Een comfortabele woning is meer dan een goed afgestemde verzameling duurzame installaties. ‘Het is een veilige haven, een plek waar iemand zich thuis en begrepen voelt. Deze belangrijke elementen mogen niet worden vergeten bij het omkatten van wijken of gebieden richting de regionale transitiedoelen,’ benadrukt Yael Aartsma, projectleider Stroomversnelling. Daarom is kennis van ‘achter de voordeur’ een pré. En welke groep experts komt daar regelmatig? Precies, de installateurs.
Ga er maar aan staan. De komende dertig jaar moeten er in totaal 14.000 wijken van het aardgas af. Eind 2021 deden alle Nederlandse gemeenten een voorzet met het vaststellen van hun Transitievisie Warmte. Nu is het zaak deze gigantische (samenwerkings)opgave daadwerkelijk te realiseren. Stap voor stap en wijk voor wijk. Non-profitorganisatie Stroomversnelling ondersteunt de koplopers in de energietransitie met methodes en instrumenten. Onder meer via het Wijkkompas. Programmamanager Yael Aartsma ijvert daarbij niet voor individuele belangen, maar streeft naar een comfortabele en energieneutrale gebouwde omgeving voor iedereen. Dat vraagt om een ketenbrede samenwerking van gemeenten, corporaties, bouwers, installateurs en toeleveranciers. ‘Samen nadenken werkt.’
Hoe verloopt zo’n wijkgerichte aanpak in de praktijk?
‘Je moet oppassen dat een wijkaanpak niet enkel een technische exercitie wordt. Om daar voor te zorgen bestaat een wijkaanpak uit zes fases. Eerst wil je zorgen voor een goede start met alle stakeholders in de wijk. Samen bepaal je welke ambitie je hebt en hoe je dat samen gaat oppakken. Daarna kijken de betrokkenen naar wat er op dat moment aanwezig is in de wijk, wat de duurzame mogelijkheden zijn en natuurlijk naar wat bewoners en andere stakeholders willen. Op basis van die informatie stellen de partijen samen een strategie op. De tweede helft van het proces draait vervolgens om besluitvorming en realisatie. Oftewel, als de gemeenteraad akkoord gaat met de geformuleerde strategie, kan de uitvoering starten. Tot slot is er nog de nazorg. Alles bij elkaar best een intensief traject dat tussen de acht en tien jaar zal duren.’
Zijn er al wijkaanpakken opgestart?
‘Jazeker. Niet allemaal via ons natuurlijk, maar ik weet dat elke gemeente ten minste één wijk of gebied aan het omschakelen is. Na de gemeenteraadsverkiezingen is het tempo flink opgevoerd. En uiteraard speelt de actuele situatie rondom energieprijzen een belangrijke rol. Werd je eerder nog bedenkelijk aangekeken als je het over aardgasvrij had, nu geldt het vaak als een pré. Sterker nog, ik weet van een wijk in Rotterdam waar de bewoners zelf aan de bel trekken om nu eindelijk eens aangesloten te worden op het lang beloofde warmtenet. Want dat aardgasvrij wonen kan, hebben meerdere pilotprojecten wel bewezen. Wat mij betreft zijn we dat stadium dan ook ontgroeid. Het is tijd om op te schalen. Van een eenmalige wijkaanpak naar een programmatisch – ofwel herhaalbaar en voorspelbaar – uitvoeringsproces.’
Van plan naar programma dus?
‘Het is onnodig om het wiel elke keer opnieuw uit te vinden toch? Je ziet nu dat veel gemeenten worstelen met de aanpak. Ze vragen zich af hoe het in te richten en of ze het wel goed doen. Door kennis te delen, instrumenten te ontwikkelen en door te geven, ook op landelijk niveau, kunnen we in sneltreinvaart doorzetten. Daarmee voorkom je ook dat elke gemeente weer zijn eigen adviseurs moet inhuren. Stroomversnelling probeert het proces behapbaar te maken; een belangrijke tool daarvoor is het Wijkkompas. Hierin staan per fase alle cruciale momenten van het proces, die we ‘knooppunten’ noemen. Dit geeft de stakeholders inzicht in wat er speelt en het zorgt ervoor dat alle betrokkenen zich bewuster zijn van de gevolgen van hun keuzes en de afhankelijkheden van andere partijen.’
Creëer je juist geen chaos, door zoveel partijen te betrekken bij een wijkaanpak?
‘Haha, het is een uitdaging. Maar je hebt maar één keer de kans om het goed te doen. Daarom is het juist zó
belangrijk dat alle belanghebbenden vanaf het begin betrokken en gehoord worden. Je zult merken dat gaandeweg mensen beter op elkaar raken ingespeeld. In het begin spreekt iedereen zijn eigen taal. Gemeenten, bewoners en techneuten bedoelen vaak hetzelfde, maar vliegen het verschillend aan. Zo zonde, want ze namelijk allemaal gemotiveerd om een verschil te maken. En als iedereen dat van elkaar door heeft, ontstaat een soort uniforme taal, mede dankzij ons Wijkkompas. Heel leuk om mee te maken. Trouwens, elke inbreng is waardevol en kan een nog betere strategie opleveren.’
Maar het is toch vooral een technisch verhaal?
‘Dat ben ik dus niet met je eens. Wij moedigen juist aan het breder te maken dan alleen de energietransitie.
Duurzaamheid gaat immers verder dan techniek. Uiteindelijk wil je een comfortabele en prettige leefomgeving creëren. Toen bijvoorbeeld in de Groningse wijk Selwerd bewoners werd gevraagd naar thema’s die zij belangrijk achtten voor hun omgeving, noemden zij gezondheid. Ze wilden graag een buurt met autovrije speel- en leefstraten. Minder auto’s leiden tot een betere luchtkwaliteit, en laat dat nou net ook een doelstelling van de energietransitie zijn. Het één sluit het andere dus niet uit. Door breed te denken, ontstaan de mooiste oplossingen.’
En hoe zit het dan met de uitvoerbaarheid?
‘Ook daar heb ik een mooi voorbeeld van. Tijdens de inventarisatiefase van een Schiedamse wijk – deze was aangemerkt als startwijk vanwege het grote aantal panden van één eigenaar – bracht de woningcorporatie een interessante constatering in. Tijdens huisbezoeken viel het de corporatiemedewerkers namelijk heel vaak op dat de gang van elke woning bezaaid lag met schoenen. Bewoners hadden blijkbaar geen goede plek om deze op te bergen. Dit gegeven leidde er aan de tekentafel toe dat de nodige installatie-aanpassingen gepaard gingen met plek voor een schoenenrek. Ik bedoel maar, voldoende inbreng aan de voorkant van het traject, leidt over het algemeen tot een breder gedragen en hooggewaardeerde oplossing. Maar dan moet je dus wel achter de voordeur durven kijken.’
Wat kunnen installateurs bij dat proces betekenen?
‘Heel, heel veel. Installateurs hebben én technische kennis én komen regelmatig bij de bewoners binnen. Beide informatiestromen zijn zeer waardevol, ook, of misschien wel juist, in de planfase. Een gemeente kan wel bedenken dat overstappen op een warmtenet de beste oplossing is voor een wijk, maar installateurs weten of dat überhaupt wel kan. Zijn de woningen daar wel geschikt voor? Anderzijds hebben zij uiteenlopende klantmomenten, waarop zij vragen over duurzaamheid en nieuwe installaties kunnen beantwoorden. Installateurs weten wat er leeft achter de voordeur en kunnen op die manier bewoners actief betrekken – of geruststellen – bij toekomstige ontwikkelingen. Vaak merk ik dat planmakers en technici bang zijn om bewoners te betrekken, omdat ze zo misschien valse verwachtingen scheppen. Maar de keerzijde daarvan is erger; dat je iets bedenkt voor mensen, zonder de mensen zelf.’
Als installateurs zo belangrijk zijn, waarom worden ze dan nog zo weinig betrokken bij de uitwerking van transitieplannen?
‘Ik denk toch vooral vanwege de ‘nieuwigheid’ van het proces. Zoals gezegd stoeien veel gemeenten nog met de inrichting van het traject. Vaak vinden zij het logischer om installateurs pas bij de uitvoering in te schakelen. Dat is meestal te laat. Daarom roep ik installateurs op om vooral ook zelf het voortouw te nemen. Thomas Piessens van Techniek Nederland wees me bijvoorbeeld op het online platform energietransitiedoorinstallateurs.nl. Een handige website van Techniek Nederland waar alle gemeentelijke warmteplannen zo goed mogelijk zijn doorvertaald naar wat dat per wijk betekent. Check wat er in jouw regio staat te gebeuren en ga vervolgens met de betreffende gemeente in gesprek en zeg: ‘Hé, ik zie dat een wijk waar wij vijftig klanten hebben, snel aan de beurt is. Wat is jullie planning en wat kunnen wij voor elkaar betekenen?’ Door het traject transparant te maken, kunnen bedrijven vast voorsorteren op de toekomst. Bijvoorbeeld door medewerkers op te leiden.’
Wat brengt het de installateurs?
‘Ten eerste spelen installateurs een cruciale rol bij het daadwerkelijk realiseren van de klimaatdoelen. Zij verkopen en installeren immers de apparaten die nodig zijn om de transitie te maken. Daar zit een zakelijke en idealistische winst. Ten tweede verbeter je de dienstverlening naar de klant. Als regisseur van energiezaken heeft de klant hun expertise hard nodig. Wat staat er in zijn woning te gebeuren en wat betekent dat voor zijn comfort? Kijk alleen al naar de commotie die losbarstte na de mededeling dat na 2026 geen cv-ketels meer worden geplaatst. Ik snap dat installateurs het druk hebben, maar verdiep je in de verschillende warmteplannen en maak het verschil!’ <