Omslag_EW05 600

Nachtwacht blijkt onder led's ineens 'Dagwacht' te zijn

EW-600x400Frans van Houten (links), bestuursvoorzitter van Philips, in gesprek met Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum, over de voortzetting van de samenwerking.

Het is niet minder dan een revolutie in de museale wereld: het gebruik van led’s om kunstwerken aan te lichten. Deze innovatie op het gebied van ledbelichting is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen Philips Lighting en het Rijksmuseum. Nieuwe ledspots zijn bij introductie meteen gericht op een van ’s werelds beroemdste werken: de Nachtwacht. Volgens Philips is met de toegepaste verlichting een nieuwe standaard voor musea geïntroduceerd.

Na eeuwen experimenteren met zonlicht, kaarsen en gloeilampen schijnt er nu nieuw licht op de Nachtwacht, meldt het Rijksmuseum trots. Tot voor kort werd het schilderij, zoals trouwens alle kunstwerken in de musea, verlicht door halogeenspots. In samenwerking met Philips, ‘founder’ van het nieuwe Rijksmuseum, wordt de Nachtwacht sinds enkele maanden voor het eerst met ledverlichting verlicht. De verrassing is groot. Deze moderne lichtbron toont de rijke kleuren van Rembrandt optimaal. De ledtechniek is nu zo ver ontwikkeld dat het Rijksmuseum deze innovatie omarmt en dat op termijn alle werken met led’s worden aangelicht. En dan is niet alleen vanwege economische motieven of om milieuredenen: led’s verbruiken natuurlijk veel minder energie dan conventionele lampen en ze gaan vele jaren langer mee. Nee, de belangrijkste reden dat voor ledverlichting is gekozen, komt voor uit de lichtkwaliteit.

Onjuiste belichting

Over de belichting van Rembrandts wereldberoemde meesterwerk is in het verleden hevig gediscussieerd. Al meteen bij opening van het Rijksmuseum in 1885 waren critici van mening dat het doek door een onjuiste belichting niet goed uit de verf kwam. In 1901 werd een commissie van kunsthistorici en schilders opgericht, die op last van de Nederlandse overheid met een advies moest komen. Besloten werd de Nachtwacht in een nieuwe uitbouw te plaatsen, waar zonlicht het werk van opzij bescheen. Het resultaat was echter niet bevredigend en in 1926 keerde het schilderij terug naar de Nachtwachtzaal, ditmaal op een zijwand getoond.

Bijna zestig jaar heeft het schilderij daar gehangen, tot het in 1984 werd teruggeplaatst op zijn oorspronkelijke plek, aan het eind van de Eregalerij. Sinds 2003, gedurende de verbouwing van het Rijksmuseum, is de Nachtwacht tijdelijk in deze zaal in de Philipsvleugel te bewonderen. De zestien ledspotjes die het beroemde schilderij van Rembrandt verlichten, zijn speciaal ont- worpen voor deze toepassing. ‘Het is een ‘high-end’- oplossing voor een ‘high-end’-product,’ vertelde Frans van Houten, bestuursvoorzitter van van Philips, bij de onthulling van de nieuwe verlichting. De kleurweergave van de ledspots is optimaal en benadert het daglicht. Enthousiast is ook Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum. Volgens Pijbes is het verschil tussen de oude en de nieuwe verlichting opzienbarend. ‘Alsof je je zonnebril afzet. Er zijn nu veel meer details te zien, vooral in de donkere stukken van het schilderij.’

Dagwacht

Het schilderij is zo veel lichter dat het volgens Art Daily bijna geen nachtscène meer lijkt. ‘De veranderingen zijn enorm’, schrijft de gezaghebbende kunstkrant op internet. ‘Details die tot voor kort onopgemerkt waren, zijn nu ineens zichtbaar en de figuren staan tegen een achtergrond van levendige kleuren.’

Wereldwijd staat het schilderij bekend als de Nachtwacht. De officiële naam luidt ‘De compagnie van kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren’. De naam ‘Nachtwacht’ kreeg het werk pas een eeuw later. Rembrandt hield het schilderij tamelijk donker, waardoor hij met lichteffecten de aandacht op bepaalde partijen kon vestigen. Door verkleuring van het vernis werd het schilderij nog veel donkerder, waardoor – misschien wel onterecht – is aangenomen dat het scenario op het schilderij zich ’s nachts afspeelt.

EW-250x260Voor het uitlichten van de Nachtwacht gebruikt het Rijksmuseum een variant van het armatuur Stylei D BR 530.

Intensieve kennisuitwisseling

De museumwereld is tot nu toe terughoudend wat betreft led’s, omdat dit type verlichting niet het juiste kleurenspectrum voor schilderijen zou hebben.  Met de nieuwe ledverlichting zouden die bezwaren nu ruimschoots zijn weggenomen. Philips denkt  zelfs  dat met dit revolutionair nieuwe verlichtingsconcept een nieuwe standaard voor museumverlichting is geïntroduceerd. Het Rijksmuseum is in elk geval al om. De komende jaren zullen op alle kunstwerken specifieke ledverlichting van Philips gericht zijn.

De basis voor de nieuwe ledverlichting vormt een intensieve kennisuitwisseling tussen Philips en het Rijksmuseum over de belichting van kunst en gebouwen. Deze samenwerking fungeert als een hogedruk- pan waarin innovatie van ledverlichting als toepassing voor de belichting van kunst wordt versneld.

‘Vijf jaar geleden hadden we dit nog niet  voor  elkaar gekregen’, vertelt Kim van Rosmalen van Philips Lighting Nederland. ‘Op de eerste plaats was de lichtopbrengst van de led’s toen nog veel lager en was de kwaliteit van het licht nog lang niet op het niveau van de verlichting die we samen met het Rijksmuseum hebben ontwikkeld. Deze verlichting is het resultaat van voortdurende inspanningen van twee partijen waarbij Philips vooral de technische inbreng had en het Rijksmuseum de kunst van het beoordelen, het ervaren van het licht, inbracht. De kennis die het Rijksmuseum op dat terrein heeft, is van onschatbare waarde. In zekere zin mag je stellen dat het museum de ontwikkeling van deze ledverlichting een bepaalde kant op heeft gestuurd. Het resultaat mogen we niet onderschatten.

Doorbraak

Deze ledverlichting is echt een doorbraak. Details die eeuwenlang over het hoofd werden gezien, zijn ineens zichtbaar. Er wordt nu al gezegd dat er nieuwe foto’s van de Nachtwacht nodig zullen zijn.’

De ledverlichting van Philips in het Rijksmuseum is dus een mooie gelegenheid om schilderijen op authentieke wijze te tonen. Maar er zijn meer voordelen. Zo is ledverlichting beter te bundelen en te richten dan conventionele verlichting. Een belangrijk punt is dat de kleurtemperatuur van het licht constant blijft, ook als de lamp wordt gedimd. Een bijkomend voordeel is dat ledverlichting zelf de warmte afvoert, in plaats van deze op het object af te stralen, zoals een halogeenlamp. Dat betekent dus ook dat een kunstwerk minder bloot staat aan stralingswarmte, die de uitgelichte werken kunnen beschadigen. Philips heeft metingen verricht waaruit blijkt dat de temperatuur vlakbij het door led’s verlichte het doek exact gelijk is aan de temperatuur van de omgeving. Bij werken die worden uitgelicht met ‘gangbare’ halogeenlampen is die temperatuur 1,5 °C hoger.

Lange levensduur

Gebruik van ledverlichting is duurzaam, zowel op het gebied van energiebesparing als flexibiliteit wat betreft toepassingsmogelijkheden. Van Rosmalen: ‘De in een museum gebruikelijke halogeenverlichting heeft een beperkte duur. Na zo’n drieduizend  branduren  is het over het algemeen wel over. Dat betekent dat binnen drie jaar telkens weer alle halogeenlampen moeten worden vervangen. Ledverlichting daarentegen gaat zeker twintig jaar mee.’ In de museale wereld moet steeds naar een evenwicht worden gezocht tussen enerzijds een lichtbron die het werk in zijn volle glorie laat uitkomen en anderzijds een verlichting met een zo beperkte mogelijke warmteproductie voor het behoud van het museumstuk. Daglicht zien velen nog steeds als het ideale licht, tenminste zo lang de zon niet schijnt. Een tentoonstellingsruimte waar helder zonlicht en gesluierd licht elkaar afwisselen, is voor een museumdirectie een ware nachtmerrie. De nieuwe ledverlichting is vanwege de constante temperatuur en intensiteit in dat opzicht beter dan zonlicht.

Besparing

Tot op welke hoogte de overschakeling op ledverlichting voor het museum ook een daadwerkelijke besparing oplevert, is op dit moment lastig te zeggen meent Van Rosmalen. ‘Vooral ook omdat we in dit project hebben ingezet op de kwaliteit, op de beleving. Dat  de totale verlichting daarnaast energiezuinig en duurzaam is, was – althans tijdens deze ontwikkelingsfase – van secundair belang. Maar het is duidelijk dat de directe besparingen door het spaarzame elektriciteitsverbruik van led’s erg groot is. Daar staat tegenover dat de investeringen natuurlijk ook groot zijn.’

Blijft staan het  feit  weg  dat  de  ledverlichting  en  het geavanceerde toegepaste lichtregelsysteem van Philips de meest innovatieve verlichting is van het moment en tevens het duurzaamst. Een groot voordeel is dat led’s vanwege de minimale warmteproductie weinig invloed uitoefenen op de ruimtetemperatuur. Als overal in het museum wordt overgestapt op ledverlichting, hoeft er veel minder te worden weggekoeld. Volgens Van Rosmalen biedt deze ‘state-of-art’-oplossing bedieningsmogelijkheden voor onbegrensde flexibiliteit in verlichtingsmogelijkheden.  ’Elke spot in het museum is in principe apart bestuurbaar en te dimmen waarmee er optimale mogelijkheden voor energiebesparing zijn.’

Intensieve samenwerking
De ingebruikname van de nieuwe verlichting markeerde meteen het begin van een intensieve samenwerking tussen Philips en het Rijksmuseum. Philips is al vanaf 2001 als founder betrokken bij de grootste verbouwing, restauratie en vernieuwing in de 126-jarige geschiedenis van het Rijksmuseum. Vanaf 2013 verwacht het Rijksmuseum circa twee miljoen bezoekers te ontvangen. Meer dan het dubbele aantal van vóór de verbouwing. Onderdeel van het founder-contract is voortdurende investering van Philips in innovatieve en duurzame toepassingen van verlichting en lichtconcepten. Daarbij is er misschien nog wel meer dan gebruikelijk volop aandacht voor de invloed van licht op sfeer, effect en beleving. Een logische investering voor een museum omdat authentieke beleving van kunst valt of staat bij eerlijke verlichting.   

 

Tekst: Mari van Lieshout
Fotografie: Industrie