Mei 2012
Isso 55.1 volgt nieuwe drinkwaterwetgeving
Om legionellose ofwel veteranenziekte te voorkomen heeft de overheid regels gesteld aan leidingwaterinstallaties. Het doel van de regelgeving is om tot legionellaveilig beheerde installaties te komen. De wetgeving is recent aanzienlijk veranderd en diverse onderzoeken hebben geleid tot nieuwe inzichten. Isso-publicatie 55.1, ‘Handleiding legionellapreventie in leidingwater’, is hierop aangepast.
Ook in het nieuwe Drinkwaterbesluit 2011 wordt aan de gebouweigenaar met een ‘prioritaire’ leidingwaterinstallatie de verplichting opgelegd een risicoanalyse uit te voeren en zo nodig een beheersplan met beheersmaatregelen op te stellen.
Onder leidingwater worden hier drinkwater en warm tapwater (en mengwater) verstaan. De aanpassingen van de wettelijke regels ten opzichte van het oude Waterleidingbesluit 2004 betreffen:
- de werkingssfeer van de regeling;
- de verhoging van de grens waarboven ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport, voorheen VROM-Inspectie) moet worden geïnformeerd is verhoogd van 100 naar 1.000 kve/l;
- de regels voor het mogen toepassen van andere technieken dan thermisch beheer (de ladder van I&M);
- de eisen aan de bedrijven die de legionellabeheersplannen schrijven;
- de formulering van aerosolvorming.
De tappunten waar relevante hoeveelheden inadembare aërosolen kunnen worden gevormd, zijn in de nieuwe wetgeving vervangen door simpelweg aerosolvormende tappunten.
Het opstellen van een beheersplan voor een prioritaire installatie is onder de nieuwe wetgeving alleen toevertrouwd aan een bureau of bedrijf dat is gecertificeerd conform Komo BRL 6010 ‘Legionella preventieadvisering voor collectieve leidingwaterinstallaties’ van Stichting KBI. Ook de opbouw en naamgeving van de wetgeving rondom drinkwater en legionellapreventie is gewijzigd:
- de Waterleidingwet is vervangen door de Drinkwaterwet;
- het Waterleidingbesluit is vervangen door het Drinkwaterbesluit;
- het Hoofdstuk III-C uit het Waterleidingbesluit is vervangen door Hoofdstuk 4 in het Drinkwaterbesluit, plus de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater.
Prioritaire installaties
Onder een prioritaire installatie wordt verstaan een collectieve installatie die valt onder hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit 2011. Dat zijn installaties in:
- ziekenhuizen;
- zorginstellingen, zoals revalidatiecentra met overnachting, oncologische en radiotherapeutische instituten, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, herstellingsoorden. En instellingen voor gehandicapten, psychiatrische cliënten, verslaafden, dak- en thuislozen;
- gebouwen met een logiesfunctie, zoals hotels;
- gebouwen voor recreatief nachtverblijf;
- gevangenissen;
- opvangcentra;
- zwembaden;
- campings, jachthavens;
- woningen met bed & breakfast voor meer dan vijf gasten;
- truckstops, benzinestations, wegrestaurants of andere locaties die verband houden met het wegvervoer, met douchefaciliteiten voor openbaar gebruik. De twee laatstgenoemde categorieën zijn nieuw. De categorie individuele zorgwoning is komen te vervallen.
Doel van isso-publicatie 55.1
De doelstelling van Isso-publicatie 55.1 is om de informatie en hulpmiddelen te geven om de wettelijke regels voor legionellapreventie van prioritaire installaties, op een correcte en vooral praktisch uitvoerbare wijze te kunnen nakomen. De handleiding is niet alleen bedoeld voor de watertechnisch adviseurs die beheersplannen opstellen, maar ook voor de ontwerpers, installateurs, onderhoudsbedrijven, controleurs van waterleidingbedrijven, producenten en leveranciers die elk hun eigen rol hebben bij het legionellaveilig realiseren en beheren van leidingwaterinstallaties.
Voor het kunnen uitvoeren van een risicoanalyse en het opstellen van een beheersplan en ook voor het ontwerpen van de installatie en het uitvoeren van de maatregelen is meer vereist dan het aanschaffen en gebruiken van deze handleiding. Een ruime installatietechnische kennis en ervaring, met name op het gebied van leidingwaterinstallaties is vereist. Het betreft specifieke kennis over leidingwaterinstallaties, zoals die staat beschreven in nen 1006 en algemene kennis over bouwkunde en verwarmingsinstallaties. Het diploma ‘Deskundige leidingwaterinstallaties’ van KWR, erkend door UNETO-VNI, is eigenlijk onmisbaar.
In het algemeen kan worden gesteld dat bij een correcte toepassing van Isso-publicatie 55.1 ook wordt voldaan aan de eisen die de wetgeving stelt aan de risicoanalyse en het beheersplan. Hiermee wordt tevens voldaan aan de eisen die in redelijkheid kunnen worden gesteld aan de legionellaveiligheid van leidingwaterinstallaties.
Bij toepassing van andere methoden die niet in deze handleiding zijn beschreven, moet worden aangetoond dat de gekozen oplossingen gelijkwaardig zijn.
Wijzigingen
De belangrijkste wijzigingen in Isso 55.1, naast de aanpassingen aan de nieuwe wetgeving, betreffen:
- Maatregelen bij te hoge concentraties legionella
Bij concentraties boven 1.000 kve/liter ontstaat er besmettingsrisico voor mensen. In deze situatie informeert de eigenaar van de collectieve waterleidinginstallatie onmiddellijk en volledig de inspecteur. De inspecteur van ILT kan bepalen dat de eigenaar de verbruikers terstond en volledig informeert en adviseert over de door hen te nemen maatregelen ter bescherming van hun gezondheid. Bij concentraties boven 1.000 kve/liter is er risico op verdere legionellagroei en moeten maatregelen worden genomen volgens het gegeven werkvoorschrift in Isso 55.1.
- Naverwarming warmwatervoorraadvaten
Aanscherping van de voorziening voor naverwarming van warm water bij seriegeschakelde voorraadvaten, waarbij in het eerste vat (of onder in het vat) een temperatuur onder 60 °C heerst. Deze voorziening moet zo zijn uitgevoerd dat bij storingen of het niet bereiken van de gewenste temperatuur de watervoorziening wordt onderbroken en een storingsmelding volgt. Anders kan een acuut veiligheidsrisico ontstaan.
- Andere technieken dan thermisch beheer
De ladder van VROM kende vier treden. De ladder van I&M kent er nog maar drie.
De toepassing van thermisch, fysisch of fotochemisch beheer of een combinatie van deze beheersvormen is in het nieuwe Drinkwaterbesluit op één lijn gesteld. Het staat de eigenaar van de installatie vrij een keuze te maken uit deze beheerswijzen. Als wordt gekozen voor fysisch of fotochemisch beheer moet dit zijn gecertificeerd op basis van Kiwa beoordelingsrichtlijn k14010-1. Als thermisch, fysisch of fotochemisch beheer redelijkerwijs niet mogelijk is, kan worden gekozen voor elektrochemisch beheer (gecertificeerd conform brl k14010-2). Als elektrochemisch beheer niet kan, is chemisch beheer een optie. Voor de elektrochemisch en chemisch beheer geldt dat moet worden voldaan aan artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Voor het toepassen van elektrochemisch beheer is een schriftelijk en gemotiveerd oordeel van de beoordelaar (BRL 6010-gecertificeerd) vereist.
- Oplevering en ingebruikstelling
Tijdens de realisatie van de leidingwaterinstallatie kan deze vervuild raken en worden besmet met legionella. Dit kan gebeuren via de gebruikte materialen die aan weer en wind zijn blootgesteld, via grond of bouwstof dat in het leidingwerk belandt en via het bouwwater waarmee de installatie wordt gevuld voor de persproef. Dat water blijft meestal in de installatie staan totdat deze wordt opgeleverd. In het algemeen kan worden gesteld dat de leidingwaterinstallatie op het moment van oplevering niet aan elementaire eisen van hygiëne voldoet. In Isso 55.1 is daarom een protocol opgenomen dat bij oplevering en ingebruikstelling moet worden gevolgd ter voorkoming van besmetting.
- Vereenvoudiging opsplitsing in componenten
Bij de risicoanalyse wordt de leidingwaterinstallatie eerst gesplitst in vijf hoofdfuncties (grondstof, drinkwaterinstallatie, warmtapwaterbereiding, warmwaterleidingnet, tappunten)
Vervolgens worden deze verder opgesplitst in genummerde componenten. Met deze opsplitsing wordt een systematische installatiebeschrijving en risicobeschouwing beoogd. Voor leidingen en leidingaftakkingen kan dit tot een woud van nummers en beoordelingen van afzonderlijke leidingdelen leiden. Dit kan weer voor onnodig hoge kosten zorgen. Voor een systematische werkwijze is een vorm van ordening van de componenten vereist. Een van de mogelijkheden hiervoor is die van nummering. Hierbij worden de componenten, beginnend aan de inlaat van de hoofdfunctie en oplopend naar de eindpunten, genummerd en op een rij gezet. De nummering kan aanzienlijk worden vereenvoudigd door vertakkende leidingen met eenzelfde minimumgebruiksintensiteit in ruimten met een vergelijkbaar temperatuurregime als één component aan te merken. In Isso- 55.1 wordt deze verantwoorde vereenvoudiging nader uitgewerkt.
- Voorkomen van hotspots
In de periode tussen 2004 en 2012 zijn er veel nieuw inzichten ontstaan over het voorkomen van ongewenste opwarming van drinkwater door bijvoorbeeld cv-leidingen. Dit is mede te danken aan de rapporten hierover van TNO. De resultaten hiervan zijn al eerder verwerkt tot richtlijnen in Isso/SBR-publicatie 811 en de ‘Checklist hotspots’. Deze richtlijnen zijn overgenomen in de nieuwe Isso-publicatie 55.1.
VERSCHIJNEN VAN ISSO 55.1 De herziene versie van Isso-publicatie 55.1 wordt medio 2012 verwacht. Kort daarna volgt Isso-publicatie 55.2 die handelt over collectieve leidingwaterinstallaties die niet vallen onder hoofdstuk 4 van het drinkwaterbesluit, maar wel onder de Zorgplicht in de drinkwaterwet. Meer informatie: www.isso.nl. ’
|
Tekst: Oscar Nuijten
Fotografie: Industrie