Augustus 2011
Installatiebranche past 3D en BIM schoorvoetend toe
Wie de kranten, tijdschriften en blogs erop naslaat, krijgt het idee dat 3D-CAD en BIM al danig zijn ingeburgerd. Toch leert een rondje langs enkele CAD-leveranciers dat, vooral in de installatiebranche, deze twee onderwerpen nog maar mondjesmaat in de praktijk worden toegepast. Wel is duidelijk dat BIM leeft; lezingen en workshops van leveranciers vinden gretig aftrek.
De BIM Caseweek 2011 kende dit jaar een groter deelnemersveld dan het jaar ervoor. Ook waren er meer belangstellenden dan in 2010. En, afgaand op jurylid Johan de Groot, waren de presentaties en eindresultaten in 2011 een verbeterde versie van de voorgangers. Gewoonlijk zijn vooral architecten actief met BIM. Deze voorsprong is verklaarbaar doordat zij vaak traditiegetrouw het voortouw nemen bij bouwprojecten. Tijdens de jongste beurs Bouw & ICT is de prijs ‘BIM-model van het jaar 2011’ (uitgeschreven door Bouwend Nederland en TNO) unaniem door de jury toegekend aan Veccins 3D voor het project Deventrade. Frits van Enk, algemeen directeur van Veccins 3D: ‘Dit is een waardering voor wat we de laatste vier en een half jaar hebben gedaan. Het is vooral ook een signaal aan de sector. Ik hoor vaak dat de installatiebranche achterblijft met BIM. Dit bewijst dat ook de installatiebranche met hoge kwaliteit actief is op dit gebied.’
Overigens gaat het bij BIM (Building Information Model – Bouw Informatie Model) niet alleen om het model, maar vooral om de manier waarop dit model tot stand is gekomen, dus om de samenwerking binnen de keten. In het juryrapport over Deventrade staat dat Veccins 3D bijzonder praktisch heeft gewerkt met de uitwisselingsstandaard IFC (Industry Foundation Classes). Verschillende partijen binnen een project, zoals aannemer, installatiebureau of architect enzovoort, werken vaak met verschillende CAD-systemen en produceren daardoor datamodellen die van elkaar afwijken. IFC zorgt ervoor dat desondanks tekeningen onderling uitwisselbaar zijn. In de praktijk is het trouwens toch nuttig om aan het begin van een project te testen of er bij die vertaalslag geen gegevens verloren gaan.
Met de prijsvragen en workshops loopt de promotiecampagne op volle toeren. Zo ging bijvoorbeeld Autodesk tijdens ‘Autodesk Live’ in Space Expo te Noordwijk (16 juni) in op BIM en Coins. Dit laatste staat voor ‘constructieve objecten en de integratie van processen en systemen’ en heeft als doelstelling verbetering van werkmethoden- en informatie-uitwisseling bij bouwprojecten.
Content is belangrijk
Hoe staat BIM ervoor in de installatiebranche? En dan niet zo zeer qua techniek, maar over het gebruik ervan in de markt. Ilja Boeije, marketing executive van Stabiplan: ‘Een aantal adviseurs en grote installateurs is in de verkennende fase. Sommigen maken een voorzichtige start met projecten. Na de start krijgen ze te maken met problemen, omdat niet alle content aanwezig is en omdat afspraken onduidelijk zijn.’
Boeije raakt hier een belangrijk punt aan: de content. Daarmee doelt zij op de libraries: objectbibliotheken die algemeen zijn aanvaard, zodat er onderling geen misverstanden ontstaan over de betekenis van een tekening.
Carl-Peter Goossen van Bouwquest en lid van de Revit Gebruikersgroep, laat zien hoe Arkey en ASD bibliotheek samen tot een BIM-model komen. ‘Stel je voor: ik maak een model en gebruik de nieuwe bibliotheek om een sectionaaldeur te kiezen; voor ‘deur’ is een willekeurig elk ander bouwonderdeel in te vullen. De deur moet langs een verhoogd dak meegaan bij het openen, dat is alles wat ik op dat moment vastleg. De bibliotheek geeft me een ‘revit family’ waarmee ik die deur kan plaatsen. Later leg ik nog vast dat de deur is voorzien van ramen en de kleur Ral 7001 krijgt. Bij de uitwerking in de werkvoorbereiding wil de aannemer alles vastleggen om de sectionaaldeur te bestellen. Hij doet dit met een digitale tekening van mij in een pdf, Autocad, Arkey of een ander BIM-programma. Hij gaat naar de bibliotheek en ziet wat ik heb vastgelegd. Vervolgens zal hij dit aanvullen met de maten en specificaties voor de bestelling. Hij kan voor zijn programma het juiste object weer downloaden. De ‘digitale bouwbibliotheek’ gaat dit waarmaken. Dit is BIM pur sang!’
Arie van Kranenburg, directeur van Arkey: ‘De installatiebranche beseft dat 3D en BIM in de toekomst noodzakelijk zijn om als bedrijf te kunnen overleven. Opvallend daarbij is – en dat geldt ook voor andere bouwpartners – dat die notie niet automatisch betekent dat de branche weet wat BIM nu precies is. Het aantal gevallen waarin daadwerkelijk wordt ‘gebimd’ neemt toe, maar is toch nog heel beperkt.’
Adviseurs zijn verder
Het gebruik van 3D-CAD-systemen en BIM zijn niet hetzelfde, maar wel twee handen op één buik. Geen BIM zonder 3D, maar 3D gaat alleen over ‘ontwerpen en tekenen’ en toevoegen van informatie over het ontwerp. Daarentegen gaat bim vooral over de integrale ontwerpprocessen van betrokken partijen bij een project. De afzet van 3D-pakketten door leveranciers zegt indirect wel iets over het gebruik van BIM. Boeije: ‘De 3D-functionaliteit van Stabicad is relevant voor 10 procent van de markt; met name voor het tekenen van technische ruimten en complexe situaties. We verwachten wel dat de vraag naar 3D de komende jaren toeneemt.’
Van Kranenburg: ‘Voor die onderdelen waarbij alleen wordt getekend is 2D nog de regel. Zodra er sprake is van een teken-rekenkoppeling wordt het model in 3D vastgelegd. Maar dat is trouwens niet hetzelfde als een 3D-tekening of een visualisatie. Het hangt echt af van de aard van een project.’
Valt er dan iets te zeggen over de ‘BIM-geaardheid’ van de installatiebranche? Hoe ver is de installateur met BIM? Van Kranenburg: ‘Hij is vaak verder dan hij zelf denkt. In een aantal gevallen wordt BIM als een bedreiging gezien omdat de installateur – en vaak niet alleen hij – vaak geen idee heeft wat hij zich daarbij moet voorstellen. Meestal is het voldoende als hij een IFC-bestand kan aanleveren van zijn installatie, zodat kan worden gecontroleerd of er geen ruimtelijke conflicten zijn. Een gebruiker van Arkey-riolering bijvoorbeeld kan dat met een druk op de knop doen.’
Louise van der Horst, marketing manager bij npq Solutions: ‘Binnen de installatiesector zijn de installatieadviseurs over het algemeen verder dan de installateurs zelf. Dit is logisch, omdat het werken in een BIM-model vanuit de integrale ontwerpgedachte goed aansluit bij de activiteiten van de installatieadviseur.
Voor de uitvoering door de installateur is in veel gevallen gedetailleerdere informatie nodig; bijvoorbeeld om te kunnen prefabriceren. Deze mate van detailvoering is vaak niet opgenomen in het model, waardoor de informatie wordt overgenomen in de daarvoor toegeruste CAD-applicaties. Wij merken daarbij dat veel installateurs momenteel bezig zijn met de inpassing van nieuwe technieken binnen hun organisatie.’
Drempels
Welke drempels zijn er voor een installateur om over te gaan op 3D en vervolgens bim? Van der Horst is daar helder over: ‘Een belangrijke sleutel is niet zozeer de techniek, alswel de mensen die ermee moeten werken. Het 2D-tekenen vergt andere vaardigheden dan 3D-modelleren. Wij hebben de ervaring dat zeer kundige 2D-tekenaars moeite hebben om de overstap te maken naar het modelleren in 3D. Verder brengt de samenwerking in een BIM-project andere taken en verantwoordelijkheden met zich mee. Op het gebied van scholing moet er dus nog veel gebeuren, evenals op het gebied van vastleggen van taken en verantwoordelijkheden. De rol en taken van een modelleur of modelmanager zijn absoluut anders dan die van een traditionele 2D-tekenaar.’
Als het gaat om scholing, kan Ittanex meepraten. Dit adviesbureau voor teken- en ontwerpoplossingen in de bouw- en installatietechniek investeert in lesmaterialen en ondersteuning van docenten bij het ontwerpen met het BIM-programma Autodesk Revit. Dat gebeurt bij de Saxion Hogescholen, Hogeschool InHolland, Hogeschool Utrecht en het Hanze College. Een docent van Ittanex verzorgt in het eerste leerjaar zeven lessen Revit voor de studenten.
Als het gaat om drempels, noemt Boeije de complexiteit van 3D-tekenen en BIM-samenwerking. ‘De engineers hebben vaak niet de benodigde kennis. Daarnaast ontbreekt de content vaak en heeft een andere werkwijze ongewenste gevolgen voor de bedrijfsprocessen.’
Optimale uitwisseling
Wat doen de leveranciers om die drempels te slechten; om het gebruik van 3D en BIM te vergemakkelijken? Van Kranenburg: ‘We proberen de installateurs bewust te maken dat ‘BIM’en’ een digitale vorm van bouwen is en geen tekenen. Als voorbeeld kan worden genoemd dat bij tekenwerk van een riolering vaak wordt gesproken over enkellijns en dubbellijns tekenwerk. Dat doen wij bewust niet. Wij gebruiken al zo’n tien jaar de begrippen leidingtracé/beloop en buizen. Dus we maken het onderscheid tussen de plaats waar de buis komt te liggen en de buis zelf. Hoe een en ander op de tekening verschijnt is resultaat, geen invoer.’
En Stabiplan? ‘Wij leveren Stabicad for Revit: een template en content met materialen van Nederlandse fabrikanten. Wij zetten ons in voor een optimale uitwisseling tussen Stabicad for Autocad en Stabicad for Revit’, antwoord Boeije.
Tot slot Van der Horst: ‘NPQ besteedt veel aandacht aan scholing van engineers en tekenaars. Zowel in de eigen opleidingen als via een samenwerking met de Hogeschool Utrecht in de opleiding Integrated Building and Engineering. Om de overstap qua techniek te verkleinen, zorgt NPQ voor een naadloze uitwisseling tussen de 3D-CAD-applicatie NPQ Techline en Revit Mep met de localisatie NPQ Flexline. Hierbij is dezelfde database met onder andere symbolen en hulpstukken te gebruiken.’
Tekst: Teus Molenaar
Fotografie: Industrie