Januari 2016
CPR: nieuwe eisen aan brandveiligheid van kabels
Nieuwe classificatie voor bekabeling vaste installaties in bouwwerken
Jaarlijks sterven er in Europa vierduizend mensen door brand. Aangezien 90 procent van alle branden plaatsvindt in gebouwen en we daar ook 90 procent van de tijd doorbrengen, heeft de nieuwe Europese wetgeving Construction Products Regulation (CPR) tot doel risico's tijdens brand in gebouwen te verminderen. CPR zorgt voor eenduidigheid over de classificatie van het brandgedrag van kabels in Europa en dus voor een betere kwaliteitsborging hiervan. Daarmee verlagen we het risico van slachtoffers tijdens brand.
Construction Products Regulation (CPR) is van toepassing op laagspannings- en middenspanningskabels, maar ook signaal-, data- en glasvezelkabels die zijn geïnstalleerd in vaste elektrotechnische installaties van bouwwerken. Kabels worden geclassificeerd op basis van brandgedrag (reaction to fire). Kabels met de aanduiding fb (functiebehoud – resistance to fire) vallen voorlopig buiten de CPR-classificering. Naar verwachting komt daarvoor in een later stadium een nieuwe Europese norm.
Op 10 juli 2015 heeft de Europese Commissie de nieuwe norm EN 50575 (voor kabels die onder CPR vallen) gepubliceerd. In die publicatie was sprake van een ingangsdatum van 1 december 2015. Echter, op 13 november 2015 heeft de Europese Commissie in overleg met CEN-Cenelec een nieuwe 'date of applicability' (DOA) gepubliceerd, namelijk 1 juli 2016. De overgangsperiode van een jaar is herbevestigd; deze periode duurt van 1 juli 2016 tot 1 juli 2017. De Europese commissie geeft op deze wijze ook voldoende tijd aan alle EU-landen om CPR voor kabels te implementeren in hun nationale regelgeving.
Brandtests
Omdat de classificatie en testmethoden veranderen, moeten alle kabelproductfamilies opnieuw brandtests ondergaan volgens de nieuwe testmethodiek die is vastgelegd in CPR. De brandtests ontlenen hun validiteit aan het werk van de zogenoemde aangemelde instanties (notified bodies). Deze instanties worden aangewezen door de nationale overheden. In Nederland is deze taak ondergebracht bij de Raad voor Accreditatie in Utrecht. In andere landen gebeurt dit op dezelfde wijze. EN 50575 geeft nauwkeurig aan hoe de keuring en inspectie moet worden uitgevoerd.
Voor de classificatie onder CPR worden de volgende eigenschappen van de kabel tijdens brand gemeten: brandvoortplanting, rookontwikkeling, zuurgraad van de rookgassen, maar nu ook brandende vallende deeltjes, en vrijgekomen hitte. Aan de hand van de uitkomsten van de tests laten de kabels zich indelen volgens de nieuwe CPR Euroklassen die gaan gelden voor alle kabels van vaste elektrotechnische installaties in bouwwerken. CPR maakt voor elektrische leidingen onderscheid in de Euroklassen Aca, B1ca, B2ca, Cca, Dca, Eca en Fca (ca staat voor 'cables'), in analogie met de klassen A t/m F voor bouwproducten. Additioneel zijn rookontwikkeling (s), brandende vallende deeltjes (d) en corrosiviteit/zuurgraad (a) geclassificeerd (tabel 1).
NEN 8012 Als mede-architect van NTA 8012, de Nederlandse technische afspraak, vervult Draka een voortrekkersrol op het gebied van brandveilige kabels voor toepassing in gebouwen. NEN besloot vorig jaar om de in Nederland al langer gehanteerde brandclassificatie NTA 8012 als uitgangspunt te nemen voor een aangepast ontwerp van NTA 8012. Deze nieuwe norm is op 1 december 2015 gepubliceerd en kan worden besteld via www.nen.nl. Aanpassingen die zijn gemaakt ten opzichte van NTA 8012, hebben betrekking op onder andere: de wegingsfactoren bij de risicoanalyse, vervanging van de bezettingsgraadklasse door een indeling voor uitwendige invloeden volgens NEN 1010 (ontruimingsmogelijkheden), toevoeging van de relatie tussen NTA 8012 NEN 1010 en Bouwbesluit 2012, toevoeging omschrijving brand- en rookklassen, toevoeging van criteria met betrekking tot de classificatie van bijkomende corrosiviteit/zuurgraad en vallende brandende deeltjes.
|
Stroomschema's NEN 8012
Voor de implementatie in Nederland is NEN 8012 (zie kader) opgesteld; de Nederlandse norm voor de keuze van het leidingtype met als doel het beperken van de schade door brand van en via elektrische en glasvezelleidingen. Het aantal classificaties is daarin beperkt tot vier: B2ca (s1,d1,a1), Cca (s1, d1, a1), Dca (s3, d2, a3) en Eca.
In CPR zijn meer dan tweehonderd verschillende classificaties te onderscheiden. Om het systeem in de dagelijkse praktijk bruikbaar te maken, hebben we in Nederland het aantal classificaties beperkt tot vier. In feite hadden we drie klassen en dat worden in de toekomst vier geheel nieuwe klassen. Met de stroomschema's in NEN 8012, waarin vragen staan over de gebruiksfunctie en risicofactoren, kom je tot de vereiste brandklasse. Om de kabelkeuze voor adviseurs en installateurs eenvoudiger te maken, heeft Draka de brandklasse selectiehulp ontwikkeld, gebaseerd op NEN 8012.
De kabelfabrikant is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de brandtesten, het opstellen en aanbrengen van de CE-markering en het opstellen en beschikbaar maken van de prestatieverklaring (declaration of performance, DOP). De groothandel/ distributeur moet erop toezien dat alle verkochte kabelproducten zijn voorzien van CE-markering en moet ook de prestatieverklaring beschikbaar maken. De adviseur/installateur is verantwoordelijk voor de juiste keuze van de brandklasse en kabel conform NEN 8012. Verder moet de installateur er rekening mee houden dat de keuze in de administratie wordt verantwoord, want men moet kunnen aantonen dat de kabel met de juiste brandclassificatie is toegepast.
CAMPAGNE CPR BRANDVEILIGHEID Tijdens de beurs Elektrotechniek is de Draka-campagne CPR brandveiligheid van start gegaan. Deze campagne heeft tot doel de markt te informeren over de impact van CPR voor kabels. Voor de installatiebranche is het belangrijk om nu alvast antwoord te krijgen op vragen als: wat gaat er voor wie in de bouwketen precies veranderen? Welke kabels vallen onder CPR? En hoe bepaal ik de juiste brandklasse en kabel? Tijdens de informatie-sessies op de beurs toonde Draka concrete voorbeelden van risicosituaties en bijbehorende brandklassen. Voor degenen die deze sessies hebben gemist, op www.draka-cpr.nl is de video van het seminar beschikbaar. De website biedt verder een praktische informatie en tools, zoals het laatste nieuws, veelgestelde vragen en antwoorden en een handige selectiehulp voor het selecteren van de juiste brandklasse en type kabel. Ruim tweehonderd beursbezoekers met CPR-verantwoordelijkheid (fabrikant, groothandel, adviseur, installateur) bijeen tijdens één van de informatiesessies op Elektrotechniek '15.
|
Brandlaboratorium
In de afgelopen dertig jaar heeft Draka vele brandproeven uitgevoerd aan verschillende kabelconstructies en materialen. Dit geeft ons een goed inzicht over het gedrag bij brand en het correct toepassen en installeren van kabels. Onze testopstellingen in ons brandlaboratorium lenen zich voor proeven aan alle kabeltypes (laagspanningskabels, signaal-, data- en glasvezelkabels, maar ook middenspanningskabels).
We verwachten dan ook op tijd, zoals voorgeschreven in EN 50575, de relevante kabels te kunnen voorzien van de juiste CE-markering met de nieuwe CPR-classificatie. Conform de richtlijn mogen we in de toekomst het brandgedrag niet meer op de oude manier indelen. We hebben als fabrikant de verplichting om in de communicatie over brandgedrag, de CPR-voorschriften te volgen. Dat geldt voor alle kabels, dus spanning en data (ook glasvezel) die worden gebruikt in vaste elektrotechnische installaties van bouwwerken. CPR heeft dus geen betrekking op kabels van niet-vaste installaties, zoals stuurstroomkabels die rechtstreeks zijn aangesloten op machines.
Tekst: Edgar Aker, director marketing en business development Draka
Fotografie: Industrie