Januari 2022
Hoofdpijndossier: Eén ketel vervangen in gestapelde bouw
Adviezen van 3 ervaringsdeskundigen
Sinds de jaren negentig zijn Combinatie Luchttoevoer- en Verbrandingsgasafvoer (CLV)-systemen de standaard in de gestapelde woningbouw. Via deze systemen -zijn meerdere cv-ketels verbonden aan één gezamenlijk aan- en afvoerkanaal. -Het beheer van deze collectieve CLV en de aangesloten cv-ketels vormt in veel gevallen een uitdaging. Rookgasafvoerkanalen gaan in de regel slechts één ketelleven mee. Wat te doen als er een individuele ketel moet worden vervangen? Drie ervaringsdeskundigen buigen zich over de kwestie.
Patrick Fiege, directeur van Jaspers-Ebbers Totaaltechniek, kan meepraten over de complexe en uitdagende situaties die komen kijken bij het vervangen van gasketels die zijn gekoppeld aan een collectief rookgasafvoersysteem (RGA). ‘Het is inmiddels een bekend scenario voor ons: een klant vraagt ons om de ketel te vervangen. Eenmaal op locatie blijkt dat deze is aangesloten op een collectieve RGA. Uitsluitend die ene ketel vervangen is dan geen optie, omdat dit tot onveilige situaties kan leiden.’
Duur en ingrijpend
Fiege: ‘In veel gevallen zijn de bestaande kanalen of afvoerbuizen van zo’n gezamenlijk RGA-systeem versleten. Als ze nog wél voldoen, gaan ze vaak geen heel nieuw ketelleven meer mee. Hierdoor kan het geheel gaan lekken en voor schade zorgen. Nog erger: er kan koolmonoxide vrijkomen die bij een van de buren naar binnendringt. De ketel toch op dat oude systeem aansluiten is dus geen optie. De enige oplossing is aanpassing of vervanging van het collectieve RGA-systeem. Voor de betreffende bewoner is dat een flinke strop; de totale kosten kunnen tot drie keer hoger worden dan de aanschafprijs van de ketel. Daar komt nog bij dat de benodigde werkzaamheden vrij ingrijpend zijn. Als de rookgasafvoer bijvoorbeeld achter de keuken is geplaatst, moet je de muur openbreken voordat je deze kunt aanpassen of vervangen. Klanten begrijpen mijn verhaal wel, maar al die extra kosten schrikken velen af. We hebben aardig wat offertes gemaakt die om deze reden geen vervolg kregen. Helaas zoeken die klanten hun heil bij een zzp’er die zich niet aan de regels houdt. Dan zijn we wat betreft de onveiligheid nog net zo ver van huis.’
Onbekend maakt onbemind
De onbekendheid met de materie vormt volgens Willem-Jan Broekkamp een belangrijk obstakel voor een juiste werkwijze bij cv-installaties in de gestapelde bouw. De manager kwaliteit en veiligheid bij Bonarius Bedrijven zegt dat maar weinig bewoners weten dat alleen het vervangen van de cv-ketel geen optie is, en dat monteurs ook moeten kijken naar het collectieve rookgaskanaal. ‘De staat en levensduur van een gezamenlijk rookgasafvoersysteem zijn vaak niet bekend bij de eigenaar van de individuele woning. Voordat de installateur een nieuwe ketel kan aansluiten, moet hij dit checken bij de eigenaar van het collectieve rookgaskanaal. Vaak is dit een VvE die zelf ook niet scherp heeft wat de status is van het gezamenlijk rookgasafvoerkanaal. Laat staan dat de vervanging is ingecalculeerd in het meerjarenonderhoudsplan.’
Stappenplan
Om de aanvraag van een ketelvervanging die is aangesloten op een collectief rookgasafvoersysteem bij een bewoner in goede banen te leiden, stelde Bonarius Bedrijven een stappenplan op.
Stap 1: Informeren van de bewoner over het werkingsprincipe en de risico’s die verbonden zijn aan de vervanging, als deze niet volgens de regels wordt uitgevoerd.
Stap 2: Opvragen van meer informatie over het afvoerkanaal. Werkt de RGA nog naar behoren en wat is de eventueel resterende levensduur?
Stap 3: Op basis van de beschikbare informatie een ketel zoeken die past bij het rookgasafvoersysteem.
Stap 4: De eventuele vaststelling dat het niet veilig is om de ketel te vervangen zonder het collectief rookgasafvoerkanaal aan te passen of te vervangen.’
Installatie- en onderhoudsbedrijf Feenstra werkt met een soortgelijk principe. ‘We vragen eerst naar de staat en de verwachte levensduur van het gezamenlijk rookgasafvoerkanaal’, zegt Jan Liefting, senior productmanager bij Feenstra. ‘Vervolgens hebben we een geschiktheidsverklaring van de bouwer van het RGA-systeem nodig, voordat we kunnen overgaan tot de vervanging van de ketel. Alleen als uit die verklaring blijkt dat aansluiting van de nieuwe ketel geen onveilige situaties oplevert, gaan we aan de slag. In andere gevallen is het aan de eigenaar van het collectieve rookgasafvoersysteem om deze geschikt te maken voor de veilige aansluiting van nieuwe gasketels. Pas daarna sluiten we een ketel aan die past bij het gezamenlijke rookgasafvoerkanaal.’
Meedenken met de klant
Zowel Fiege, Broekkamp als Liefting geven aan een ketel niet te vervangen als dit tot onveilige situaties kan leiden. Dit betekent echter niet dat de bewoners er alleen voor staan in dit geval. Liefting: ‘We adviseren klanten en VvE’s over mogelijke oplossingen om toch op een veilige manier de verwarmingsinstallaties te vervangen en brengen hen in contact met partijen die collectieve rookgasafvoersystemen kunnen renoveren of nieuwe kanalen kunnen plaatsen.’ Broekkamp: ‘Ook wij helpen bewoners, VvE’s en opdrachtgevers bij het in beeld brengen van de kwaliteit van de bestaande gezamenlijke rookgasafvoervoorziening. We denken daarbij ook mee over oplossingen voor de lange termijn. Bijvoorbeeld via een opzet voor de financiering in het MJOP voor de vervanging van het collectief rookgasafvoersysteem.’
Informeer VvE’s
Volgens Broekkamp is er nog wat te winnen als het gaat om de voorlichting rondom ketelvervanging in combinatie met een collectief RGA-systeem. ‘Klanten, maar ook installateurs zijn nog niet altijd op de hoogte dat het niet werken volgens de voorschriften in deze situaties tot zeer onveilige situaties leidt.’ Liefting sluit zich hierbij aan: ‘Het moet voor alle partijen duidelijk zijn dat je niet zomaar een ketel kunt aansluiten. Daarnaast wordt het tijd dat iedereen weet wie waarvoor verantwoordelijk is in het proces. Door VvE’s te informeren, voorkom je dat zij onvoldoende geld opzij leggen voor het beheer van dit soort gemeenschappelijke voorzieningen.’ Fiege doet ook een beroep op de brancheorganisatie. ‘Installateurs hebben een grote behoefte aan concrete antwoorden. Wat doen we als een VvE de vervanging van een collectief rookgasafvoersysteem tegenhoudt, maar het huidige afvoerkanaal tijdelijk nog wel voldoende veilig is? Mogen we dan - na grondige voorlichting aan de VvE - de ketel vervangen? Met andere woorden: kunnen we na het goed informeren van de eigenaar van een gezamenlijk rookgasafvoerkanaal de verantwoordelijkheid aan hen overdragen voor het tijdig vervangen of vernieuwen ervan?’
Verplicht controlesysteem
Fiege denkt dat een verplicht controlesysteem problemen kan voorkomen. ‘Ketels zijn al geregistreerd in een register. Zodra een ketel wordt afgekoppeld, wordt deze afgemeld in het systeem. Het zou goed zijn om collectieve RGA-systemen ook te registeren en aan de ketels in dezelfde bouwsituatie te koppelen. De installateur en de controlerende instantie kunnen dan automatisch een seintje krijgen als de ketel wél wordt vervangen, maar het collectief rookgasafvoersysteem niet. Op het moment dat de levensduur van het gezamenlijk rookgasafvoerkanaal voorbij is of de aangesloten ketel niet veilig is voor koppeling aan het afvoerkanaal, kan men snel ingrijpen.’
‘Handelingsperspectief’ biedt installateur duidelijkheid
Techniek Nederland werkt aan een Handelingsperspectief voor installateurs om de veiligheid te borgen bij vervanging van de gezamenlijke rookgasafvoersystemen. Fred Vos, vakspecialist bij Techniek Nederland: ‘Het uitgangspunt van het Handelingsperspectief is dat installateurs aantoonbaar de juiste mensen informeren over de plichten en mogelijke gevaren omtrent dit onderwerp. Met als doel dat klanten en vervolgens de VvE’s de juiste handelingen kunnen laten uitvoeren door de installateur. De juridische struikelblokken zijn daarbij het gecompliceerdst. Vaak is binnen appartementencomplexen sprake van gesplitst eigendomsrecht. Ook weigeren appartementeigenaren en VvE’s vaak invulling te geven aan de wettelijke zorgplicht. Het Handelingsperspectief bevat voorwaarden waaronder de installateur een ketel kan vervangen als de staat van het rookgasafvoerkanaal nog niet is vastgesteld. Die voorwaarden omvatten – naast het plaatsen van een CO-melder - metingen aan het toestel zelf, meting van het CO-gehalte in de ruimte en een inventarisatie van de overige toestellen die zijn aangesloten op het systeem. Pas daarna mag hij een gastoestel na onderhoudswerkzaamheden of vervanging in bedrijf stellen. De installateur moet de appartement-eigenaar daarbij aantoonbaar informeren dat deze als VvE-lid de VvE wijst op de verplichting om het collectief rookgasafvoerkanaal zo snel mogelijk te laten onderzoeken en dit – zonodig – alsnog aan te passen of te vervangen.’
Individuele rookgasafvoersystemen kunnen ook gevaarlijk zijn
Ook de vervanging van ketels die zijn aangesloten op een individueel RGA-systeem leidt tot uitdagingen voor installateurs. Patrick Fiege komt die situaties vaak tegen in oudere appartementen in Amsterdam. ‘De afvoerbuizen zijn meestal weggewerkt in tussenruimtes in het plafond of achter muren in de badkamer, woonkamer, keuken of slaapkamers. Bij vervanging moeten die vaak worden opengebroken. Dat leidt tot hoge extra kosten. Als dat reden is de vervanging van individuele RGA’s uit te stellen, dan leidt dat tot situaties die nog gevaarlijker zijn dan het niet vervangen van een CLV-systeem. Bij CLV-systemen zorgen schadelijke gassen die vrijkomen in het ergste geval voor het in storing vallen van ketels. Individuele RGA’s lopen vaak door de eigen woning en de woningen van de buren heen naar boven. Op het moment dat er dan een lek is, kunnen schadelijke gassen als koolmonoxide direct in deze woningen terechtkomen.’