Oktober 2011
Leerlingen helpen school energiezuinig te worden
‘Kan ons schoolgebouw niet energiezuiniger worden?’ Met die vraag stoeide een groep tweedejaars havo-leerlingen van het Ichthus college in Kampen tijdens hun Comeniusproject. Onder leiding van Rik van Altena van DWA onderzochten de scholieren mogelijke energiebesparende maatregelen. De school bleek op dat gebied inderdaad nog wel wat te kunnen verbeteren. Een maatregel is meteen ingevoerd: een tijdschakelaar op de snoepautomaten.
Wat begon als een eenvoudige vraag vanuit de gemeente Kampen, groeide in korte tijd uit tot een project over duurzaamheid en energiebesparende maatregelen. Het balletje ging rollen nadat er vanuit de gemeente een verzoek kwam het Ichtus College in Kampen aan een thermografisch onderzoek te onderwerpen. ‘Prima, maar kunnen we het niet wat breder trekken?’, bedacht docent André IJzerman zich. De docent maakte meteen een koppeling met het Europese Comeniusproject, waarvan het doel is leerlingen en docenten uit verschillende Europese landen samen te brengen door hen vanuit de eenwordingsgedachte gezamenlijk aan projecten te laten werken.
‘Via het Comeniusproject hebben we Europese gelden gekregen voor een gezamenlijk project met scholen in Hongarije, Roemenië en Frankrijk,’ vertelt IJzerman. ‘Het thema is duurzaamheid. Alle deelnemende scholen kiezen een invalshoek en doen onderzoek op dat gebied. Tijdens een startbijeenkomst in Hongarije hebben alle scholen hun onderzoeksvoorstellen gepresenteerd.’ Het Ichtus College koos ervoor het onderwerp dicht bij huis te houden: hoe kunnen we op onze school energie besparen? De leerlingen hadden al wel wat ideeën, maar professioneel onderzoek is andere koek. Want stel dat de school iets zou willen met aanwezigheidssensoren, energiezuinige verlichting of energiemeters? Hoe gebruik je die dan en waar haal je ze vandaan? Samen met Rik Altena van DWA in Rijssen maakten de scholieren een plan voor de verschillende energie en meetonderzoeken.
Aanwezigheidsdetectie
Toen ze er goed over na gingen denken, vonden twee leerlingen het toch wel merkwaardig dat de verlichting onder schooltijd altijd aan is. Ze vonden het, goed beschouwd, ook een beetje vreemd dat je bijvoorbeeld in de toiletten het licht niet achter je uit kunt doen. Deze verlichting is geschakeld met de gangen, waardoor de lampen altijd branden. Spaarlampen weliswaar, maar toch. Om het effect van aanwezigheidsdetectie te meten is een energiemeter in een standaardtoilet geplaatst en in een toilet met aanwezigheidsdetectie. Door aanwezigheidsdetectie te plaatsen kon wel 97 procent worden bespaard, rekenden de leerlingen uit. De school overweegt op basis van de uitslag van het onderzoek te investeren in detectoren in de toiletten. Het is een investering die binnen vier jaar is terugverdiend, de school moet er alleen nog wel de financiële middelen voor vinden.
Nog zo’n gebruik dat de school is binnengeslopen en waarmee eenvoudig een flinke besparing kan worden gerealiseerd: de snoepautomaten. De automaten ston den tot voor kort altijd dag en nacht aan. Onzin, zo concludeerden de leerlingen. Door van een tijdschakelaar gebruik te maken staan de automaten nu vijf dagen per week hooguit acht uur aan. De aanschaf van de tijdschakelaar werd in vier weken terugverdiend.
Ook de kwaliteit van het binnenmilieu is door de havoleerlingen onderzocht. Met twee CO2-loggers werd in hun eigen schoolgebouw (onderbouw) en in de naastgelegen bovenbouw onderzoek gedaan. Het verschil was duidelijk. Het eigen gebouw (de onderbouw) heeft ventilatie en de bovenbouw niet.
Bij debietmetingen in de onderbouw werd per lokaal 800 m3 vastgesteld. Zonder enige moeite werd op basis van Isso 89.1 het binnenmilieu op de onderbouw voorzien van een Aniveau. De bovenbouw kreeg een Cniveau, al moest dit eigenlijk nog lager zijn.
Verlichting
De school maakte al gebruik van HF-verlichting. De leerlingen kregen te horen dat er daarnaast nog een mogelijkheid op school onbenut blijft om op stroom voor verlichting te besparen: namelijk door de armaturen van een nieuw voorschakelapparaat met daglicht sensor en tl5-lampen te voorzien. Met dit concept kan waarschijnlijk 40 procent energie worden bespaard, zo wist Greenfox te melden. Een vertegenwoordiger van het bedrijf kwam de leerlingen op school vertellen hoe het bedrijf erin slaagt voor veel opdrachtgevers een substantiële bijdrage te leveren aan energiebesparing met de aanpassing van bestaande tl-armaturen.
Een onderwerp dat de leerlingen bijzonder wist te boeien betrof het thermografisch onderzoek. Hiervoor hebben zij ‘s ochtends in alle vroegte infraroodfoto’s gemaakt van de school. Het gebouw blijkt goed te zijn geïsoleerd, legde een van de leerlingen als afsluiting van het project haarfijn uit aan het College van B&W. Aan de hand van infraroodbeelden wees hij op enkele kritieke plaatsen. Zo was er vooral bij enkele kolommen sprake van enig warmteverlies.
Wethouder Treep van de gemeente Kampen waardeerde de professionele presentatie en nam dankbaar de adviezen om energie te besparen in ontvangst. In een reactie liet hij weten het project ook in onderwijs kundig opzicht van grote klasse te vinden.’Hier is veel geleerd. Het is een relatief nieuw gebouw, maar toch ontdekken en leren de leerlingen manieren om nog extra te besparen door leuke onderzoeken te doen. Ik vind dat andere scholen in Kampen ook met dit project aan de slag zouden moeten gaan.’
Tekst en fotografie: Mari van Lieshout