EW10 cover 600
Maart 2010

Eigenaar elektrische installatie is eindverantwoordelijke

eigenaar-verantwoordelijke

Een handige buurman is niet altijd je beste vriend bij een storing aan de elektrische installatie. Gelukkig hebben de meeste eindgebruikers in dat geval de neiging hun vaste elektricien te bellen. Ondanks het zeer lage aantal dodelijke ongevallen door elektriciteit, blijft veilig gebruik van elektrische installaties een punt van zorg. UNETO-VNI praat met medewerkers van de ministeries van EZ, SWZ en VROM over toekomstige gemeentelijke inspecties van woningen.

Voor elektrische laagspanninginstallaties in woningen is er NTA 8025 en voor overige elektrische laagspanninginstallaties NEN 3140 (tot 1.000 V-wisselspanning). In deze normen staat hoe je veilig kunt werken met elektrische installaties. Alles goed geregeld? Helaas niet. ‘Beide normen wijken van elkaar af en zijn bovendien niet wettelijk verplicht,’ zegt Epko Horstman, beleidsmedewerker Technologie bij UNETO-VNI. ‘Veel installateurs denken van wel, maar dat klopt niet. De norm geeft een adequate invulling van de wettelijke eis dat een elektrische installatie veilig moet zijn. Dus als je NEN 3140 gebruikt, ben je het braafste jongetje van de klas, maar je mag ook een andere creatieve oplossing bedenken. Als het resultaat maar veilig is.’ Bovendien, de particuliere eindgebruiker is meestal niet op de hoogte van NEN 3140 of NTA 8025. Neem bijvoorbeeld winkelpersoneel dat voor de feestdagen flink wat verdeeldozen boven het systeemplafond aan elkaar koppelt en daar hun feestverlichting op aansluit. ‘Soms zien we in winkels wel honderd van dergelijke doorgeluste verdeeldozen,’ vertelt Sjoerd van Monfort, toezichtverantwoordelijke bij Parkstad Inspecties Dongen. Dit bedrijf voert veiligheidsinspecties uit op basis van NEN 3140 en NEN 1010 (deel 6) in alle mogelijke sectoren, zoals industrie, utiliteit, zorg en detailhandel. ‘Als de elektrische installatie door al die lampen overbelast raakt, kan kortsluiting ontstaan en loop je kans op brand. Doorsnee winkelpersoneel realiseert zich dat meestal niet.’

Muizen in de verdeelkast

Volgens Van Monfort valt er op elke elektrische installatie wel wat aan te merken. ‘Dan zijn er bijvoorbeeld tijdens de aanleg fouten gemaakt. Of tijdens het gebruik. Denk aan het magazijn waarin een medewerker met een heftruck tegen een wandcontactdoos is gereden. Daarnaast heb je de gebruikers die uit onwetendheid verkeerd omgaan met de installatie, zoals winkelpersoneel.’

In de praktijk komen zijn inspecteurs onder andere verdeelkasten tegen die niet goed dicht zijn, bijvoorbeeld doordat bepaalde kabels zijn verwijderd. De ontsnappende warmte lokt muizen aan die vervolgens aan de installatie knagen en geëlektrocuteerd worden. Of er zijn elektrische voorzieningen aangebracht die niet bestand zijn tegen vochtige ruimten. En particulieren testen zelden of nooit hun aardlekschakelaar volgens de voorschriften, waardoor die schakelaar vast komt te zitten en zijn werk niet meer kan doen.

‘Dat komt meestal door gebrek aan kennis. Gelukkig halen particuliere eindgebruikers er vaak een elektricien bij als het ingewikkeld wordt. Bijvoorbeeld als het licht knippert of de computer uitvalt. In de horeca en winkelbranche daarentegen zien we vaker dan ons lief is de neiging het zelf te willen oplossen. En ook de ‘handige’ buurman komen we geregeld tegen. Klanten uit de industrie en utiliteit hebben meestal grote installateurs als leverancier, daar gaan ze beter om met elektrische installaties.’

Tussen grote en kleine bedrijven als gebruiker ziet Van Montfort geen echte tegenstelling. ‘Grote ondernemingen hebben meer tijd en budget om zich bezig te houden met het veilig gebruik van elektriciteit. Voor kleinere bedrijven is dat toch vaak een noodzakelijk kwaad. Daar gaan ze soms wat minder zorgvuldig om met de installatie. Gelukkig zien we ook regelmatig kleine firma’s die alles tot in de puntjes hebben geregeld en die defecten of opmerkingen van onze kant direct aanpakken.’

Volgens Horstman valt het nog wel mee met de elektrische veiligheid. ‘Jaarlijks zijn er maar acht dodelijke ongevallen in Nederland door elektriciteit. De installatie is meestal wel veilig, maar als je een broodrooster met een schroevendraaier wilt repareren, terwijl de stekker nog in het stopcontact steekt...’

Van Montfort vindt daarentegen dat eindgebruikers zich nog te weinig bewust zijn van de mogelijke risico’s. ‘Wij zien regelmatig gevaarlijke situaties en dat komt mede door het feit dat het te vaak nog nét goed gaat. Ook hier is moeilijk onderscheid te maken tussen de verschillende sectoren. In de industrie bijvoorbeeld is het veiligheidsbewustzijn behoorlijk hoog, maar van de andere kant is dat een ruigere omgeving, waar meer voorzieningen stuk gaan. Dus of het in de industrie veiliger is, durf ik niet te zeggen want de risico’s zijn er groter.’

Overbelasting en ander onveilig gebruik van elektrische installaties kan leiden tot brand of zwaar lichamelijk letsel door bijvoorbeeld elektrocutie of verbranding. ‘Naast het persoonlijke leed zit iemand dan ook met vervelende verzekeringskwesties. Als in de polis staat dat de installatie jaarlijks moet worden gekeurd en dat is toevallig in het jaar daarvoor niet gebeurd, dan heeft de verzekering een reden niet uit te keren.’

Geen actieve controle

De verantwoordelijkheid voor een veilige elektrische installatie ligt bij de gebouweigenaar. Hij moet ervoor zorgen dat de installatie voldoet aan de wetgeving, waaronder het Bouwbesluit en het gebruiksbesluit Brandveilig gebruik van gebouwen. ‘Die verantwoordelijkheid gaat zo ver dat een installateur die een onveilige opdracht krijgt van een gebouweigenaar, die opdracht mag uitvoeren als hij de afspraken daarover op papier laat vastleggen’, verduidelijkt Horstman. ‘Weliswaar overtreedt de gebouweigenaar dan de wet, maar daar is momenteel geen actieve controle op. Mocht er toch iets verkeerd gaan, dan komt de gemeente of de arbeidsinspectie langs en blijft de gebouweigenaar aansprakelijk. Als een erkende installateur echter het werk heeft uitgevoerd en de afspraken zijn niet op schrift gezet, ligt de verantwoordelijkheid natuurlijk wel deels bij de installateur.’

Een gebouweigenaar die ook werkgever is, heeft tevens te maken met de Arbowet en moet zijn personeel een veilige werkomgeving bieden. Gelijktijdig moet hij ervoor zorgen dat zijn werknemers verantwoord omgaan met elektrische installaties. ‘Hoe hij dat precies doet, mag hij zelf weten. Hij kan dus voorschrijven dat iemand die aan de elektrische installatie werkt, de stroom moet uitschakelen, of dat een medewerker dan persoonlijke beschermingsmiddelen moet gebruiken.’ Gebouweigenaren die hun pand verhuren, zijn alleen verantwoordelijk voor de vaste installatie tot en met de wandcontactdoos. De huurder is verantwoordelijk voor de apparatuur. ‘Stel dat het winkelpersoneel tweehonderd contacten heeft doorgelust en daar gsm-laders aan heeft gehangen. Dat maakt niet uit. Maar steken ze er lampen in, dan kan de installatie overbelast raken. Dat is dan het probleem van de huurder.’ Parkstad Inspecties raadt zakelijke klanten aan NEN 3140 te volgen, vooral voor het organisatorische deel. ‘Dat wordt vaak nog vergeten,’ zegt Van Montfort. ‘Als een klant ons belt over NEN 3140-inspecties, praat hij eerst over het jaarlijks keuren van bijvoorbeeld boormachines. Een stap verder zijn inspecties aan de vaste elektrische installaties. Die laatste stap naar de organisatie wordt vooral door kleinere bedrijven vaak niet gemaakt. Het gaat om een handboek met taken en ver- antwoordelijkheden, opleidingen en de implementatie van alle afspraken.’

Voor de woningbouw en particuliere huizenbezitters wordt al een aantal jaren gesproken over een APK voor woningen, vergelijkbaar met de gelijknamige keuring voor auto’s. ‘Zo’n APK voor woningen zou heel mooi zijn, want momenteel is er nog geen enkele controle vooraf in deze sector’, zegt Horstman. ‘Aan een aardlekschakelaar kun je bijvoorbeeld aan de buitenkant niet zien of hij het doet. De wetgever gaat er weliswaar vanuit dat een aardlekschakelaar aanwezig moet zijn, maar schrijft niet voor dat het ding ook moet werken. Dat gaat bij auto’s dus anders. Jammer genoeg wil ons kabinet minder regels en dus minder inspecties. Bovendien hebben lokale overheden, zoals gemeenten, er geen belang bij, afgezien van hun afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Als je huis afbrandt door een elektrisch defect, heb je te maken met de verzekeraar en niet met de gemeente. Ook als de meterkast in je fabriek uitbrandt, heeft de gemeente daar geen problemen mee, alleen de verzekeraar – en natuurlijk de ondernemer zelf. Dus aan de privaatrechterlijke kant spelen meer kwesties door een onveilige elektrische installatie dan aan de publiekrechterlijke. Wat het publiekrecht betreft, telt alleen of iemand is overleden. En aangezien dat dus zelden gebeurt, wordt de noodzaak tot verdere regelgeving vanuit de overheid niet zo gevoeld.’

Voorlichting als service

Wat kan de installateur zelf doen? In principe hoeft hij de klant alleen maar een handleiding mee te leveren, en dat mag ook een korte versie zijn. ‘Daarin staat bijvoorbeeld dat je een aardlekschakelaar twee keer per jaar moet controleren. De klant is er zelf voor verantwoordelijk dat hij die handleiding leest en doet wat erin staat. Maar wij raden de installateur wel aan uitgebreide voorlichting te geven.’

De installateur kan bijvoorbeeld verwijzen naar een speciale website voor consumenten die samenhangt met het televisieprogramma De Grote Woonwens. De website is een initiatief van UNETO-VNI en verwijst onder meer naar allerlei veiligheidsaspecten. Ook heeft de brancheorganisatie samen met het ministerie van VROM een website opgezet waar eindgebruiker zelf handleidingen kunnen downloaden voor hun eigen woning. Installateurs kunnen deze handleidingen eenvoudig uitdraaien en uitdelen aan bewoners, als extra service. ‘Op deze manier geven we vanuit de brancheorganisatie invulling aan de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaar voor elektrische veiligheid. De voorschriften zelf bestaan al, maar voor gebouweigenaren en gebruikers moet het allemaal nog duidelijker worden.’

Daarnaast praat Horstman namens UNETO-VNi momenteel met medewerkers van de ministeries van EZ, VROM en SWZ over handhaving van elektrische veiligheid via gemeenten. ‘In werkgroepen bespreken we hoe we wettelijke eisen kunnen omzetten in werkbare eisen. Maar dat is nog iets voor de toekomst.’

Meer informatie
www.euronorm.net en www.arboportaal.nl

Tekst: Mathilde van Hulzen
Fotografie: Ed Buying, Maarten Koch, Industrie