EW10 cover 600
Oktober 2022

E-auto opladen? Pak een lantaarnpaal!

20 01

In 2030 moeten er zo’n twee miljoen elektrische auto’s rondrijden. En al die auto’s moeten ergen hun stroom vandaan halen. Kortom, de vraag naar laadpunten zal explosief stijgen. Dit stelt gemeentes voor de nodige uitdagingen. Bijvoorbeeld waar de elektriciteit vandaan moet komen, maar ook hoe het overzichtelijk blijft en geen verrommeling geeft in de openbare ruimte. De ‘laadlantaarn’, een straatlantaarn gecombineerd met een oplader voor een e-auto, biedt mogelijk een oplossing. In Arnhem en Renkum staan ze al naast de weg.

De proefprojecten met laadlantaarnpalen in Arnhem en Renkum leveren veel nieuwe inzichten op. Peter Swart, senior policy advisor environment bij gemeente Arnhem, meldt dat het gebruik tijdens de proeffase is verzevenvoudigd. ‘We begonnen met een paar duizend kWh en nu is dat 25 duizend kWh per jaar bij 24 oplaadpunten. Wij hebben ze als gemeente neergezet om te voorkomen dat hardware de bottleneck gaat worden bij de groei in elektrisch vervoer.’ Op basis van de geslaagde proef in Arnhem worden alle lantaarnpalen in nieuwe wijken van een laadfunctie voorzien. De aanbesteding daarvoor is inmiddels gestart.

‘Een laadfunctie toevoegen aan straatverlichting past in ons smart city-concept’

Kevin Groen, gemeente Renkum

In Renkum geeft Kevin Groen, projectleider openbare ruimte, toelichting op het toepassen van laadlantaarns. ‘In 2019 was de aanbesteding voor de openbare verlichting voor een periode van twintig jaar. Daarin past, naast het beheer en vervangen van het huidige verlichtingsareaal, ook ons idee van smart city, waarbij we functionaliteiten kunnen combineren. De eerste stap daarin is een dynamisch areaal, waarbij we op afstand kunnen uitlezen of er storingen zijn. En het levert meer dan 70 procent energiereductie op. Die stap is afgerond en nu realiseren we dus laadpunten.’
De lantaarnpaal wordt vervangen door een laadlichtmast, het armatuur blijft hetzelfde. De paal is een andere paal, omdat er veel meer techniek in komt. De dubbelwandige, geïsoleerde paal heeft een eigen netaansluiting voor de verlichting en de laadpunten en voldoet hiermee aan de eisen van Kenniscentrum E-laad. Groen: ‘Door de materiaalkeuze kan de paal nooit onder spanning komen te staan, wat de veiligheid voor gebruikers van de laadfunctie vergroot.’

Uitdaging

CityTec verving alle straatverlichting in Renkum en is ook betrokken bij de ombouw naar lantaarnpalen met een laadfunctie. Coen van Luijken, manager sales & business development, gaat in op de uitdaging die het integreren van de benodigde techniek geeft. ‘We doen alle installatiewerkzaamheden en zijn ook verantwoordelijk voor het onderhoud. De uitdaging was om alle componenten in de lichtmast te krijgen en daar is veel tijd in gaan zitten. Het moet er goed uitzien om verrommeling van de openbare ruimte tegen te gaan. De elektronica voor de laadfunctie en de processor moest netjes worden weggewerkt. Om de verbruiksmeting te kunnen doen moet er een kleine, goedgekeurde energiemeter in de mast hangen.’ De meter die bij de pilot in Renkum is toegepast, blijkt volgens Liander echter niet goedgekeurd en kan niet breder worden uitgerold.

20 02Detail van het laatpunt in de lichtmast.

AC of DC?

Laadpalen werken op gelijkstroom en dat geldt ook voor ledverlichting. De voeding van de laadlantaarnpalen is in de pilots op uiteenlopende wijze geregeld. Swart: ‘De laadvoorzieningen in Arnhem zijn verdeeld over lantaarnpalen en dus over een weg in een wijk. De kabels gaan maximaal honderd meter naar de lichtpunten. Er gaat in een laadlantaarn één kabel naar binnen voor de laadpunten en één kabel voor de verlichting, dat is gescheiden.’
Wat vindt de netbeheerder van deze wijze waarop de voeding is gerealiseerd? Bart Borghols van Liander: ‘Wij zijn met de gemeente Arnhem in gesprek over hun variant, om mee te denken of deze aansluitwijze een betrouwbare, betaalbare en toekomstbestendige oplossing is. Elektrische voertuigen die laden aan een regulier laadpunt op straat of in Renkum aan de laadlantaarn, laden op basis van wisselspanning (AC/DC inverter zit in de auto). In Arnhem worden twee aansluitingen gecombineerd in één object. Deze zijn echter niet rechtstreeks verbonden aan het net van Liander. De daarvoor geldende eisen staan niet toe dat in de ruimtes waarin aansluitingen worden ondergebracht, er twee aansluitingen in één object zitten. Het gaat hier om een wisselstroom OVL-aansluiting vanuit het OVL-net van de gemeente, en een zwaardere wisselstroomaansluiting vanuit een aansluitkast, die is aangesloten op ons laagspanningsnet, en van waaruit meerdere van dit soort palen worden gevoed voor het oplaad-gedeelte.’

We zien liever laadlichtmasten waar maar één kabel naar binnen gaat

Bart Borghols. Liander

‘Het onderbrengen van meerdere aansluitingen in één object is iets wat wij in onze eigen netten – dus zonder tussenliggend ‘eigen’ netje – niet toestaan, vanwege de veiligheidsrisico’s die dit met zich meebrengt, zoals vermengen van de installaties/netten en onduidelijk aardingsconcept. Mede vanwege deze risico’s zien wij liever laadlichtmasten met één voedingsbron. De 3 x 25 A-aansluiting is prima toereikend om ook de verlichting mee te voeden. Overigens opteren wij niet per se voor losse aansluitingen. We vinden laadpleinopstellingen – meerdere laadlichtmasten achter één centrale aansluiting/kast – wel degelijk een goed idee, maar dan wel met maar één kabel die de paal in gaat.’

20 03Het was een uitdaging om alle componenten in de laadlantaarnpaal te krijgen.

Kostenneutraal

Een belangrijke vraag is wat het gemeentes gaat kosten om de laadpaalfaciliteit aan te bieden. In Arnhem meldt Swart dat er twee installatieverantwoordelijke partijen zijn. ‘Eén is de gemeente Arnhem als eigenaar van de lichtmast, de ander is de partij die verantwoordelijk is voor de laadpunten; dus voor de techniek, de exploitatie en het onderhoud. Daar willen wij als gemeente niet verantwoordelijk voor zijn, ook al omdat we het ondernemersrisico voor de exploitatie niet willen dragen.’ In Renkum is een andere weg gevolgd. Van Luijken: ‘We maken met CityTec deel uit van een consortium met Primevest Capital Partners, Nedal Aluminium en Dutch Charge, dat deze techniek naar Renkum brengt. Het is zo ingericht dat de gemeente een marktconforme vergoeding ontvangt. Het is een kostenneutrale oplossing die daardoor goed is uit te leggen aan de burger.’

Renkum plaatst voor 2030 zo'n 500 laadpunten, waar mogelijk laadlichtmasten

Op het financieringsmodel gaat Heimen Visser van Primevest nader in: ‘Wij zijn een institutionele belegger en beleggen in langjarige infrastructurele projecten. Dat zijn projecten met een relatief laag risico en dito rendement. Er is een samenwerking met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank). Gezamenlijk heeft dat een financieringsmodel voor verduurzaming opgeleverd dat gemeenten in staat stelt de klimaatdoelen te halen in 2030. Dat kan bijvoorbeeld door meestal sterk verouderde openbare verlichting versneld te vervangen. Tegelijkertijd helpen we gemeenten om andere toepassingen dan direct te ontsluiten. Dat is ook in Renkum het geval, waar we laadvoorzieningen uitrollen vanuit bestaande locaties voor openbare verlichting. Daar worden zo'n  vijfhonderd laadpunten geplaats tot 2030. Waar mogelijk worden dit laadlichtmasten. De eerste van de 25 die er dit jaar komen, is nu geplaatst op het Europaplein. Volgend jaar staan er tussen de 50 en 75 gepland.’

Voors en tegens

Of het werk nu voor het oprapen ligt voor installatiebedrijven die in de buitenverlichting actief zijn, zal onder meer afhangen van de mate waarin dit in aanbestedingen naar voren komt. Daarbij gaven verschillende betrokkenen aan dat beheerders bij lokale overheden niet altijd al de kansen zien van de nieuwe techniek. Daarnaast stellen sommige fabrikanten zich soms op als hoofdprojectleider, waardoor voor installateurs slechts een rol als onderaannemer tegen matige condities overblijft. Een van de contacten meldde dan ook te waken voor ‘alleen maar voor het graafwerk en het plaatsen van de lichtmast tegen bodemprijzen mee te mogen doen’. Samenwerken is goed, maar dan wel als volwaardig partner.

Tekst: Tom de Hoog
Fotografie: Primevest, Nedal