April 2012
'Er is geen weg meer terug'
Installatiebedrijven die de overstap hebben gemaakt naar 3D-tekenen en integraal installeren, die samenwerken binnen de bouwketen volgens het Bouw Informatie Model (BIM), zeggen dat er geen weg terug meer is. Gesteld dat ze dat zouden willen. Geen van de bedrijven zou terug willen, want dan lopen ze opdrachten mis. Opdrachtgevers eisen immers steeds vaker een actievere rol van installateurs.
Een kleine twee jaar geleden is L.M. van der Sluis Technische Bedrijven uit Genemuiden gestart met BIM. Het installatiebedrijf is vooral actief bij complexe woningbouw, zoals een project aan het Nieuw Waterlandplein in Amsterdam-Noord. Dit betreft een ondergrondse, tweelaagse parkeergarage met een laag winkels op de begane grond en twee torens met appartementen erboven. ‘Nee, dat is geen BIM-project’, reageert Eduard Mooiweer. Hij is werkvoorbereider, manager bij het installatiebedrijf. Hij vertelt dat de onderneming is gaan BIM’en bij het project De Laak in Amersfoort, een kantorengebouw vlakbij het station Vathorst. ‘De opdrachtgever zocht toen een installatiebedrijf dat volgens de BIM-principes kon meewerken in het project. Toen zijn we erin gestapt.’
Dat klinkt eenvoudiger dan het is. ‘We hebben eerst flink moeten investeren in nieuwe software. Wij werkten nog met Autocad van Autodesk, dat is 2D-tekensoftware, maar voor BIM moet je voor 3D-ontwerpsoftware kiezen. Wij hebben, omdat we al waren gewend aan Autodesk, gekozen voor Revit Mep, om driedimensionaal te modelleren. En dan moet je natuurlijk ook de hardware aanpassen, want er is nogal wat rekenkracht nodig om op deze nieuwe manier installatieontwerpen te maken.’
Mooiweer mag het graag vergelijken met de luchtvaart. ‘Als je in 2D tekent, dan is het als vliegen met een Cessna, een eenmotorig vliegtuigje. Dat moet je natuurlijk ook kunnen; en je vliegt. Maar als je 3D gaat tekenen, dan ben je ineens de piloot van een F16, een straaljager met heel wat knopjes en mogelijkheden meer. Daarom hebben we onze mensen op training gestuurd zodat zij zich die nieuwe dimensies eigen konden maken. Op dit moment is ook nog een aantal medewerkers op cursus. Als die collega’s over enige tijd klaar zijn, dan kan de helft van onze tekenaars met Revit overweg.’
Bij Van der Sluis werken zo’n 350 mensen in vaste dienst, maar alles bij elkaar houdt het bedrijf ongeveer zeshonderd mensen aan het werk.
Eerst uitleggen
De eerste kennismaking met BIM, bij het project in Amersfoort, was dus geïnitieerd door de opdrachtgever. ‘Wij zijn blij dat we erin zijn gestapt, want anders waren we echt opdrachten misgelopen. Het werkt nu zelfs de andere kant op’, vertelt Mooiweer. ‘Op een gegeven ogenblik gaat het natuurlijk rondzingen dat wij in staat zijn mee te werken in een BIM-project. Dan komen aannemers en opdrachtgevers vanzelf aankloppen. Wat dat betreft is het een voordeel om voorop te lopen. Inmiddels staan we bij de meeste aannemers op de shortlist als het om BIM gaat.’
Wie met deze nieuwe vorm van werken binnen de bouwkolom aan het werk gaat, zal over een objectenbibliotheek willen beschikken. In het 3D-model zijn alle objecten te hangen. Door erop te klikken wordt meteen zichtbaar wat de eigenschappen (zoals afmetingen) van dat object zijn. Dat is prettig bij het ontwerp, want er kunnen geen misverstanden ontstaan. Maar het is vooral ook handig bij het onderhoud later. ‘Toen wij begonnen met BIM, was er helemaal geen objectenbibliotheek’, vertelt Mooiweer. ‘Daarom zijn we er zelf maar aan begonnen. We zijn gestart met de grote dingen: riolering en mechanische installaties. We zijn bijvoorbeeld naar Dyka gegaan om te vragen of ze ons 3D-objecten van buizen en leidingen konden geven. We moesten eerst nog uitleggen wat BIM was, maar een paar weken later hadden we de objecten binnen. En zo zijn we ook op andere leveranciers afgestapt.’ Inmiddels zijn op de radio spotjes van De Twee Snoeken en KPN te horen die gezamenlijk een bouwbibliotheek hebben ingericht. Er is duidelijk beweging in de goede richting. Nu is het nog zaak te zorgen dat de verschil- lende bouwbliotheken goed met elkaar overweg kun- nen, zodat binnen een BIM-model geen misverstanden kunnen ontstaan. De BIM-expertgroep van UNETO-VNI-VNI legt dan ook sterke nadruk op standaardisering en uitwisselbaarheid. ‘Ik denk dat in de nabije toekomst elke leverancier op zijn website een objectenbibliotheek heeft met Revit-bestanden, zoals ze nu 2D-tekeningen hebben van hun producten’, verwacht Mooiweer.
Integraal installeren
Een belangrijk aspect van BIM is de onderlinge samenwerking binnen de bouwkolom aan een project. In tegenstelling tot traditionele projecten, waarbij de installateur vaak pas aan het einde van het project in beweging moet komen, wordt bij een BIM-project van de installateur verwacht dat hij al bij de ontwerpfase aanschuift. Mooiweer: ‘Wij hadden ons al toegelegd op integraal installeren. Het belang om in een zo vroeg mogelijk stadium onze kennis en ervaring in te brengen, onderkennen wij al jaren.’
Van der Sluis werkt op dit moment bij negen projecten volgens de BIM-methode. ‘Dat neemt alleen maar toe. Er is geen weg terug. Wat dat betreft is het vergelijkbaar met de situatie van een kleine twintig jaar geleden toen we van de tekenplank overstapten op 2D-tekensoftware. Nu gaan we met z’n allen naar 3D. En naar integraal installeren.’
Serieus bezig
Ook Rik Noorduin, manager Techniek en Ontwikkeling bij installatiebedrijf Burgers Ergon, is gevallen voor BIM. Een proefproject dat hij samen met de collega’s van bouwbedrijf Heijmans (dat in 2007 het installatiebedrijf heeft overgenomen) twee jaar geleden heeft opgezet, beviel goed. Destijds had hij het kantorenpark Podium in Amersfoort als uitgangspunt genomen. Dit project was al voorbereid en daarom geschikt om in de praktijk te ervaren wat BIM kan betekenen.
Vooral het begrip tussen de verschillende partijen neemt dankzij deze bouwmethode enorm toe. Dat vergroot de efficiëntie terwijl de faalkosten en bouwtijd van een project daardoor afnemen. ‘Het is erg lastig te bepalen in hoeverre de faalkosten afnemen’, zegt Noorduin. ‘Voor ons zit de winst vooral in het betere inzicht in het project als geheel dat alle betrokkenen hebben, dus ook onze collega’s van bouwbedrijf Heijmans. Bij BIM werkt de samenwerking, juist tussen dochter- en moedebedrijf, zijn vruchten af.’
Noorduin geeft aan dat Burgers Ergon ‘heel serieus bezig is met BIM’. ‘We hebben een aantal mensen juist op dit onderwerp gezet; mensen getraind. We zijn overgegaan van 2D op 3D. En we hopen dat het fenomeen zich als een olievlek door de organisaties gaat verspreiden.’
Hij zegt wel dat mensen er voor moeten waken BIM als zaligmakend te beschouwen. ‘Het is niet zo dat dit alles oplost; het is geen Haarlemmerolie. En met nieuwe hard- en software ben je er niet. Het gaat vooral om de nieuwe manier van samenwerken. Het is een andere manier van denken. Dat is lastig, want onze sector munt niet uit in het uitproberen van nieuwe dingen. De meesten willen alles bij het oude laten, omdat dat immers altijd zo is gegaan. Invoering van BIM vereist verandermanagement.’
Hoewel hij het lastig vindt om de organisatie BIM- gevoelig en -handelend te maken, ziet hij geen andere weg. ‘Dit is de toekomst. Maar we doen het wel voorzichtig: kleine stapjes. En soms blijkt een klein stapje ineens een grote sprong voorwaarts te zijn geweest. Wij geloven in BIM en daarom zijn we bereid om erin te investeren.’
Als gegoten
Mervyn Bodeving werkt bij het installatie adviesbureau Viac in Houten. Hij vertelt dat woningbouwvereniging Eigen Haard in Amsterdam vanaf nu alle aanbestedingen met BIM doet. Alle vaste partijen die voor Eigen Haard werken, moeten volgens de BIM-methode werken om in aanmerking te komen voor een opdracht. De corporatie had eerder drie proefprojecten met BIM opgestart, waarbij zowel bouwkundig, constructief en installatietechnisch alles in het model is gezet. Dit is zo goed bevallen dat Eigen Haard nu BIM als uitgangspunt hanteert. Viac had voor de testprojecten (alle drie renovatieprojecten) de installaties in BIM gemodelleerd.
Bodeving heeft in werk en studie altijd op het snijvlak van bouwkunde en installatietechniek gezeten. BIM zit hem dus eigenlijk als gegoten. Toen hij bij zijn huidige werkgever moest uitzoeken welke meerwaarde onderlinge afstemming binnen de bouwkolom kon geven, kwam hij uiteraard uit op BIM. In die tijd, 2009, was het fenomeen BIM in Australië en de VS al aan een opmars begonnen. Bodeving klopte aan bij Syntens, destijds het innovatiecentrum voor het midden- en kleinbedrijf; een uitvoeringsorganisatie van Economische Zaken. ‘Daar heb ik heel veel steun van gehad’, zegt hij. ‘Maar de markt was nog veel te jong. Er waren eigenlijk helemaal geen opdrachten die we op die manier konden invullen.’
Delen maakt sterker
De eerste gelegenheid om te BIM’en kwam in 2010 bij een samenwerking met Dura Vermeer en Loodsluis. ‘Bij de laatste kwam ik René van der Sluis tegen. Hij is directeur-eigenaar van installatiebedrijf Loodsluis, onderdeel van L.M. van der Sluis Technische Bedrijven. Samen hebben we de stoute schoenen aangetrokken en zijn content gaan zoeken om de bibliotheken te vullen. Enkele mensen van NPQ – nu een onderdeel van Cadac – hebben ons daarbij geholpen. Uit die periode heb geleerd – en dat is typisch BIM – dat we door kennis en ervaring met elkaar te delen, er alle drie sterker door zijn geworden.’
Volgens Bodeving zal BIM’en over niet al te lange tijd de standaard van werken zijn in de bouw.
Tekst: Teus Molenaar