Water, wij Nederlanders hebben daar wel wat mee. Met dijken, deltawerken, sluizen en gemalen heeft dit land het water bedwongen. Althans, zo afficheren we het graag in het buitenland. Maar in al onze pogingen naar een duurzame, energie-efficiënte samenleving, lijkt juist water soms een vergeten kindje te zijn.
Water is een van de eerste levensbehoeftes. We gebruiken het dan ook werkelijk voor alles. Of het nu gaat om transport, voeding, hygiëne, industriële productie, sanitair; voor alle facetten van ons moderne, dagelijkse leven is – ergens in de keten – water een essentieel onderdeel. Water is, zeker hier in Nederland, zo’n vanzelfsprekend onderdeel van ons dagelijks leven, dat we er nauwelijks meer echt oog voor hebben. Behalve dan wellicht als het in de vorm van regen met bakken uit de hemel komt.
Los van een handjevol deskundigen dat zich bezighoudt met waterbeheersing, drinkwatervoorziening en sanitair, staat de gemiddelde burger nauwelijks stil bij al het water dat hij of zij elke dag weer gebruikt. Hetzij direct, om de was te doen, een douche te nemen of voor een lekker kopje espresso, hetzij indirect, doordat voor heel veel productieprocessen water nodig is (verhitting, koeling, spoeling, transport enzovoort). En misschien is dat ook wel een reden waarom water in het hele energie- en duurzaamheidsvraagstuk door de meeste mensen over het hoofd wordt gezien.
Het wil overigens niet zeggen dat er op dit gebied niets te verbeteren of zelfs te winnen valt. In tegendeel zelfs; in vrijwel elke waterketen – zowel thuis als in de utiliteit en de industrie; tot aan het riool aan toe – zijn veel besparing te realiseren met warmteterugwinning, hergebruik en uitwisseling. Je moet er alleen wel oog voor hebben.
Wat te dichtbij, te gewoon, te vanzelfsprekend is, wordt vanuit ons bewustzijn ‘verplaatst’ naar ons ‘onderbewustzijn’. Het zit er wel, maar we merken het niet meer op. Pas wanneer er iets verandert, of als we ineens – letterlijk – tekortkomen, bijvoorbeeld bij een te lage waterstand in de rivieren en kanalen, droge akkers, een defect aan de waterleiding enzovoort, ontdekken we weer hoe belangrijk water is. Zo verbleef de dichter Hendrik Marsman ver van huis, aan de Franse Rivièra, toen hij zijn beroemdste dichtregel schreef: ‘Denkend aan Holland, zie ik breede rivieren, traag door oneindig laagland gaan’*. Dat was hem in zijn toenmalige woonplaats Utrecht waarschijnlijk nooit gelukt.
Inmiddels begint – langzaam maar zeker – water weer terug te komen in ons bewustzijn. Al was het maar omdat aquathermie, warmtenetten en getijdestroom (zoals Delta21), weleens een belangrijke rol zouden kunnen gaan spelen in onze nationale energietransitie. Uiteraard thuis aangevuld met zaken als douche-wtw, zonneboilers en wat dies meer zij.
Kortom, wie echt werk wil maken van duurzaamheid en energiebesparing, doet er goed aan (weer) eens uitvoerig stil te staan bij water.
* Uit: ‘Herinnering aan Holland’, Hendrik Marsman, 1936, voor de volledige tekst zie: nl.wikipedia.org/wiki/Herinnering_aan_Holland.