April 2017
Installatiespots uitgelicht
Als het om verlichting in plafonds gaat zijn er talloze oplossingen mogelijk. Een veelgebruikte mogelijkheid is een combinatie van losse armatuuronderdelen voor verlichtingspots met een afzonderlijke fitting. In de nieuwe NEN 1010 staat waar u bij het plaatsen van spots als installateur op moet letten.
In NEN 1010: 2015 staan geen expliciete situaties en voorbeelden beschreven. Wel zijn er bepalingen waaraan bij het installeren van spots in een plafond moet worden voldaan.
Zo staat bijvoorbeeld in NEN 1010: 2015 , hoofdstuk 1, een aantal fundamentele uitgangspunten beschreven:
• 131.3 De elektrische installatie moet zo zijn ingericht, dat het risico op schade of ontbranding van brandbare materialen door te hoge temperaturen of door elektrische vonken zo klein mogelijk is.
• 132.5 Bij het ontwerp van de installatie moet rekening worden gehouden met de uitwendige invloeden waaraan de installatie wordt blootgesteld (spots in een buitenomgeving of badruimte).
• 133.1 Al het elektrisch materiaal moet voldoen aan de Europese norm (EN) of het harmonisatiedocument (HD) dat hierop van toepassing is. Voor verlichtingsarmaturen is dit de reeks NEN-EN-IEC-60598 (NEN 1010: 2015 , bepaling 559.3).
• 133.2 Al het gekozen elektrisch materieel moet de geschikte eigenschappen hebben in relatie tot de omgeving.
• 134. Al het elektrisch materieel moet worden aangelegd volgens goed vakmanschap, geleverd door deskundig personeel en met het gebruik van de juiste materialen.
Een heel belangrijke bepaling luidt: elektrisch materieel moet worden geïnstalleerd volgens de instructies van de fabrikant van het materieel.
Eisen verlichtingsarmaturen
In NEN 1010: 2015 , deel 422 en deel 559, staan concrete eisen beschreven aan (de installatie van) een verlichtingsarmatuur:
• Verlichtingsarmaturen moeten op voldoende afstand van brandbare materialen worden gehouden. Hierbij moet de informatie van de fabrikant worden toegepast en als deze er niet is, moet minimaal 0,5 m afstand in elke richting worden aangehouden voor lampen tot 100 W.
• Een armatuur waaruit brandbare materialen kunnen loskomen in het geval van een storing, moeten zijn geïnstalleerd met een veiligheidsscherm voor de lamp volgens de instructies van de fabrikant.
• Armaturen die geschikt zijn om te monteren in of op normale brandbare materialen werden in het verleden voorzien van een symbool volgens NEN-EN-IEC 60598-1 (2003). In NEN 1010: 2015 worden nieuwe symbolen gebruikt die zijn gebaseerd op de nieuwe norm voor armaturen
NEN-EN-IEC 60598-1 (2008). Als een van deze symbolen op een verlichtingsarmatuur staat afgebeeld, dan is de armatuur niet geschikt voor montage op normaal brandbare oppervlakten
Hittegevaar
In NEN 1010, deel 559, staat dat bij de keuze van de verlichtingsarmaturen rekening moet worden gehouden met de thermische effecten van straling en convectie op de omgeving. De ontwikkelde warmte hangt uiteraard sterk af van het gekozen lamptype. Zo geeft een ledlamp aanmerkelijk minder warmte dan een halogeenlamp. De fabrikant is daarom verplicht het maximale vermogen te vermelden op de armatuur. Ook moet het nabije materiaal op het installatiepunt en de naaste omgeving bestand zijn tegen de hitte.
De fabrikant beschrijft daarom de minimale vrije ruimte boven een verlichtingsarmatuur bij het inbouwen. Ook het aanstralen van brandbaar materiaal kan tot brand leiden. Daarom staat ook de minimale afstand van de lichtbron tot het te verlichte oppervlak in de armatuur vermeld.
Vinyldraden en leidingen zijn niet bestand tegen de hoge temperaturen van een halogeenlamp. Aan de lampfitting zit daarom een hittebestendige keramische fitting en hittebestendige bedrading. Als deze twee draden loshangen en met een conventionele lasklem worden verbonden aan een vinyl-draad, dan is er een gerede kans dat de draden en/of lasklem de lamp of fitting raken en daarmee oververhit raken.
Fabrikanten leveren daarom bij het product in het algemeen een beugel met daarop een thermisch geschikte lasklem voor een voldoende grote afstand tussen de hete delen en de vinyldraden. Tot slot: let bij het samenstellen van een oplossing uit apart aangeschafte onderdelen goed op compatibiliteit. Installeer dus volgens de gegevens van de fabrikant. Want mocht de montage niet volgens de regels zijn uitgevoerd, dan kan de installateur aansprakelijk worden gesteld voor de schade.
Tekst: Anton Kerkhofs
Fotografie: Industrie
Weet u hoe het zit? In de rubriek HOT Topic in E&W Installatietechniek, tot stand gekomen in samenwerking met de afdeling Techniek & Markt van UNETO-VNI, worden technische vragen van installateurs behandeld. Heeft u ook een technische vraag? Stuur hem dan naar info@ew-installatietechniek.nl.
|