EW04 omslag 600
April 2024

E en/of W, wat doe je als installateur?

32 01

Is de traditionele scheiding tussen E- en W-installateurs nog wel van deze tijd? De oplossingen voor verduurzamen vragen immers een brede kennis van de installateur. Of is juist specialisatie en samenwerken in een netwerk de beste keuze? Bij Techniek Nederland delen John van Vugt en Maurice Roovers hun inzichten. De praktijk zien we bij Linthorst Techniek in Apeldoorn waar de toekomst al begonnen is.

De wereld verandert, ook voor de installateur. Techniek van toen past niet meer in het nu. Zo is alles rondom energie op z’n kop gezet door de wens om afscheid te nemen van fossiele bronnen. Dat we in ons land stoppen met gasproductie betekent wel dat nu vier van de vijf eenheden energie die we in Nederland gebruiken uit een ver buitenland komen. Dit noemen we de importkloof en het maakt ons gevoeliger voor het geopolitieke krachtenspel.
Maurice Roovers, vakspecialist Klimaat en Markt bij Techniek Nederland: ‘Zo’n twintig jaar geleden was de intentie van verduurzaming dat de scheiding tussen E en W nog lang zou bestaan. Er waren warmtenetten voorzien naast elektriciteitsnetten, dus moleculen langs elektronen. En dat ondersteunt door groen gas. Daarmee zou de bestaande situatie – dus de scheiding tussen E en W – in stand blijven, weliswaar met een stevige besparing op energiegebruik.’

Scheiding weg

Roovers: ‘Het is anders gelopen. De moleculen in dit geschetste scenario blijven achter. Zo blijkt het bijvoorbeeld met de ontwikkeling van warmtenetten echt koffiedik kijken. Deze netten blijken duurder dan verwacht en zijn ook niet eenvoudig in te voeden. Daarnaast is groen gas vergeven aan de procesindustrie en komt het niet ter beschikking van huishoudens. De verduurzaming gaat daarom via elektrificeren en dat betekent dat E en W ‘verknoopt’ worden. Kijk maar naar de (hybride) warmtepomp, ook die zit altijd vast aan het elektriciteitsnet. Zolang de verduurzaming via de elektrificering verloopt, heeft een W-installateur dus te maken met de aansluiting op en de capaciteiten van het elektriciteitsnet. Aansturing in de vorm van load balancing is dan noodzakelijk.’
‘Daarnaast is opslag van warmte of elektriciteit een nieuwe ontwikkeling. Bij elektriciteitsopslag geldt dat het goed is voor de korte termijn. Gaat het om seizoensopslag – zomer/winter uitvlakken – dan kijk je vooral weer naar moleculen, dus warmteopslag. Dit raakt E en W en de installateur moet leren dit te zien. Meer dan dat, hij moet er ook advies op kunnen geven.’
John van Vugt, vakspecialist Elektrotechniek bij Techniek Nederland: ‘We moeten ook weg van het denken dat één product of één oplossing voor alles de beste keuze is. Het gaat om systeemdenken.’

32 04

 

Maurice Roovers:

‘De verduurzaming gaat via elektrificeren en dat betekent dat E en W ‘verknoopt’ worden.’

 

 

Wederzijdse afhankelijkheid

Van Vugt geeft aan dat door de verduurzaming een grotere wederzijdse afhankelijkheid is ontstaan. ‘Ging je vroeger de techniek in dan stond je op een splitsing. Ga je de ‘E’-kant op of de ‘W’-kant. Je kwam elkaar wel weer tegen in het werk op de bouwplaats, maar het waren geheel gescheiden stromingen. Nu moet je gewoon echt meer samenwerken.’
Bij Linthorst Techniek in Apeldoorn gaat HR-manager Jolanda de Bruin hierop in: ‘Wij zijn een integrale installateur en in veel van onze projecten doen we zowel ‘E’ als ‘W’. In de teams die we samenstellen voor die projecten is de samenwerking tussen de disciplines dan noodzakelijk. Mensen vinden zichzelf nog steeds wel een E’er of een W’er, maar er is inmiddels al veel meer begrip voor elkaar. Die verandering zie je ook op de bouwplaats.’
‘Nog niet eens zo lang geleden hadden de E-medewerkers een eigen keet en de W-monteurs ook. Die scheiding willen we niet meer, dus nu zit men bij elkaar in één keet voor een bak koffie of de lunch. Daarnaast hebben we ingevoerd dat leidinggevende monteurs of elektriciens al in de ontwerpfase bij een project betrokken worden. Wij passen bijvoorbeeld smart grid-techniek toe waarbij grote collectieve warmtepompen energie opwekken die wordt opgeslagen in buffers voor gebruik bij een piek in de vraag. Dit ontlast het net en is volledige gebaseerd op ‘groen’ opgewekte stroom. Echt een voorbeeld van nauw samenspel tussen E en W.’

 

32 05

 

John van Vugt:

‘Ging je vroeger de techniek in dan stond je op een splitsing: E of W? Nu moet je gewoon echt meer samenwerken.’

 

 

Opleidingen aansluiten

Hoe zien de vakspecialisten de opleidingen zich ontwikkelen op dit gebied? Roovers: ‘De huidige opleidingen sluiten redelijk aan bij wat in de praktijk speelt. Maar ‘opleidingen’ is een breed begrip. Private opleidingen zijn daarbij niet mijn zorg, maar wel de publieke opleidingen. Het is de vraag of die wel genoeg aansluiten op onze sector.’
Van Vugt: ‘Aan de private kant zie je de integratie van E en W op hbo-niveau in modules al wel aangeboden. Dan gaat het om disciplines als advisering en ontwerp. Kijk je echter richting de uitvoering (mbo-niveau) dan zijn E en W nog wel gescheiden domeinen. In het publieke domein zijn het echt nog twee zuilen die naast elkaar staan. Dat zal (moeten) veranderen door de integratie van techniek die in gang is gezet.’
De Bruin geeft aan dat contact met opleidingen veel aandacht krijgt vanuit het bedrijf. ‘Samen met scholen kijken we naar de inhoud van lesprogramma’s. Het gaat erom dat jongeren aansluiting vinden en met de nieuwste techniek in aanraking komen en dus met hun toekomst. Zowel in het vmbo, mbo of havo moeten jonge mensen op de juiste manier les krijgen. Iemand opleiden als puur cv-monteur is niet verstandig, dat moet echt breder. Daarom brengen we onze kennis graag naar de scholen. Zo geeft onze adviseur Joël Franken daar gastlessen en workshops. Ook ontvingen we vorig jaar leerkrachten van het technisch onderwijs in ons bedrijf en dat gaan we zeker vaker doen.’

32 06

 

Jolanda de Bruin:

‘Het gaat erom dat jongeren met de nieuwste techniek in aanraking komen en dus met hun toekomst.’

 

 

Breed of specialisatie?

Wat bepaalt de keuze tussen samenwerken of zelf kennis en kunde in huis halen? De vakspecialisten zien hier verschillende zaken. Van Vugt: ‘Grotere bedrijven kiezen vaak voor het zelf in huis halen van de kennis en ervaring op het gebied waar men eerder niet actief in was. Bij kleinere bedrijven zie je meer dat men elkaar opzoekt in samenwerkingsverbanden.’ Roovers vult aan: ‘Specialisatie komt zeker voor. Een mooi voorbeeld vind ik de bodemgerelateerde warmtepompen. Dat is complexe techniek die valt onder het Bouwbesluit en waar ook een verplichte erkenningsregeling aan is verbonden.’
Bij Linthorst geeft De Bruin aan hoe het bedrijf zich ontwikkelt. ‘We zijn breed als bedrijf, maar zeker ook specialistisch. Zo kijken we vooral naar verduurzamingsprojecten waar we onze expertise in kunnen tonen. Bijvoorbeeld een wellnes-center dat over wil gaan naar gasloos verwarmen. Dat is echt iets waar we onze vakkennis en kunde in kwijt kunnen. Dat willen we ook graag laten zien door eigen productontwikkeling in onze R&D-afdeling. Zo hebben we collectieve warmtepompen, warmtebuffertechnologie en Kitchen Air Technologie (KAT) ontwikkeld. Het zijn groene energiesystemen waarmee we willen bijdragen aan een duurzame toekomst. Dat doen we vanuit het samenwerkingsverband Linthorst World waarin installatie, energie-exploitatie, techniekontwikkeling en slimme systemen samenkomen.’

32 03De wereld verandert, ook voor de installateur.

Samenwerken in de keten

Een kritische noot kraken de vakspecialisten over de samenwerking in de keten. Roovers: ‘Er zijn – anders dan bij Linthorst – ook installateurs die met adviesbureaus te maken hebben die de ontwerpen maken voor hun opdrachtgevers. Er is echter geen adviesbureau in Nederland in relatie tot bodemgerelateerde warmtepompen met een certificaat. Anders dan installateurs zijn zij daartoe ook niet verplicht. Met als gevolg dat de adviseurs gecorrigeerd worden door gecertificeerde installateurs die de ontwerpen gaan uitvoeren. Dit voorbeeld zie je op meerdere domeinen en werkt voor alle betrokkenen niet goed. En er komen ook klachten over uit de installatiesector.’
Van Vugt vult hem aan: ‘De van oorsprong gescheiden technologieën groeien naar elkaar toe. Daar hoort vakmanschap op alle niveaus bij. En dat bij alle stakeholders in de keten en in het bedrijfsmodel waarin je zit. Een gebouw begint met een ontwerp door een architect. Ook daar moet de integrale kennis aanwezig zijn, net als bij de adviseurs in de keten. Wanneer dan ook de installateur erbij betrokken wordt en blijkt dat men niet op één lijn of kennisniveau zit, dan kan het resultaat van dat ontwerpproces niet optimaal zijn. Procesvertraging is het gevolg en dat kost veel tijd en geld. Het is dus belangrijk dat van top naar bottom naar aantoonbaar vakmanschap gestreefd wordt door de hele keten heen.’

Tekst: Tom de Hoog
Fotografie: Herbert Wiggerman, Stefan Seegers, Sander van der Torren

Lees meer artikelen in het dossier Laagspanningsinstallaties