Augustus 2012
'Het lukt E en W niet altijd om optimaal samen te werken'
Eerst waren het vooral de zorg en utiliteitsbouw, daarna de rijke particulieren, nu kruipen domotica-oplossingen dieper de haarvaten van de samenleving in. En dat betekent ook dat de E- en de W-installateur elkaar vaker tegenkomen en moeten samenwerken. Er bestaan echter grote twijfels of beide sectoren wel zelfstandig een groot domoticaproject van de grond kunnen tillen. ‘Nee, daarvoor zijn er nog te veel verschillen tussen beide branches. Systeemintegrators dienen als een soort smeermiddel tussen de disciplines.
De zegeningen van domotica worden onderkend in almaar bredere lagen van de samenleving. Misschien wel een van de meest tastbare bewijzen is de popularisering van de slimme thermostaat, die inmiddels opduikt in de promotie-uitingen van verschillende energie-aanbieders. Toch lag domotica al langer binnen het handbereik van particulieren. In kringen van bovengemiddeld verdienende gezinnen is het nut en het plezier van domotica duidelijk aangetoond (al was het alleen al dankzij elektronische huisbeveiliging). De minder gefortuneerde particulier kan al sinds jaar en dag bij de bouwmarkt terecht voor slimme schakelapparatuur, bijvoorbeeld om lichtpunten in huis met een druk op de knop aan of uit te zetten.
Meer contact
De opkomst van deze elektronische innovaties heeft er ook voor gezorgd dat E- en W-installateurs meer met elkaar van doen kregen. Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld is misschien wel de opkomt van nieuwe energiebronnen, zoals pv-installaties. Aanleg daarvan is de gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de E- als de W-installateur.
Tot zover het goede nieuws. Maar wie zijn oor te luisteren legt in de markt, komt ook signalen tegen dat beide disciplines zo sterk gericht blijven op hun eigen kwaliteiten dat een goede samenwerking nauwelijks van de grond komt. ‘Zelfs wanneer beide disciplines binnen een bedrijf zijn vertegenwoordigd lukt het amper om tot een optimale samenwerking te komen. Ik heb voorbeelden gehoord van E- en W-installateurs binnen hetzelfde bedrijf die zonder aarzelen elkaars leidingen bij nieuwe projecten wegbraken. Installateurs zijn vooral gericht op hun eigen activiteiten; houden weinig rekening met de belangen van anderen. Beide takken van sport gaat het niet lukken om zelfstandig een groot domoticaproject van de grond te tillen. Daarvoor is er onderling nog te weinig ervaring met elkaars installaties en problemen’, constateert Menno Richardson, eigenaar van Van Til Domotica in Alkmaar. Richardson was een van de sprekers tijdens het congres Domotica & Energiemanagement, dat 5 april in Eindhoven werd gehouden. De organisator, Smart Homes, liet daarbij onderwerpen voorbij komen als smart grids, slim omgaan met licht, maar ook het onderwerp ‘Domotica: de koppeling tussen elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties’ stond op het programma. Navraag bij verschillende sprekers leert dat het woord ‘koppeling’ met een kritische blik moet worden gevolgd. Eigenlijk kun je beter spreken, aldus verschillende bronnen, over het ontbreken van koppeling tussen de E- en W-wereld.
Systeemintegrator
Met de opkomst van domotica is er gelijktijdig een compleet nieuwe discipline ontstaan, namelijk die van de systeemintegrator. En die bekleedt in dit verhaal eigen de rol van de spin in het web. De systeemintegrator is de partij die de activiteiten van de E- en W-bedrijven, de opdrachtgever en eindgebruiker coördineert. Zonder systeemintegrator gaat de onderlinge communicatie tussen beide branches erg stroef. Die stelling durft Richardson heus wel aan. Anders gezegd: deze nieuwe specialisatie is ontstaan door het gebrek aan specialisme bij zowel de E- als W-installateurs (of adviseurs en adviesbureaus). Waarom hebben installateurs zich niet als systeemintegrator opgeworpen? Richardson: ‘Nou, het is natuurlijk wel zo dat het gros van de systeemintegrators voortkomt uit de installatiewereld. Veel bedrijven die zich nu systeemintegrator noemen, zijn het initiatief van voormalige E-mensen met een bovengemiddelde belangstelling voor ICT. Verder lijkt het me een logische keuze voor bedrijven om zich te specialiseren. Sterker nog, zelfs binnen het specialisme systeemintegratie zie je toenemende subspecialisme. Er ontstaan integrators die zich specifiek toeleggen op de zorg, of op utiliteits- of woningbouw. Systeemintegratie is niet een discipline die een installatiebedrijf er ‘even’ bij kan doen, je moet daar veel tijd en energie voor vrijmaken.’
Andere vraag dan: systeemintegrators weten jaar na jaar meer omzet te realiseren. Wordt dat door E-installateurs gevoeld als het wegkapen van handel? ‘Op het eerste gezicht wel. Installateurs vragen zich af hoe ze die toegevoegde waarde van systeemintegrators moeten duiden. Tegelijkertijd is het dus mijn overtuiging dat integratoren een duidelijke rol hebben in het projectmanagement. Vooral de grotere installateurs gedragen zich steeds meer als totaalaannemer. Die leggen, bij wijze van spreken, niet zelf de kabelgoten meer aan, dat laten ze doen door de kabelgotenspecialist. Installateurs moeten zich vooral concentreren op datgene waar ze goed in zijn, de overkoepelende rol moeten ze aan de systeemintegrator overlaten.’
Min of meer dezelfde respons valt te beluisteren bij Robert Hendriks, eigenaar van Volt Elektro Groep in Leerdam. ‘Wat je goed moet beseffen in dit verhaal,’ reageert hij, ‘is de vraag wie als proceseigenaar functioneert. Het optuigen van een project heeft niet alleen met de fysieke aanleg van het systeem te maken, maar ook met het proces om tot een goed eindresultaat te komen. Naar mijn smaak is dat de verantwoordelijkheid van de systeemintegrator, die veel kennis heeft opgebouwd over integratie van technische protocollen. De systeemintegrator is als het ware het smeermiddel tussen de E- en de W-installateur.’
Ook aan Hendriks de vraag: wordt de systeemintegrator in de installatiehoek ervaren als een bedreiging, als een partij die omzet wegkaapt? ‘Mijn reactie: schoenmaker blijf bij je leest. De tak van systeemintegrators is ontstaan omdat deze specialisten als geen ander klantgerichte installaties aan de man kunnen brengen. Dat is niet iets wat je er als installatiebedrijf even bij doet, daar is veel kennis en tijd voor vereist. Ik wil zelfs benadrukken dat installateurs juist omzet hebben te danken aan systeemintegrators. Integratoren hebben de belangstelling voor domotica juist extra aangewakkerd. Ook de installatiesector profiteert daarvan. Die krijgt daardoor extra omzet toegespeeld.’
Tekst: Hugo Schrameyer
Fotografie: Linda Kindt, Eric de Vries, Herbert Wiggerman