EW10 cover 600
Juli/Augustus 2023

Beter ontwerp leidingwater­installaties helpt bij verduurzaming

Herziene publicatie Isso 55

54 01

Of het nu gaat om nieuwe kennis en technieken, of juist nieuwe uitdagingen; het werkveld rond leidingwaterinstallaties is voortdurend in beweging. Aan adviseurs, ontwerpers, installateurs, inspecteurs en andere professionals die zich hiermee bezighouden, is het de taak om bij te blijven in al deze ontwikkelingen. In de geactualiseerde Isso-publicatie 55 is vooral veel aandacht voor een ontwerp dat in de gebruiksfase zorgt voor een lager energiegebruik.

Nick Post, specialist sanitaire technieken bij Isso, begeleidde vanuit die functie het traject voor de totstandkoming van de vernieuwde Isso-publicatie 55 ‘Leidingwaterinstallaties voor woon- en utiliteitsgebouwen’. Het betreft een herziening van de vorige uitgave van die publicatie, die nog stamt uit 2013. ‘In die tien jaar is het werkveld behoorlijk doorontwikkeld’, zegt Post. ‘Denk bijvoorbeeld aan nieuwe inzichten, nieuwe technieken maar ook zaken die met de energietransitie te maken hebben. Daarom was een nieuwe publicatie hard nodig.’
Het document biedt een ‘praktische en gedetailleerde uitwerking van voorschriften en richtlijnen voor het realiseren van collectieve leidingwaterinstallaties in utiliteits- en woongebouwen’. Het gehele realisatieproces komt aan bod, waarbij de nadruk ligt op het ontwerp.

Aandacht voor duurzaamheid

Dat de publicatie na de herziening weer actueel is, betekent ook dat een ontwerp conform deze publicatie voldoet aan de huidige wet- en regelgeving en de stand van de hedendaagse kennis en techniek. Verduurzaming is een thema dat de gehele installatiewereld raakt. Dat geldt volgens Post zéker ook voor het ontwerpen van leidingwaterinstallaties. ‘Tijdens het ontwerpen wordt vooral gekeken hoe het ontwerp bijdraagt aan het reduceren van het energiegebruik in de gebruiksfase’, specificeert Post. ‘In de publicatie is het thema duurzaamheid daarom op verschillende plekken terug te vinden. Ten eerste in paragraaf 2.4, die drie vormen van duurzame ontwikkelingen behandelt: circulair bouwen, energiebesparing en levensduurkosten. Zo helpt het document ontwerpers om aan de hand van Life Cycle Costing (LCC) en Total Cost of Ownership (TCO) ook de levensduurkosten van een systeem mee te nemen in hun berekeningen en voorstellen.’
Naast die extra paragraaf moest ook de informatie over warmtapwaterbereiding worden geactualiseerd in het kader van duurzaamheid en de energietransitie. Post: ‘De energie die nodig is voor de bereiding van warm tapwater maakt tegenwoordig een flink deel uit van het totale energiegebruik in een woning. In een moderne, goed geïsoleerde woning kan dit wel oplopen tot de helft van de totale energievraag. Het kiezen van het geschiktste en zuinigste systeem voor warmtapwaterbereiding kan dus een grote impact hebben.’ Om de lezer hierbij te helpen, is het onderwerp warmtapwaterbereiding in de publicatie volledig herschreven en in lijn gebracht met de NTA 8800 (bepalingsmethode voor de energieprestaties van gebouwen). Ook zijn handige, nieuwe schema’s toegevoegd die bijvoorbeeld de aandachtspunten van de verschillende systemen overzichtelijk weergeven.

54 02Leidingen met een instorthuls voor weggewerkte systemen in een constructievloer

Koudtapwatersystemen met actieve koeling

Naast het ontwerp van warmtapwatersystemen is in Isso-publicatie 55 ook ruim aandacht voor nieuwe technieken, zoals koudtapwatersystemen met actieve koeling. ‘Het ontwerpprincipe is hetzelfde als voor warmtapwatersystemen’, zegt Post, ‘maar in plaats van het verwarmen van het water, koel je het.’ Om een installatie bacteriologisch veilig te houden, moet de drinkwatertemperatuur volgens Nen 1006 onder 25 °C blijven. Met name in gebouwen met een hoge ruimtetemperatuur, zoals verzorgingstehuizen, sauna’s en zwembaden, kan dit soms – ook met een goed uitgelegde installatie – lastig zijn. ‘Op zulke plaatsen is een dergelijk systeem een mogelijke oplossing voor een anders onoplosbaar probleem’, stelt Post. Omdat dit een vrij nieuwe techniek betreft, bestaat er nog geen duidelijke wet- en regelgeving voor het gebruik ervan. ‘Terwijl dergelijke systemen wel al in de markt worden toegepast’, ziet Post. ‘Met deze publicatie is Isso de eerste partij die er een grove beschrijving van doet. Er staat beschreven wat de techniek inhoudt, welke componenten noodzakelijk zijn en hoe de uitvoering in zijn werk gaat. Dat doen we zonder het te valideren, want uiteindelijk bepaalt de norm wanneer en hoe men het mag toepassen. Er lopen op dit moment enkele onderzoeken waarbij hier dieper naar wordt gekeken. Maar als iemand het dan toch toepast, kan dat maar beter op een goede manier gebeuren. Daarom hebben we ervoor gekozen het wel in deze publicatie op te nemen.’

Beter leesbaar

Post vertelt dat, naast het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, ook veel bestaande kennis in de nieuwe publicatie duidelijker is opgeschreven. ‘De structuur van de publicatie is veranderd, waardoor het document beter leesbaar is. Eerder moest de lezer veel heen en weer bladeren, omdat er bijvoorbeeld werd verwezen naar een specificatieblad dat achterin stond. Nu staat alle informatie over een specifiek onderwerp op één plek. Paragraaf 3.3.1 over waterkwaliteit is daarvan een goed voorbeeld. De informatie stond grotendeels al in de oude versie, maar was verspreid door het hele document. Omdat waterkwaliteit een zeer belangrijk onderwerp is, hebben we deze nu keurig in één paragraaf gezet.’

54 03Verschillende koudtapwatersystemen; het linker systeem kan te hoge aanlevertemperturen bestrijden. Het rechter systeem kan de te hoge continue warmtelast bestrijden.

Inregelventielen

Om de veiligheid in leidingwaterinstallaties te waarborgen, is ook een paragraaf toegevoegd over het toepassen van inregelventielen. Dit onderwerp kwam al aan bod in de vorige publicatie, maar wordt nu in een aparte paragraaf aanzienlijk specifieker en uitgebreider behandeld. ‘In de praktijk kan het niet goed inregelen van warmtapwatercirculatiesystemen voor problemen zorgen. Het kan bijvoorbeeld leiden tot lage temperaturen of temperatuurschommelingen in bepaalde deelringen. En uiteindelijk dus tot bacteriologisch onveilige situaties’, zo legt Post de noodzaak van de toevoeging uit. ‘Met deze paragraaf hopen we dergelijke problemen in de praktijk te helpen voorkomen.’

Aangroeipotentie

Een andere paragraaf die is toegevoegd om de veiligheid te waarborgen, is die over de selectie van het leidingmateriaal. Het gaat hierbij vooral om de aangroeipotentie van verschillende materialen. Om deze te bepalen, is de BPP-testmethodiek (Biomassa Productie Potentie) ontwikkeld. ‘Dit is een betrouwbare methode gebleken om aangroeipotentie te meten’, vertelt Post. ‘Daarom vonden we het een goed idee om deze methodiek in de publicatie te beschrijven. Temeer omdat we verwachten dat de bacteriologische veiligheid van toegepaste materialen in de toekomst een nog belangrijker onderwerp gaat worden.
In 2021 leverden onderzoeksinstituut KWR en adviesbureau Berenschot het rapport ‘Met recht naar een doeltreffender legionellapreventie’ op aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarin stond het advies om alleen nog materialen met een lage aangroeipotentie toe te passen. In de regelgeving is dit nog niet vastgelegd en bovendien wordt er nog veel onderzoek naar gedaan. Maar het is wel goed om dit onderwerp en de testmethodiek nu al te benoemen, om mensen bewust te maken van de verschillen’, aldus Post

Naast de nieuwe kennis en onderwerpen die zijn toegevoegd, bevat de nieuwe publicatie ook meer instructieve afbeeldingen, schema’s en rekenvoorbeelden. Op deze manier maakt het document het ontwerpproces inzichtelijker en toegankelijker. De herziene Isso-publicatie 55 is te raadplegen via het kennisplatform Isso Open. Ga hiervoor naar https://open.isso.nl.

Nen 1006

Nen 1006 is de norm voor veilige leidingwaterinstallaties. Deze bevat algemene voorschriften voor het ontwerp, de aanleg en de inspecties van leidingwaterinstallaties. Isso-publicatie 55 moet worden gezien als een praktische en gedetailleerde uitwerking van deze norm. De publicatie bevat echter ook enkele onderwerpen die niet in Nen 1006 zijn opgenomen.

SIMDEUM

In de nieuwe publicatie Isso 55 is ook aandacht voor SIMDEUM (SIMulation of water ­Demand and End Use Model). Deze tool, ontwikkeld door KWR, voorspelt hoeveel koud- en warmtapwater op ieder tappunt in een gebouw wordt gebruikt en maakt daarmee een gedetailleerde simulatie van het watergebruik van het gebouw. ‘Het is een berekeningsmethodiek voor complexere installaties. De methodiek draagt bij aan het ontwerp van duurzame en hygiënische drinkwaterinstallaties met een laag energieverbruik, waarbij de diameters doorgaans kleiner kunnen worden uitgevoerd’, licht Post toe. Op diverse punten in de publicatie wordt naar SIMDEUM verwezen.

Tekst: Lars van Mil
Fotografie: Isso, Viega

Lees meer artikelen in het Dossier Waterleidinginstallaties