Januari 2022
Ogen in de lucht
Met een groeiend aantal pv-installaties op daken kan de inzet van drones veel tijd besparen bij inspecties. Dat roept wel vragen op. Wat kun je wel en niet inspecteren met een drone? En mag het overal? En bij welke schaalgrootte wordt het zinvol? Okke Spruijt, directeur Koninklijke OnderhoudNL heeft antwoorden en Marco Engberink van technisch servicebedrijf Max-Tech geeft zijn visie op drones voor inspecties.
‘Drones zijn zeer geschikt voor visuele inspecties in de gebouwde omgeving’, aldus Okke Spruijt. ‘Een analyse van de camerabeel-den maakt defecten zichtbaar bij installaties op het dak. Voor de inspectie van pv-installaties wordt een camera met warmtebeeldsensor toegepast. Warmteverschillen duiden op defecten en een verminderde energieopbrengst. Ook gegevens over temperatuurverlies en indirect vochtmeting worden met zo’n warmtebeeldsensor verkregen. Allemaal belangrijke data voor het opstellen van een goed onderhoudsplan’, legt de directeur van Koninklijk OnderhoudNL uit.
Inspecties met behulp van drones leveren naast een verhoogde inspectiesnelheid tevens andere voordelen op, zoals bereikbaarheid van moeilijk te bereiken (deel)objecten. Het draagt ook bij aan de veiligheid, omdat ladders of andere – dure – hulpmiddelen zoals hoogwerkers niet nodig zijn. Marco Engberink van Max-Tech Maintenance & Sustainability heeft ervaring met drone-inspecties. ‘Als ladders niet hoog genoeg komen bij daken, gebruik ik een drone. In plaats van direct een kostbare hoogwerker te bestellen, kun je met een drone namelijk ook zien wat er mis is. In 2017 kocht ik een DJI Mavic Zoom-drone van 930 gram. Daarvoor is sinds vorig jaar een brevet nodig. Vooral het theoriedeel van dat examen is pittig, want je moet veel weten van vliegverkeer. Bij het werken met de drone ben je naast de vlucht ook verplicht pre- en postflight informatie te registreren. Ik doe dit in de air-hub app. Eerlijk gezegd werk ik er niet vaak genoeg mee om de kosten te dekken, want de WA-verzekering is behoorlijk duur voor zakelijk gebruik.’
Gewichtige verschillen
Per januari 2021 is veel gewijzigd als gevolg van Europese wetgeving. De nieuwe regelgeving koppelt het veilig vliegen met drones aan gewichtsklasse, de omgeving waar men vliegt en de daarbij behorende risico’s. Spruijt legt uit hoe dat zit: ‘Lichte drones, tot 250 gram, kunnen worden ingezet bij inspectiedoeleinden. Dezelfde inspectie mag ook met een drone met een maximaal gewicht van 900 gram worden uitgevoerd, op voorwaarde dat de drone piloot over een A1-A3 EU-dronebewijs beschikt en de drone aan meer uitgebreide technische eisen voldoet. Een visuele inspectie van een gebouw waar af en toe een passant is, mag in de categorie ‘open’ worden uitgevoerd als het gebouw niet hoger is dan 120 meter, minus de zogenaamde overvlieghoogte. Ook moet de drone gedurende de gehele vlucht in het zicht blijven. Tot slot mag de inspectie niet in een no-fly zone plaatsvinden. De gebruiker dient zich als exploitant te registreren bij de RDW na het behalen van dronebewijs A1-A3.’
‘Een drone met een gewicht van meer dan 900 gram, maar minder dan 4 kg, kan ook in de categorie ‘open’ worden ingezet. De dronepiloot moet dan naast een A1-A3 over een A2 EU dronebewijs beschikken en de drone zal aan extra technische eisen moeten voldoen.’
‘Tenslotte een drone van 4 tot 24,99 kg: daarbij moet een veilige afstand van bebouwing van minimaal 150 meter worden aangehouden en redelijkerwijs verwacht worden dat geen personen in gevaar kunnen worden gebracht. Ofwel: afstand houden van mensen. Dit biedt weinig mogelijkheden tot een goede visuele inspectie.’
In de categorie ‘open’ is het overigens niet mogelijk om ontheffing aan te vragen voor hoogtes, locaties of andere uitzonderingen. Als dit noodzakelijk is, zal de operatie moeten worden uitgevoerd in de categorie ‘specifiek’.
Investeren in opleiding
Spruijt: ‘Een groot deel van inspecties kan met een minimale investering in hardware en opleiding worden uitgevoerd, zolang het object behoort tot de categorie ‘open’. Het uitvoeren van inspecties in de categorie ‘specifiek’ vergt grotere investeringen en is niet rendabel, tenzij dit op regelmatige basis gebeurd.’ Het uitbesteden of inhuren van een gespecialiseerd onderhoudsbedrijf, zoals Solar Tester, is dan een betere optie. Onder meer OnderhoudNL en Drone Flight Academy verzorgen opleidingen. De investering voor zelfstudie binnen de categorie ‘open’ is 100 euro voor een A1-A3 EU dronebewijs piloot, 150 tot 200 euro voor A2 EU dronebewijs plus 23 euro per jaar voor de RDW exploitatievergunning. In de categorie ‘specifiek’ kost een piloot-opleiding tussen 1.875 en 3.500 euro. Een op te stellen operationeel handboek (vanaf 5.000 euro) komt daar nog bij.
Open
Bij de categorie Open geldt een maximale vlieghoogte van 120 m. Ook moet de drone de gehele vlucht met het oog te volgen zijn. Verder moet de drone op veilige afstand blijven van mensen en mag er niet over een mensenmenigte worden gevlogen. Ook is het vervoer en/of droppen van gevaarlijke goederen verboden. De gebruiker moet een dronebewijs hebben voor een drone lichter dan 250 gr. Bij zwaardere drones is een uitgebreider dronebewijs vereist. Aanmelding bij RDW is verplicht.
Specifiek
De categorie Specifiek stelt zwaardere eisen aan de drone, de procedures en de bemensing. Meestal gaat het om specifieke inspecties, bijvoorbeeld een gebouwen-inspectie op een vliegveld. De inspectieprocedures moeten in een operationeel handboek worden vastgelegd. Het opstellen van zo’n handboek is tijdrovend en kostbaar en vraagt specifieke kennis. Het handboek moet ter goedkeuring worden aangeboden aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Tekst: Tom de Hoog
Fotografie: OnderhoudNL, Solar Tester