EW04 Omslag 600
Januari 2020

Onderweg naar een ­emissieloze binnenstad

Diesel eruit en stroom erin

01 10 01

Veel binnensteden willen emissievrij worden, om zo de vervuiling door uitlaatgassen sterk te reduceren en de leefbaarheid te vergroten. Hiervoor wordt geëxperimenteerd met elektrisch vervoer en slimme logistieke concepten. Op dit moment wordt er veel onderzoek gedaan. Zo neemt de Hogeschool van Amsterdam het transport binnen de servicesector onder de loep. Wat is er technisch mogelijk en waar zitten de valkuilen?

‘We hebben in Nederland te kampen met een relatief ernstige luchtvervuiling, die voor een groot deel wordt veroorzaakt door autoverkeer. Het is een serieuze bedreiging voor de volksgezondheid,’ vertelt Bram van Liere van Milieudefensie. ‘Omdat veel mensen toch nog steeds het liefst de auto pakken om zich te verplaatsen, zullen er andere maatregelen moeten worden genomen die óf het autoverkeer reduceren óf de voertuigen schoner maken.’
Aandacht voor het verkeer in de binnensteden heeft logischerwijs de meeste potentie; mensen wonen daar dicht op elkaar, wat betekent dat woon-werkverkeer vaak kort is en de het ov of de fiets een goed alternatief kunnen zijn. Dat dit geen utopie is bewijst onder andere Mobilys, die door het hele land proeven doet met elektrische fietsen. Mensen mogen deze via hun werkgever twee weken uitproberen om tussen woning en werk te pendelen. De reacties zijn overwegend positief. Mensen geven aan sneller op hun werk te zijn, frisser aan te komen en ook mobieler te zijn. Voordelen dus voor zowel de werkgever – die de fietsen least – als de werknemer. Verder geldt ten aanzien van de stad: hoe meer mensen dicht op elkaar wonen, hoe rendabeler ook het openbaar vervoer. Van Liere: ‘Milieudefensie is een pressiegroep en probeert de aandacht op deze problemen te vestigen en zichtbaar te maken. Niet alleen richting het publiek, maar zeker ook richting de politiek, aangezien het gaat om het veranderen van systemen.’

Servicebedrijven zijn verantwoordelijk voor zo’n 25 procent van de bestelauto’s in steden

‘Je hoeft overigens niet de illusie te hebben dat honderd procent emissieloos haalbaar is. Zelfs als iedereen elektrisch zou rijden of gebruik zou maken van waterstof als brandstof, blijven er altijd emissies bestaan in de vorm van deeltjes die van banden en het wegdek losraken bij het optrekken en remmen. Dat levert nog altijd een significante hoeveelheid fijnstof op.’

Groningen in de greep van emissieloos

De gemeente Groningen gaat er in het rapport The Next City vanuit dat de binnenstad uiteindelijk emissieloos zal zijn. Als opmaat hiervoor start Groningen met een emissieloze bevoorrading die in 2025 moet zijn gerealiseerd. Verder wordt aangegeven dat de fiets het belangrijkste vervoermiddel blijft en dat er ten aanzien van de groei van het openbaar vervoer moet worden nagedacht over nieuwe overstapplekken.
Ook andere organisaties starten initiatieven, zoals de Groningen City Club; een vereniging van en voor binnenstadondernemers. Deze vereniging is begonnen met een pilot voor duurzame binnenstadlogistiek, door inzet van onder andere SimplyMile: een bewezen formule voor duurzame stadsdistributie. Centraal staan logistieke centra (hubs) waar goederen worden ontvangen, eventueel opgeslagen en gebundeld voor levering in de stad. Omdat alle producten in bulk bij deze hub worden aangeleverd, kunnen de leveranciers het aantal ritten drastisch verminderen. Vanuit de hub worden de producten een of enkele keren per week in één zending samengevoegd én elektrisch afgeleverd.

01 10 02Opladen in de stad is door een gebrek aan ruimte voor laadpalen nog vaak gecompliceerd.

Laadinfrastructuur

Ook de Hogeschool van Amsterdam verdiept zich in emissieloze (binnen)steden. Susanne Balm, projectleider Duurzame Stadslogistiek bij de Faculteit Techniek: ‘Wij doen onderzoek op basis van vragen uit de beroepspraktijken, zodat onze resultaten vrij goed kunnen worden geïmplementeerd. Daarbij werken we veel samen met het bedrijfsleven en de publieke sector, zoals in dit geval met de gemeente Amsterdam.’ Het onderzoek waaraan Balm als projectleider is verbonden, valt onder het lectoraat City Logistiek dat de HvA zes jaar geleden startte. ‘Ons team kijkt vooral naar logistieke concepten in de (binnen)stad. Een ander lectoraat, Mainport Logistiek, richt zich op mainports zoals Schiphol of de havens. De focus ligt op het aantal transportmiddelen en de uitstoot die zij veroorzaken. Enerzijds willen we dat er überhaupt minder transportmiddelen in de stad komen, bijvoorbeeld door stromen te bundelen, en anderzijds dat de voertuigen die dit tóch doen, zo schoon mogelijk rijden.’

Sector service

In het lopende onderzoek wordt ingezoomd op servicebedrijven die technisch onderhoud, installaties en reparatiewerkzaamheden uitvoeren aan woningen en kantoren. Deze sector is verantwoordelijk voor zo’n 25 procent van de bestelauto’s in steden, maar heeft zelf ook een focus op duurzaamheid; niet alleen binnen de eigen bedrijfsvoering, maar ook door de geleverde producten en diensten, zoals slimme regelingen, pv-systemen en all electric woningen. Een sector met potentie dus. Omdat de servicesector andere logistieke processen kent dan bijvoorbeeld pakketdistributie, zijn er ook andere oplossingen nodig. Kenmerkend is bijvoorbeeld dat medewerkers veel onderweg zijn en bij klanten werken – waarbij het voertuig ‘ergens’ stil staat – maar dat dit vaak niet ver van tevoren is te plannen. Service leveren betekent immers ook storingenplossen en die zijn per definitie onverwacht. Dit maakt het inzetten van elektrische auto’s gevoels-matig lastig, omdat het opladen van de voertuigen in de logistieke keten complexer is. Zo is het aantal oplaadpunten lang niet zo groot als het aantal benzine- en dieselpompen en kost opladen meer tijd dan tanken. Verder wordt vaak gebruikgemaakt van verschillende laadplekken; blijft de auto op het bedrijfsterrein dan kan hij waarschijnlijk ’s avonds aan de oplader, maar wanneer de serviceauto mee naar huis gaat dan is het nog maar de vraag of er voor de deur een laadpaal beschikbaar is. Daarnaast wordt geladen bij klanten, op de bouwplaats, op straat bij de bestemming of snelladen onderweg langs de snelweg. Balm: ‘Tevens is het een sector waar het erg lastig is om goede mensen te vinden en áls die gevonden zijn, willen bedrijven ze echt niet meer kwijt. Overstappen op elektrisch vervoer lukt dan ook alleen wanneer dit in goed overleg met het personeel gebeurt en medewerkers er ook achter staan. Daarbij mag het eventueel aanpassen van het logistieke concept geen nadelige invloed hebben op de doelstelling om altijd op tijd bij de klant zijn.’

Amstelveen en Amsterdam in actie

Veel grote steden zijn bezig met het weren van (diesel)auto’s uit het stadsbeeld en het stimuleren van elektrisch rijden. De gemeente Amstelveen heeft zich bijvoorbeeld aangesloten bij Green Deal Zero Emissie Stads-logistiek (ZES). In dit samenwerkingsverband streven partijen binnen de logistiek en overheid naar een emissievrije stadslogistiek in 2025.
Floor Gordon, wethouder Duurzaamheid: ‘Jaarlijks neemt het aantal pakketbezorgingen met 10 à 20 procent toe en ook de bevoorrading van horeca en winkels draagt nu in grote mate bij aan de uitstoot van schadelijke emissies. Als gemeente willen we dit in samenwerking met het bedrijfsleven inperken. In de plannen van aanpak betrekken we tevens het bouwverkeer. Door na te denken over ‘bouwhubs’ is het aantal vervoersbewegingen van en naar bouwlocaties te reduceren; minder emissies en bovendien veiliger.’ Amsterdam neemt maatregelen door onder meer het invoeren van milieuzones voor vrachtauto’s, bestelauto’s,
taxi’s, autobussen en brom- en snorfietsen. De regels en omvang verschillen per soort voertuig. Bovendien komen in Amsterdam in de loop van dit jaar nieuwe regels voor dieselpersonenauto’s en dieselbestelauto’s.
Alleen wanneer deze voertuigen beschikken over een motor met Euro 4/emissieklasse 4 of hoger, mogen zij binnen de ring A10 rijden.

Onderzoek

Het twee jaar durende project loopt nu een half jaar, dus echte resultaten over de ‘beste oplossing’ zijn nog moeilijk te geven. ‘We proberen bij verschillende bedrijven proeven uit te zetten en merken in interviews met bedrijfsleiding en medewerkers dat er ambitie en motivatie is om met het onderwerp aan de slag te gaan. Concreet gebeurt er echter nog weinig en daarom is het zo belangrijk dat dit type onderzoek plaatsvindt. Wanneer je een aantal ‘best practices’ kunt tonen en kunt aangeven waar voor de verschillende bedrijven de mogelijkheden liggen, gebeurt er waarschijnlijk meer.’

Tekst: Marjolein de Wit - Blok
Fotografie: Industrie

Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen? 
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.