Of verlichting 'goed' is of niet, hangt af van vele factoren, vooral parameters als lichtniveau, kleurtemperatuur en kleurweergave. Een gemêleerd pallet aan eisen dus, dat ruime mogelijkheden biedt om fouten te maken waardoor licht juist hinderlijk wordt. Daarbij lijkt de relatieve onbekendheid met led de boventoon te voeren.
Hinderlijk licht is misschien nog wel zwak uitgedrukt. In sommige gevallen is verlichting eenvoudig bloedirritant waarmee het zijn doel – creëren van sfeer, veilig werken, verantwoorde beslissingen nemen, observeren enzovoort – volledig voorbij schiet. Hoe komt dit?
1. Geen lichtberekening
Rob van Heur, bestuurslid van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) en werkzaam bij onafhankelijk onderzoeksinstituut Laborelec: 'Bij nieuwe installaties in nieuwbouwpanden wordt meestal een lichtberekening gemaakt waarmee het verwachte lichtbeeld met software wordt gesimuleerd. Op basis hiervan wordt een keuze gemaakt wat betreft de lichtbronnen en armaturen.'
'Bij renovaties wordt een lichtberekening echter vaak overgeslagen en is het niet ongebruikelijk dat bijvoorbeeld een conventionele tl-buis een-op-een wordt vervangen door een led-tube. Hierdoor kan de fotometrie (de lichtsterkteverdeling van het armatuur) veranderen, en is het goed mogelijk dat de verlichting niet meer aan de eisen voldoet of hinderlijk wordt. Dit is niet alleen afhankelijk van de lichtbron zelf, maar ook van de combinatie armatuur en lichtbron.'
2. Verkeerde gegevens gebruiken
Bij het maken van een lichtberekening is het belangrijk om te werken met de juiste gegevens van een armatuur. Deze zijn opgenomen in het zogeheten fotometrische bestand dat informatie bevat over de uitgestraalde hoeveelheid licht in elke richting. Met het inlezen van dit bestand in de lichtberekeningssoftware vormt het de basis voor de berekening.
Van Heur: 'Wanneer de gegevens niet beschikbaar zijn, bijvoorbeeld bij een renovatie, of niet kloppen, is het lastig een goede lichtberekening te maken. Fabrikanten die hun vak serieus nemen hebben deze bestanden gewoon beschikbaar en vaak staan ze ook al direct in de database van de lichtberekeningssoftware. Bij twijfel is kritisch navragen het beste devies.'
Uitgelicht Een bedrijf met kantoren en een hoog magazijn besloot een belang- rijke stap te maken op het vlak van duurzaamheid door overal ledver- lichting toe te passen. De installatie hiervan was geen probleem, maar het resultaat liet te wensen over. Ondanks een goede luxwaarde op de grond – conform de wet en regel- geving – hadden magazijnmedewerkers moeite met het onderscheiden van de producten in de bovenste stellingen. In de kantoren klaagden de mensen over een sombere sfeer in hun ruimte ondanks het feit dat het lichtniveau op de bureaubladen ruim boven de minimale norm werd gemeten.
Wat ging hier fout? Er was vergeten dat ledverlichting praktisch geen strooilicht heeft in vergelijking met conventionele tl-verlichting. Dit betekent dat de smalle bundeltjes licht wel voldoende licht afgeven op het horizontale vlak (vloer of werkblad), maar dat in het verticale vlak en bovenin de ruimte, het licht ontbreekt. Er zijn wel degelijk normen die het lichtniveau in het verticale vlak beschrijven, maar deze worden vaak vergeten omdat dit niveau bij conventionele lichtbronnen – met ruim strooilicht – eigenlijk altijd in orde is. Uiteindelijk is onder meer de oplossing gevonden in het toepassen van andere armaturen die het licht in verschillende richtingen weerkaatsen
|
3. Ongeschikte kleurtemperatuur kiezen
Hoewel de kleurtemperatuur in de meeste gevallen geen problemen geeft, gaat het toch mis wanneer niet wordt onderkend dat verschillende landen met verschillende kleurtemperaturen werken. Van Heur: 'Zuidelijke, warme landen, hebben bijvoorbeeld een grotere voorkeur voor wat kouder licht omdat een ruimte daarmee behaaglijker aanvoelt. Voor koudere landen geldt het precies andersom.'
De kleurtemperatuur is bovendien belangrijk voor het creëren van een specifieke sfeer. Waar goedkope winkelketens vaak werken met veel, koud licht om mensen te laten opschieten, zijn andere winkels meer gebaat bij een verlichting die gezellig aandoet zodat klanten zo lang mogelijk blijven hangen.
4. Foutief toepassen UGR
Verblinding is – naast te weinig of te veel verlichting – één van de meest gehoorde klachten wanneer het over verlichting gaat. De parameter waarmee een armatuur is te beoordelen op verblinding is de UGR: unified glare rating. Mark Laponder, lid van het kernteam 'indoor' bij NSVV en werkzaam als commercieel manager bij Eszet: 'Dit rekenkundige getal is ooit ontwikkeld op basis van een situatie waarbij een proefpersoon achter zijn bureau zit met zijn ogen op 1,20 m hoogte en 2° schuin naar beneden kijkend. Op dat moment mag hij geen schittering ervaren van de tl-verlichting.'
'De UGR is niet zaligmakend. Ten eerste mag hij niet worden toegepast bij ledverlichting – waarmee het lastig is om op dit moment verblinding door led te voorspellen. Daarnaast zegt de UGR niets over schittering wanneer de persoon in kwestie op een andere manier de ruimte inkijkt.'
Op dit moment wordt er binnen de CIE (international commission on illumination) veel onderzoek gedaan naar nieuwe formules om de UGR te berekenen.
Tekst: ing. M. de Wit-Blok
Fotografie: Industrie