De E&W Solar Kennistest 2019 bleek voor veel mensen een pittige opgave. Van de 165 mensen die er aan begonnen, wisten slechts 50 deelnemers alle 24 vragen te beantwoorden. Peter Smits van Supersafe uit Valkenswaard had met achttien goede antwoorden de beste score en won daarmee de hoofdprijs: een 122-delige gereedschapset ter waarde van 1.500 euro.
De prijzen mogen dan zijn uitgereikt, u kunt de test hier alsnog doen om te zien hoe het is gesteld met uw kennis van pv-systemen. In de te verschijnen mei-editie van E&W Installatietechniek kunt u de antwoorden terugvinden.
Ter gelegenheid van de beurs Solar Solutions konden de lezers van het vakblad E&W Installatietechniek hun kennis op het gebied van zonne-energiesystemen testen. De test bestond uit 24 vragen die online konden worden beantwoord. Om op een schaal van 1-10 tot een rapportcijfer 6 te komen, moesten veertien vragen correct worden beantwoord. Maar liefst 165 lezers durfden de uitdaging aan te gaan en gingen online aan de slag. Dat het geen makkelijk test was blijkt uit het feit dat van de 165 mensen die aan de test begonnen, slecht vijftig de test ook wisten te voltooien. Van deze vijftig hebben vijf mensen een voldoende gescoord.
Basiskennis
De kennistest werd door de E&W-redactie samengesteld in nauwe samenwerking met André Derksen (coördinator van het Handboek Zonne-energie), Anton Kerkhofs (opleider en trainer bij SBK Opleidingen), Edwin Netelenbos (Netbeheer Nederland) en Rolf Heynen (Solar Solutions).
Bij de samenstelling van de test is er op gelet dat de basiskennis van pv-systemen die een professional moet hebben, tot een voldoende zou moeten kunnen leiden. In dat opzicht was de test zeker pittig, maar niet te moeilijk. De resultaten laten wel zien dat de basiskennis van pv-systemen bij veel deelnemers kennelijk nog onvoldoende is. En gezien de stevige groei van de solar-markt, moet dat eigenlijk snel veranderen.
Antwoorden E&W Solar Kennistest 2019
1. Een gemiddeld huishouden legt zonnepanelen op het dak ter grootte van het direct eigen verbruik aan elektriciteit. Hoeveel procent van alle energie die dat huishouden direct en indirect gebruikt is dan verduurzaamd?
A. 5 procent.
2. Stel dat we alle bestaande daken in Nederland zouden vol leggen met zonnepanelen. Hoeveel van het energiegebruik in Nederland wekken we dan op?
D. Veel minder dan we verbruiken.
3. Moet een draagsysteem van een pv-installatie op een woning worden vereffend?
D. Dit hangt af van het type omvormer en of de metalen delen met een bliksemopvanginstallatie zijn verbonden.
4. Een omvormer is vast aangesloten op een afzonderlijke eindgroep in de schakel- en verdeelinrichting. Moet deze eindgroep zijn beveiligd door een aardlekschakelaar Ι∆n 30 mA?
C. Nee, een aardlekschakelaar is niet nodig zolang de foutbescherming door de installatieautomaat of de omvormer is gewaarborgd.
5. Wanneer moet volgens NEN 1010 een pv-installatie op een woning worden voorzien van overspanningsbeveiligingen?
B. Dat is volgens NEN 1010 vereist als de totale lengte van de DC-leiding van het verste punt op het dak tot de omvormer groter is dan circa 38 m.
6. Ter waarschuwing van gevaren voor betrokkenen (onderhoudspersoneel, inspecteurs, hulpdiensten en dergelijk) moet bij aanwezigheid van een pv-systeem een pictogram worden aangebracht bij:
D. Op zowel A, B als C (respectievelijk het voedingspunt, de elektriciteitsmeter (als deze zich niet bij het voedingspunt bevindt), de schakel- en verdeelinrichting waarop het voedingspunt van de omvormer is aangesloten).
7. Op een plat dak van een fabriekshal, voorzien van een daknet van een bliksem-installatie, worden pv-panelen schuin geplaatst. Wat moet er nu gebeuren op het dak tussen deze twee installaties?
B. Bij de panelen moet een vrijstaande opvanger worden geplaatst zodat de pv-panelen in een beschermd gebied komen te liggen, dit in overleg met de ontwerper van de bliksembeveiligingsinstallatie.
8. Welke eis wordt gesteld aan de aansluitkast waarin de DC-leidingen van de strengen worden verbonden?
A. Dit moet een behuizing zijn van dubbel of versterkte isolatie als de spanning U > 120 VDC.
9. Werken poweroptimisers en micro-omvormers op dezelfde manier?
D. Nee, micro-omvormers zetten de gelijkstroom om naar wisselstroom en poweroptimisers niet.
10. Op welke locatie in Nederland zal het
zonnepaneel na 1 jaar het meeste hebben opgewekt? Oriëntatie en hellingshoek zijn bij alle panelen hetzelfde.
C. Middelburg.
11. Welke zonnestroominstallatie zal het beste rendement hebben?
C. Een installatie op een groen dak.
12. Wat is de maximale hoogte dat een plat dak mag worden betreden met een daarvoor geschikte ladder?
C. 10 meter.
13 Wat kun je zeggen over de open klemspanning bij -10 °C?
D. Die is hoger dan de open klemspanning bij 20 °C.
14. Wanneer werd voor het eerst een commercieel zonnepaneel op een dak geïnstalleerd?
A. 1884.
15. Waarvoor is een omvormer met de specificatie: Vdc max = 700 V, Vdc MPP = 333 - 500 V, Idc max = 22 A, Vac nom = 230 V, ƒac nom = 50/60 Hz, Pac nom = 7000 W, Iac nom = 31 A en cos φ = 1, geschikt? Voor het aansluiten van pv-panelen tot een string met een totale openspanning van:
C. Maximaal 700 VDC.
16. De functie van een MPP-tracker in de omvormer is het inregelen van:
B. De maximale spanning-stroom om een optimaal vermogen bij een bepaalde licht-intensiteit te realiseren.
17. Welk paneel heeft de gunstigste positie om een maximaal vermogen te leveren?
Een paneel met een:
A. Tilthoek van 35°, gericht op het zuiden. >
18. Bij het aansluiten van de panelen in een streng moet de polariteit van de spanning worden gemeten. Wat is daarvoor een passend meetinstrument?
B. Een universeelmeter bestand tegen de hoge openspanning.
19. Wie ontdekte het photovoltaic-effect?
A. Alexandre Edmond Becquerel.
20. De hoeveelheid zonne-energie die Nederland per jaar bereikt is meer dan ons jaarlijkse energiegebruik. Hoeveel meer?
C. 40 keer zoveel.
21. Individuele valbeveiliging mag alleen worden gebruikt als de totale beschikbare, vrije hoogte onder het (schuine) werkvlak minimaal
B. 5,0 m bedraagt.
22. Bij het verrichten van spanningsmetingen aan pv-panelen kan de spanning tussen de twee geleiders oplopen tot honderden volts. Welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen?
A. Bij het strippen van de draadisolatie en het aansluiten van connectoren moeten goedgekeurde isolerende handschoenen worden gebruikt.
23. Een pv-paneel is opgebouwd uit 60 cellen. Elke cel heeft een openspanning van circa 0,6 V. Welke stelling is correct?
D. UOC = 36 VDC.
24. Hoeveel MWp is er in 2017 in Nederland aan nieuwe pv-systemen geïnstalleerd?
C. 853 MWp.