Maart 2012
Het duurzaamste dorp van Nederland
Het moet het duurzaamste dorpje van Nederland worden. Eigenlijk het duurzaamste straatje, want veel groter dan 1.000 m2 zal het Concept House Village (CHV) niet worden. Eind vorige maand werd het eerste concept house in het ‘dorpje’ opgeleverd. Het is het resultaat van een samenwerking tussen het bedrijfsleven en de TU Delft voor een plug&play energieneutraal bouwsysteem voor appartementen.
In de bouwsector is de laatste twintig jaar veel kennis en ervaring opgedaan met duurzaamheid. Spectaculaire resultaten blijken bereikbaar met bouwtechnische maatregelen. Maar, zoveel is inmiddels ook wel duidelijk; de effectiviteit van de maatregelen hangt voor een belangrijk deel af van hoe deze zijn in te passen in het bouwproces, en vooral ook hoe de gebruikers ermee omgaan. Auto’s, computers, fietsen: vrijwel altijd worden de producten voordat ze op de markt komen, uitgebreid getest. ‘Opmerkelijk genoeg is dat bij het duurste product dat we in een mensenleven aanschaffen – een woning – helemaal niet het geval’, vertelt Frank Grootenboer van het Innovatiecentrum Duurzaam Bouwen.
In het Concept House Village (CHV) worden de komende jaren verschillende experimentele prototypen van duurzame woningen ontworpen, gebouwd en uitgebreid getest. Dat gebeurt in samenwerking met studenten van de TU Delft en Hogeschool Rotterdam. ‘Als praktijktoets zullen studenten en bewoners van Heijplaat intrek nemen in de woningen. Het dorp is nu al een internationaal toonaangevend voorbeeld van innovatie in de bouwketen en van duurzame stedelijke ontwikkeling. Deze wijk heeft er straks ook wat aan. Het CHV kan worden gezien als een eerste stap in het streven om van Heijplaat een klimaatneutrale wijk te maken.
RDM-dorp
Het Concept House Village (CHV) ligt in wat ooit het dorp Heijplaat was. De Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM) bouwde de woningen begin vorige eeuw voor haar werknemers. Het merendeel van de woningen is inmiddels eigendom van Stichting Woonbron, maar ze zijn hard toe aan renovatie en Woonbron denkt met het CHV op termijn haar voordeel te doen.
Enkele straatjes met kwalitatief slechte woningen zijn gesloopt om ruimte te bieden aan het bouw- en woonlaboratorium op ware schaalgrootte. Met het initiatief biedt Woonbron bedrijven, onderzoekers en onderwijsinstellingen een uitgelezen kans om in de praktijk de mogelijkheden voor woningbouwinnovaties in bestaand stedelijk gebied te onderzoeken. De verschillende prototypewoningen in CHV worden allemaal ontwikkeld voor de Nederlandse woningmarkt. In principe staan ze er voor vier jaar. Gedurende die jaren vindt de monitoring plaats waarna ze weer worden ontmanteld. Zodoende wordt de gehele levenscyclus van de woningen gesimuleerd.
Grootenboer: ‘Om de innovatie in de bouwketen te versnellen en de effectiviteit te vergroten, is het van belang om ook innovaties in de gebouwde omgeving te testen. Waar loop je bij de realisatie tegenaan? Passen de maatregelen in de dagelijkse routine van de gebruikers? Lokken de maatregelen duurzaam gedrag uit? Op dat soort vragen is eigenlijk nooit een helder antwoord gekomen. Onderzoek is nodig naar de vraag of het samenspel tussen de woning, de voorzieningen en de gebruiker ook daadwerkelijk tot radicale verduurzaming leidt.’
Energieneutrale appartementen
Het appartement dat als eerste in het ‘dorpje’ verrijst, is bedacht door de TU Delft. Het ontwerp gaat uit van verregaande prefab bouwmethoden waarmee een complex kan worden gerealiseerd van zestien op zijn minst energieneutrale appartementen, maar wellicht zelfs energieplus-appartementen. Met een klein dakoppervlakte dat zonlicht vangt, en dit afgezet per vierkante meter vloeroppervlak, is het lastig om appartementsgebouwen energieneutraal te maken. De makers van het prototype in het CHV slaagden daar wel in door toepassing van een zeer hoge isolatiewaarde van de schil. Het dak bijvoorbeeld heeft een Rc-waarde van 9,5 m2K/W en de prefab gevel 5,7 m2K/W. De brede glazen pui die toegang geeft tot de loggia is vervaardigd uit triple glas.
In het consortium dat de eerste woning bouwde, nemen meer dan tien bedrijven en organisaties deel met elk hun eigen inbreng. Zij participeren in het concept niet zozeer uit marketingoverwegingen maar vooral met het doel te leren; om te ontdekken in hoeverre hun producten toepasbaar zijn in het prefab-concept.
De natte cel staat centraal in het bouwconcept van de TU Delft. In dit element zijn alle sanitaire voorzieningen opgenomen en is er een aansluiting voor keuken en witgoed. De woning heeft een gescheiden riolering (zwart, grijs en geel) en douche-wtw. De leidingschacht is zo ontworpen dat hotspots niet aanwezig zijn. Het horizontale en verticale leidingwerk is al in de natte cel opgenomen en kan eenvoudig worden doorgekoppeld. In één middag zijn de appartementen installatietechnisch aan te sluiten.
Voor het prototype ontwikkelde VDM Woningen uit Drachten een lichte, houten constructievloer met een constructiehoogte van 30 cm en een vrije overspanning van 7,20 m. Op de fabriek is de constructievloer voorzien van een geïntegreerde, geïsoleerde zwevende dekvloer met vloerverwarming, een systeem dat VDM Woningen overigens al in de praktijk toepast.
In vijf dagen klaar
In vijf dagen is de hele woning in elkaar gezet en aangesloten, inclusief elektra, water en verwarming. De woning wordt trouwens verwarmd met een warmtepomp van Itho Daalderop die zijn energie haalt uit een gesloten bron. Op het dak van de woningen ligt een dakbedekking met geïntegreerde amorfe zonnecellen. Niko en Unica hebben het Niko Home Control systeem geleverd.
De teruglevering van elektriciteit aan het lichtnet wordt met dit systeem tevens inzichtelijk. Dat de woning op palen staat, is niet het gevolg van een architectonische keuze, maar om te laten zien dat de ‘dozen eenvoudig zijn te stapelen’. Energieneutrale gestapelde woningen zijn in Nederland nog niet eerder vertoond. Een energieneutraal appartementengebouw met meer dan vier bouwlagen zal in de praktijk waarschijnlijk lastig worden vanwege de geringe dakoppervlakte. Het zijn dit soort onzekerheden die met een nauwgezette monitoring de participerende bedrijven meer duidelijkheid moeten geven.
In het CHV zijn nog drie andere plekken gereserveerd voor bedrijvenconsortia. Een van de kavels wordt straks bebouwd door een consortium dat een bouwblok uit prefab beton opricht voor starterswoningen, waarbij de woningen met de ruggen tegen elkaar staan. Positionering en bouwvolume zijn zo ontworpen dat er zo weinig mogelijk warmteverlies optreedt. Een ander consortium heeft ook al belangstelling getoond voor aanwezigheid in het CHV en presenteert binnenkort zijn plannen.
Geen pottenkijkers
‘Een ideale plek om te experimenteren en heel veel kennis op te doen,’ benadrukt Grootenboer. ‘Er is geen Welstandscommissie die meekijkt, het hoeft niet eens een volgens de normen bewoonbaar huis te zijn. Het wordt wel bewoond, maar er is geen instantie die naleving van de bouwregels handhaaft. Het Concept House Village is puur een proeftuin die Woonbron vier jaar lang gratis beschikbaar stelt.’
Tekst en fotografie: Mari van Lieshout