Januari 2010
Interne beelddistributie houdt Ammerlaan in de winter van de straat
In vrijwel alle grote ijsstadions van de wereld is Wim Ammerlaan inmiddels kind aan huis. Van november tot eind maart reist hij met zijn bedrijf Wim Ammerlaan Antenne- en Elektrotechniek het circus vooruit dat zich voltrekt rond de wedstrijdschaatsers. Schaatstoernooien betekenen werk aan de winkel voor de elektro-technicus. Het is onder meer zijn taak ervoor te zorgen dat journalisten en juryleden hun werk kunnen doen.
Wanneer de internationale sportpers tijdens de grote schaatstoernooien hun commentaarposities opzoeken of de juryleden de beelden nog eens terug willen zien, zal niemand van hen zich realiseren dat het allemaal mogelijk is geworden dankzij Wim Ammerlaan uit Schipluiden. Terwijl de schaatsenrijders nog bezig zijn met de laatste wedstrijdmeters, treft Ammerlaan alweer op een andere locatie de voorbereidingen om de beeldschermen en lichtbakken te installeren voor een volgend groot schaatstoernooi. Een hele lange winter reist de technicus van het ene ijsstadion naar het andere om de interne distributie van het beeldsignaal op orde te brengen of ervoor te zorgen dat het podium straks volgens de eisen van de sponsors wordt verlicht. In de meeste stadions zijn de vaste voorzieningen aan de magere kant. Een paar beeldschermen in de hal, en soms nog wat schermen in een gesponsorde ruimte, maar dan houdt het ook op. Bij elk groot schaatstoernooi moet vrijwel alles telkens weer vanaf niets worden opgebouwd. Wim Ammerlaan Antenne- en Elektrotechniek is zo’n specialistisch bedrijf dat daarvoor zorgt. De internationale schaatsbond heeft de marketingrechten van de toernooien uitbesteed aan Referee Sportsmarketing die op haar beurt weer Ammerlaan inhuurt. En aan Ammerlaan is het uiteindelijk te danken dat de gasten in de viplounge toch de beelden kunnen zien, ook als wedstrijden niet live worden uitgezonden. En hij zorgt er ook voor dat de schaatsers bij de voorbereiding in de fitnessruimte via televisiebeelden op de hoogte kunnen blijven van de prestaties van de concurrentie.
Vertraging
Als het publiek binnenstroomt, is Ammerlaan al dagen aan het slepen geweest met signaalleidingen, voedingskabels of mobiele schakelkasten voor de vele tv-schermen en ledlichtbakken die worden opgesteld. In elk stadion kunnen weer andere voorzieningen nodig zijn. Zoals in Thialf, waar Ammerlaan ervoor zorgde dat de beelden die voor het publiek te zien waren met enige vertraging werden doorgegeven aan de beeldschermen in de ijshal. Waarom? ‘Omdat het publiek steeds de neiging heeft te zwaaien wanneer iemand zichzelf op de schermen ziet. De regisseurs van de sportuitzendingen zijn daar minder van gecharmeerd.’ Inzell, Calgary, Hamar, Salt Lake City, Berlijn… Ammerlaan kent alle stadions. Van elke ijshal, waar hij verwacht terug te komen, maakt hij aantekeningen en legt hij nauwgezet vast hoe hij de installaties heeft gerealiseerd. Daardoor weet hij voor een volgend bezoek snel de weg te vinden in de techniek van het ijsstadion en heeft hij meteen een overzicht van de materialen die hij moet meenemen.‘Bovendien maakt deze administratie het werk voor mezelf en anderen wat makkelijker.’
Auto als magazijn
Het magazijn van Ammerlaan is zo groot als zijn Caddy. Omdat hij meestal goed het ijsstadion kent waar hij aan de slag moet, neemt hij net genoeg materiaal en gereedschappen mee. De volumineuze apparatuur gaat apart in een truck.
Dit jaar begon het seizoen voor hem wel erg vroeg. In augustus reisde hij ter voorbereiding af naar China voor overleg met de producent van de ledlichtbakken. Het geselecteerde prototype vertoonde nog de nodige mankementen en van de gelegenheid is meteen gebruikgemaakt een reeks specificaties te wijzigen, zodat de montage en demontage van de lichtbakken snel en efficiënt kan gebeuren. ‘En dan blijkt het achteraf nog niet allemaal honderd procent te zijn. Snoertjes die korter zijn dan afgesproken, omdat de producent was vergeten dat er ook nog 15 cm snoer in de ledlichtbak nodig is, of de aansturingskabeltjes die niet goed in de trekontlasting van de connector vastgezet zijn. Oké, het is allemaal wel op te lossen. Maar als we niet naar China waren gegaan, hadden we nu tijdens het opbouwen telkens voor grotere problemen gestaan.’ Veel materialen en onderdelen sleept Referee Sportsmarketing van stadion naar stadion. Ter plekke moeten de systemen worden aangesloten met lokale componenten. Als het allemaal niet past, is het in de regel improviseren en vooral een kwestie van het gezonde boerenverstand gebruiken, benadrukt Ammerlaan. Want de onderdelen mogen dan volledig aan de eisen voldoen die ter plaatse van kracht zijn, de veiligheid of ongestoorde werking is soms ver te zoeken.
Nachtmerrie
Een nachtmerrie voor toernooi- of marketingorganisatie is stroomuitval. Vaak ligt de oorzaak simpelweg in het feit dat iedereen naar eigen goeddunken zijn voeding ergens vandaan haalt. ‘Maar stroomuitval door aanspreken van de aardlekbeveiliging, komt ook regelmatig voor,’ zegt Ammerlaan. ‘Alle contactdozen op de paddenstoelen die we zelf gebruiken, hebben elk een eigen 30 mA-aardlekautomaat. We gebruiken expres geen aardlekschakelaar voor meerdere groepen of contactdozen, juist om het risico van stroomuitval klein te houden. Maar vaak zit er ook een 30 mA-aardlekbeveiliging in de verdeelkasten daarvoor. Voor ons werk is 32 A als voeding vaak meer dan genoeg en verder probeer je ook waar mogelijk gebruik te maken van voorzieningen die al in een stadion aanwezig zijn. Dan krijg je al gauw een situatie waar twee 30 mA-aardlekbeveiligingen in serie staan, en dat is een ramp. Bij steeds meer stadions in Europa die nieuw zijn, of verbouwd zijn zie je dat.’
Elk evenement vraagt zijn specifieke voorbereiding. Niettemin is het telkens weer improviseren voor Ammerlaan, omdat het verlanglijstje van de organisatie meestal het laatste moment weer langer is geworden. ‘Het is de kunst bepaalde uitvoeringsproblemen vooraf te onderkennen. Zo’n ledlichtbak bijvoorbeeld. Die werkt op spanningen tussen 100 en 240 V en heeft een vermogen van 80 W. Valt alles mee, zou je kunnen redeneren. Maar om zo’n podium komen er al gauw dertig te liggen. In stadions in Noord-Amerika komen we met een netspanning van 110 V dan waarschijnlijk in de problemen. Dan heb je niet alleen twee groepen nodig, maar vanwege het viermaal zo hoge procentuele spanningsverlies, ook veel dikkere kabels dan in Europa. Als ik alles op het laatste moment zou laten aankomen, gaat het misschien fout. En het hoeft echt niet tot problemen te leiden, want bij al die ijsbanen is er heus wel een mogelijkheid uit een groepenkast 208 of 240 V te halen. Maar als ik het vooraf niet regel, staan de sporters tijdens de huldiging in het donker. En dat kan toch niet de bedoeling zijn.’
Tekst en fotografie: Mari van Lieshout