April 2020
'Installateur kan bewoner laten geloven in duurzaamheid'
Marjolein Overtoom, bouwkundige en omgevingspsycholoog, promovenda bij de Technische Universiteit Delft en Hanzehogeschool Groningen
Aan de ene kant heb je fantastische innovaties en technische hoogstandjes, aan de andere kant de bewoners die ze daadwerkelijk moeten gebruiken. Maar gedrag laat zich lastig leiden. Het is een discrepantie die de realisatie van de energietransitie in de weg staat. Bouwkundige en omgevingspsycholoog Marjolein Overtoom: ‘Je kunt het energiebesparingsriedeltje duizend keer afdraaien, maar als gebruikers denken dat iets voor hen niet werkt, zullen ze het ook niet willen. Met goede informatie en uitleg kan de installateur wel een belangrijke rol spelen in een gedragsverandering.’
Alle overheidscampagnes en particuliere initiatieven ten spijt, blijven bewoners een extra stimulans nodig hebben om hen te overtuigen aanpassingen aan hun huis te doen en zuiniger met energie om te gaan. Waarom is nog niet elk huis geïsoleerd en doucht men nog steeds langer dan vijf minuten? Waarom kiest Nederland niet massaal voor de warmtepomp?
Iedereen kent de klimaatverhalen en is op de hoogte van de energietransitie die gaande is. Wat bepaalt dan of iemand stappen zet en bereid is zijn gedrag te veranderen? Of niet, natuurlijk. Want dat snapt bouwkundige en omgevingspsycholoog Marjolein Overtoom ook heel goed. ‘Bewoners van een sociale huurwoning zijn bijvoorbeeld helemaal niet bevoegd om installaties te kiezen, laat staan om een renovatie uit te voeren. En als je geen kennis hebt van wat je zelf kunt doen, wijs je al snel naar een ander.’ Daarom is het zo belangrijk om de juiste informatie bij de juiste persoon te krijgen. Want pas als iemand echt gelooft in het voordeel, zal een verandering plaatsvinden.
Welke ‘voordelen’ bepalen of iemand verandert?
‘Die zijn heel divers. Natuurlijk kunnen bewoners financieel profijt ervaren van maatregelen. Geld is altijd een goede motivator; een tegemoetkoming in de kosten of een lager maandbedrag op de energieafrekening vanwege energiezuinig leven. Een ‘goed gevoel’ overtuigt ook velen. Als op diezelfde afrekening staat, dat je goed bezig bent omdat je energieverbruik lager is dan gemiddeld, voelen sommigen zich gesteund om dat stapje extra te blijven doen. En als de hele buurt zonnepanelen plaatst, hoor je er pas echt bij als jij er ook een paar op het dak hebt liggen. Daar komt het groepsgevoel dus om de hoek kijken.’
‘Maar wat ik wel vaak mis in de vraagstelling is het ‘wat heb ik eraan’, wat is het ‘gemak’? Veel duurzame installaties maken het leven van een bewoner makkelijker. Dat mag best meer worden benadrukt.’
‘Gemak’ is toch niet duidelijk te specificeren?
‘Inderdaad, wat de een makkelijk vindt, is voor de ander enorm complex. Zelf heb ik sinds kort zo’n slimme thermostaat en kan nu met mijn telefoon op afstand de temperatuur instellen. Heel handig voor mij als ik een paar dagen van huis ben en was vergeten de temperatuur naar beneden bij te stellen. Dat persoonlijke effect is voor een bejaarde vrouw in een appartementje weer heel anders. Die ervaart geen enkel gemak van digi-snufjes. Zij is bijvoorbeeld meer gebaat bij een goede mechanische ventilatie, waardoor het raam niet open hoeft als ze staat te koken. Maar dan is het wel zaak dat het gemak van die installatie duidelijk wordt uitgelegd. Dus niet alleen de technische feitjes en getallen, maar ook het verhaal dat het dan binnen lekker warm blijft.’
‘Veel duurzame installaties maken het leven van een bewoner makkelijker. Dat mag best meer worden benadrukt’
Maar sommige verhalen zijn toch al tig keer verteld?
‘Dat brengt me bij het volgende punt: het ontbrekende motivatie-element van veel duurzame installaties. Je kunt inderdaad het energiebesparingsriedeltje duizend keer afdraaien, maar als gebruikers denken dat iets voor hen niet werkt, zullen ze het ook niet doen. Neem dat ventilatiesysteem. Een raam open zetten is een duidelijke handeling, die ook een duidelijk waarneembaar effect heeft: frisse lucht. Gezond, slim of niet, je voelt het wel. Zet je de ventilatie aan, dan draai je enkel een knop om en merk je weinig direct effect. Hoogstens een gebrom dat sommige mensen als heel vervelend ervaren. De prettige beleving ontbreekt. Laat de installatie bijvoorbeeld ook kortstondig een briesje de ruimte inblazen, dan ervaart de gebruiker sneller dat het werkt en zal hij eerder geneigd zijn te kiezen voor dit systeem. Met als gevolg dat de besparingscijfers die bij dit soort installaties horen ook daadwerkelijk worden behaald.’
Want de theoretische besparing komt niet altijd overeen met de praktijk?
‘Als een woningcorporatie overal dubbel glas plaatst, betekent dit niet automatisch dat het energieverbruik van de bewoners daalt. Terwijl je dat wel zou verwachten. We noemen dat het rebound-effect. Voorheen stookten de bewoners zich suf voor 18 °C. Nu, met dezelfde energie-input, realiseren ze plots 20 °C. Dat is natuurlijk wel heel behaaglijk, die trui kan uit! Datzelfde geldt al jaren voor veel particuliere huiseigenaren met een prima duurzame woning. Wat ze aan energie besparen met hun high-tech hoogrendementsketel, ‘verspillen’ ze vervolgens net zo makkelijk aan de aanschaf van extra elektrische apparaten. De echte uitdaging zit dus veel dieper. Het menselijk gedrag moet veranderen. Dat kan alleen door een andere norm in te voeren.
Een nieuwe standaard waarmee we afstand nemen van oude, vastgeroeste gewoonten.’
De norm veranderen, kan dat?
‘Ja, maar die verandering zal dan wel van binnenuit moeten komen. Ten eerste moeten we ons bewust worden van het huidige, vaak kwalijke, gedrag en besluiten om dat te veranderen. En als je aanpassingen doorvoert, zul je moeten zorgen dat het zo blijft. Omdat je gelooft dat het goed is. De norm die dan voor jou geldt, wordt uitgedragen naar de directe omgeving en vice versa. Gedragsverandering volgt vooral uit intrinsieke motivatie, minder uit externe prikkels. Voor zowel het oude als nieuwe bewustzijn is informatie nodig: wat gebeurt er als ik het niet doe en wat levert het op als ik het wel doe. De media zijn belangrijke voorlichters. Via campagnes, documentaires, interviews en bijvoorbeeld platforms worden voor- en tegengeluiden geventileerd. Dat is fijn, zolang mensen beseffen waar die verhalen vandaan komen. Een paar slechte ervaringen met een warmtepomp betekent niet dat de hele techniek waardeloos is. We moeten leren informatie beter te sturen richting de consument. De installateur is daarvoor de aangewezen persoon. Ik denk dan ook dat hij of zij een belangrijke rol speelt bij normverandering.’
Met de juiste informatie kun je dus gedrag veranderen?
‘Eén keer is niet genoeg, je moet informatie blijven herhalen. Totdat de boodschap landt. En daarbij is het heel belangrijk wie het verhaal vertelt. Hoe groter het vertrouwen in die persoon, hoe groter de kans dat het binnenkomt. Een buurvrouw die op haar factuur laat zien hoeveel zij nu echt bespaart dankzij de zonnepanelen of die zwager die ook in zijn nieuwe elektrische oven de lekkerste taarten bakt; dat heeft effect. Andersom: ministers en staatssecretarissen die wereldwijd op het vliegtuig stappen voor een klimaatcongres geven het slechte voorbeeld. Een lange treinreis past niet in hun schema, maar tegelijkertijd verwachten ze wel dat huiseigenaren de urgentie inzien van een energietransitie? Kansloos.’
Zien bewoners een installateur als vertrouwenspersoon?
‘Dat denk ik wel. Huiseigenaren beschouwen de installateur als iemand met kennis van zaken. Hij of zij kent de technische toepasbaarheid van systemen en weet ook wat er zoal ‘te koop’ is. Het hoort dan ook bij de rol van installateur om iemand die vraagt om een cv, te informeren over mogelijke duurzamere alternatieven. Hij of zij weet immers wat er in die woning zou passen en welke verwachtingen de gebruiker vervolgens van zo’n installatie mag hebben. Want daar gaat het ook vaak mis: verwachtingen.’
‘Voor een installateur is het bijvoorbeeld logisch dat je niet je natte jas kan ophangen ‘aan’ de vloerverwarming. Voor een bewoner kan dat best even wennen zijn. En ja, met een warmtepomp duurt het langer voordat de ruimtetemperatuur één graad stijgt. Als iemand dat van te voren weet, is het een minder groot probleem. Tegelijkertijd zou het ook goed zijn als installateurs bijvoorbeeld een week na plaatsing van een systeem actief navraag doen bij de gebruikers. Hoe zijn de ervaringen en moeten verwachtingen worden bijgesteld? Meer nazorg, dus.’
‘Het zou goed zijn als installateurs na plaatsing van een systeem navraag doen over de ervaringen bij de gebruikers’
Zou gedragsverandering sneller gaan met een ‘hardere’ overheid?
‘Zeker. Maar ook dat kan op verschillende manieren. Bij subsidies zien we vooral resultaten op de korte termijn. Ja, mensen gaan gemakkelijker overstag, maar als het financiële gewin stopt, verdwijnt ook de motivatie als sneeuw voor de zon. De gedrags-verandering kwam niet van binnenuit en is dus minder bestendig. Uit onderzoek blijkt dat een kleine beloning meteen, motiverender werkt dan een grotere beloning later. Tegelijkertijd kan langdurige inzet van subsidies wel tot een andere norm leiden. Als heel veel mensen elektrisch rijden, gaat de minder kapitaalkrachtige burger op termijn misschien ook op zoek naar een elektrische occasion. Net zoals een refurbished telefoon of zonnepanelen op het dak helemaal niet raar meer zijn.’
En wetten die verplichten tot aanschaf van duurzame technologie?
‘Dat kan heel goed werken. Denk maar aan het afschaffen van plastic tasjes en het verbieden van gloeilampen. Eerst was er weerstand, maar nu vindt iedereen het de normaalste zaak van de wereld. Maar met betrekking tot de energietransitie lijkt men de noodzaak nog niet groot genoeg te vinden. Pas als er iets ergs gebeurt, komt de mensheid in beweging. En dan zijn we best in staat ons aan te passen. De overheid mag wel wat meer sturen. Onder meer door zelf het goede voorbeeld te geven.’
Moeten installateurs stoppen met de verkoop van oude installaties?
‘Gebruikers stappen over als en wanneer hen dat uitkomt. Maar een installateur die nieuwe techniek actief promoot, zal die overstap zeker kunnen versnellen. En installateurs die innovaties wantrouwen, remmen de transitie inderdaad af. Dat ga ik niet veroordelen, voor hen geldt immers hetzelfde als voor de huiseigenaar: als je niet daadwerkelijk gelooft in een systeem, ga je niet veranderen. Maar die groep zal vanzelf kleiner worden, denk ik. Daarom is het zo belangrijk om te blijven herhalen dat de transitie goed is, aanpassingen op elke schaal mogelijk zijn en
comfort gewoon behouden blijft. Communiceer de werking en de verwachtingen. En kies je moment. Renovatie of verhuizing zijn goede aanleidingen om te investeren in een meer duurzame levensstijl.’
Tekst: Jojanneke Rodenburg
Fotografie: Eric de Vries