen aan een duurzaam en toekomstbestendig Nederland. Samen de schouders eronder dus!’

Tekst: Laura Timmermans
Fotografie: Pedro Sluiter

 

Lees meer artikelen in het dossier Klimaat- en duurzame techniek

Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.