EW10 cover 600
April 2010

Controle en onderhoud van brandslanghaspels

brandslanghaspel

Bij het opstellen van een Onderhoudsplan (als onderdeel van een Beheerplan) voor collectieve leidingwaterinstallaties moet voor brandslanghaspels rekening worden gehouden met de voorschriften van het Gebruiksbesluit, de Waterwerkbladen en NEN-EN 671-3. Het onderhoud moet door vakbekwame installateurs worden uitgevoerd.

In het eerste artikel van de serie over de top 5-verbeterpunten voor (collectieve) leidingwaterinstallaties over de aansluiting van brandslanghaspels [1] werd duidelijk dat één van de voordelen van een separate brandblusleiding een eenvoudiger beheer is. Het aantal periodiek te controleren beveiligingseenheden blijft dan veelal beperkt tot één.

Bij een leidingwaterinstallatie met geïntegreerde brandblusleidingen kan het aantal te controleren beveiligingseenheden aanzienlijk zijn, als de brandslanghaspels niet direct op doorstroomde leidingen zijn aangesloten. Ook is in het eerste artikel ingegaan op de verzegeling van de bedieningsafsluiters en de afsluiter bij de beveiligingseenheid EA aan het begin van de brandblusleiding. Meestal is de brandslanghaspel voorzien van een handbediende bedieningsafsluiter. Maar het kan ook met een automatische bedieningsafsluiter.

De afsluiter die dan is opgenomen in het binnenwerk van de haspel, gaat na één omwenteling van de haspel automatisch open en sluit zodra de haspel wordt opgerold. Omdat de bedieningsafsluiter niet handmatig hoeft te worden opengedraaid, wordt tijd gewonnen bij bestrijding van een beginnende brand. Soms wordt een brandslanghaspel hoog geplaatst, zoals in een tentoonstellinggebouw. In dat geval is tussen een handbediende bedieningsafsluiter en de brandslanghaspel een lang watertoevoerverbindingsstuk nodig. Een brandslanghaspel met automatische bedieningsafsluiter is dan wel zo handig.

TOP 5 VERBETERPUNTEN
Dit is het tweede artikel in de reeks over het UNETO-VNI actieplan ‘De top vijf verbeterpunten van leidingwaterinstallaties’. Het eerste artikel verscheen in maart (‘Aansluiting van brandslanghaspels’).

processchema-brandslanghaspels-controleProcesschema voor controle en onderhoud (C&O) van brandslanghaspels.

Verzegeling

Het spreekt vanzelf dat de automatische bedieningsafsluiter niet kan worden verzegeld. Waterwerkblad WB 4.5 A schrijft daarom voor de aan de brandslang gekoppelde straalpijp te verzegelen. Daarvoor zijn speciale te verzegelen straalpijphouders beschikbaar. Wanneer de straalpijp uit de houder wordt genomen, wordt de verzegeling verbroken. Bovendien scharniert de transparante voorzijde open, waardoor (oneigenlijk) gebruik van de brandslanghaspel direct zichtbaar is. De voorzijde blijft openstaan totdat een nieuwe verzegeling is aangebracht.

Het is niet de bedoeling dat een verzegelde straalpijphouder (algemeen) wordt toegepast bij een brandslanghaspel met een handbediende bedieningsafsluiter. In de praktijk kan de niet-verzegelde, handbediende bedieningsafsluiter, door welke oorzaak dan ook, in open stand staan, wat niet altijd direct visueel waarneembaar is. Stel nu dat de beveiligingseenheid EA in de aansluitleiding van de brandslanghaspel achterwege blijft, omdat de lengte van die leiding tot aan de bedieningsafsluiter niet groter is dan 150 mm? Het stilstaande water in de biofilmgevoelige brandslang staat dan in direct contact met de doorstroomde leidingwaterinstallatie, wat ongewenst is. In andere gevallen staat de brandslang onnodig onder druk, ook dat is niet gewenst.

BEHEER VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES
Volgens Waterwerkblad wb 1.4 G: 2005, voorschrift 6.3: Brandslanghaspels:
- brandslanghaspels moeten jaarlijks worden gecontroleerd en onderhouden, zoals vermeld in NEN-EN 671-3;
- eventuele verzegelingen van bedieningsafsluiters moeten worden gecontroleerd (gesloten stand);
- verzegeling van afsluiters in aftakkingen naar brandslangha- spels moeten worden gecontroleerd (open stand);
- het merken van (leidingen naar) brandslanghaspels moet worden gecontroleerd op uitvoering overeenkomstig Waterwerkblad WB 4.5 A.

Controle en onderhoud

Het Gebruiksbesluit schrijft voor brandslanghaspels minstens eenmaal per jaar op adequate wijze te controleren en onderhoud te plegen. Dit voorkomt defecten. Doel van het voorschrift is de goede werking van de brandslanghaspel altijd te waarborgen. Waterwerkblad WB 1.4 G verwijst voor de jaarlijkse controle en onderhoud naar NEN-EN 671-3 (zie kader). De controles in het kader van het legionellabeheersplan zijn niet opgenomen in die norm.

Volgens de norm moet de brandslanghaspel eens in de vijf jaar worden onderworpen aan een persproef tot de maximaal toelaatbare werkdruk van 1.200 kPa. Na de jaarlijkse controle en onderhoud (c&o) wordt de brandslanghaspel voorzien van een onderhoudsetiket. Op het etiket staan de volgende gegevens:

-    datum waarop het c&o is uitgevoerd;
-    uiterste datum van het eerstvolgende c&o;
-    een registratienummer van de persoon die het c&o heeft uitgevoerd;
-    de adresgegevens van het controlerende bedrijf.

JAARLIJKSE CONTROLE EN ONDERHOUD BRANDSLANGHASPELS VOLGENS NEN-EN 671-3:2009
Volg de instructies op van de leverancier/fabrikant, maar er moet toch minstens worden voldaan aan het onderstaande: De slang moet geheel van de haspel worden afgerold en onder druk worden gezet door het openen van de (hand)bedieningsafsluiter en vervolgens wordt gecontroleerd of:
a) de brandslanghaspel geen lekkage, roestvlekken of andere zichtbare beschadigingen vertoont;
b) de brandslanghaspel is voorzien van een goed leesbare gebruiksinstructie;
c) de plaats van de brandslanghaspel (met een voorgeschreven pictogram) duidelijk is aangegeven;
d) de brandslanghaspel stevig aan de muur is bevestigd;
e) de volumestroom stabiel en voldoende is (*);
f) de drukmeter, indien aangebracht, goed werkt;
g) de gehele lengte van de brandslang vrij is van scheurtjes, vervormingen, slijtage of andere beschadiging. Indien de slang een beschadiging vertoont wordt deze getest op de maximale werkdruk. In de praktijk wordt de slang meestal direct vervangen;
h) de slangklemmen van het juiste type zijn en stevig zijn vastgemaakt;
i) de haspel in beide richtingen soepel draait;
j) van de zwenkbare brandslanghaspel het draaimechanisme van de zwenkarm soepel werkt en onder de vereiste hoek kan uitklappen (zie delen 1 en 2 van NEN-EN 671);
k) de handbediende bedieningsafsluiter van het juiste type is, het gebruik ervan soepel en de werking correct is;
l) of, indien de brandslanghaspel is voorzien van een automatische afsluiter, de werking ervan correct is, en zo ook van de (eventueel) verborgen (in open stand verzegelde) onderhoudsafsluiter;
m) de watertoevoeraansluiting in goede staat verkeert, in het bijzonder de eventuele flexibele aansluitingen;
n) de eventuele haspelkast vrij is van beschadigingen en de deur soepel is te openen (**);
o) de straalpijp van het juiste type is en gemakkelijk is te gebruiken;
p) de slanggeleider goed en soepel functioneert en stevig is bevestigd.
Zorg dat na de werkzaamheden de brandslanghaspel klaar is voor direct gebruik (***). Indien uitgebreide onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn, moet een waarschuwingslabel ‘buiten gebruik’ worden aangebracht en moeten de gebruikers/bewoners van het gebouw hierover worden geïnformeerd.

(*) Het gebruik van een stromingsmeter en drukmeter wordt aanbevolen.
(**) Een brandslanghaspel in een kast wordt als een systeem beschouwd. Dit houdt onder meer in dat wanneer een deur van een haspelkast een belemmering vormt voor het uitlopen van een slang, het geheel wordt afgekeurd.
(***) Breng na de controle en onderhoudswerkzaamheden (opnieuw) de vereiste verzegeling aan van de bedieningsafsluiter en van de (eventuele) afsluiter in de brandblusleiding, en controleer bij de brandslanghaspel de aanwezigheid van de sticker ‘alleen te gebruiken bij brand’ en op de brandblusleiding(en) de sticker ‘geen drinkwater’ (Waterwerkblad WB 4.5 A).  

verzegelde-brandslanghaspel

Logboek(en)

Het Gebruiksbesluit schrijft voor dat controle en onderhoud van brandslanghaspels moet worden bigehouden in een logboek. Daarin worden ook de andere activiteiten bijgehouden die voortkomen uit de brandveiligheidseisen, maar het is ook mogelijk te verwijzen naar het logboek van de collectieve leidingwaterinstallatie. NEN-EN 671-3 geeft aan welke informatie in het logboek moet worden opgenomen: 

-    jaar en maand van controle en onderhoud;
-    resultaten;
-    omvang en datum van installatie of vervanging van onderdelen;
-    eventuele verdere noodzakelijke acties;
-    jaar en maand voor volgende c&o;
-    identificatie van elke brandslanghaspel.

De logboeken moeten desgevraagd onmiddellijk ter inzage worden gegeven aan degenen die zijn belast met het toezicht op de naleving van het Gebruiksbesluit, zoals de brandweer. Voor reguliere woonfuncties en overige kleine gebruiksfuncties met een gebruiksoppervlakte kleiner dan 50 m2, die niet voor het publiek toegankelijk zijn, is wettelijk geen logboek vereist voor de brandblusinstallatie.

Vakbekwaamheid

Isso-publicatie 55.5 bevat richtlijnen voor de opstelling van het beheer- en onderhoudsplan van een collectieve leidingwaterinstallatie. Daarbij moet voor brandslanghaspels rekening worden gehouden met het Gebruiksbesluit:2008, Waterwerkbladen WB 1.4 G:2005 en WB 4.5 A:2004, en NEN-EN 671-3:2009.

Voor beheer (door adviesbureaus) en onderhoud (door installatiebedrijven) kan een onderneming zich laten certificeren volgens de nationale BRL 6000-08C voor het Komo Instal-procescertificaat. Deze BRL heeft betrekking op collectieve leidingwaterinstallaties, inclusief brandblusinstallaties (NEN 1006), en op droge blusleidingen (NEN 1594). Certificering is mogelijk voor twee subdeelgebieden:

-    beheer van de leidingwaterinstallatie;
-    uitvoering van onderhoud aan de leidingwaterinstallatie.

Certificering is niet wettelijk verplicht. Ook (medewerkers van) erkende watertechnische installatiebedrijven mogen controle- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan brandblusleidingen en daarop aangesloten brandslanghaspels. Het spreekt voor zich dat die medewerkers vakbekwaam moeten zijn, en de controle en onderhoudswerkzaamheden op adequate wijze kunnen uitvoeren.

Bronnen en verwijzingen:
[1] ‘Aansluiting van brandslanghaspels’, Intech K&S, maart 2010

Tekst: Will Scheffer
Fotografie: Will Scheffer, Linda Kindt, Herbert Wiggerman