juni 2018
Particuliere vereniging creëert duurzaamheid en installatiewerk
Een minuscuul berichtje in een plaatselijk huis-aan-huis krantje over een coöperatieve
vereniging voor groene energie. Wat schuilt er achter zo’n tweekolommertje
verspreid in een klein vlekje op de kaart van de Zuid-Veluwe? De vereniging,
Vallei-Energie, blijkt een succesvol particulier initiatief om – gesteund door lokale
overheden – nog iets te maken van de internationaal afgesproken energietransitie.
En het levert lokaal veel installatiewerk op.
Nog even en het is 2020. De Nederlandse overheid heeft zich eraan gecommitteerd grote stappen met CO2-reductie te maken. Insiders is het al tijden overduidelijk dat de beoogde doelstelling voor 2020 bij lange na niet wordt gehaald. Nederland loopt in Europa ver achter. Om een inhaalslag te maken, zijn er nu 25 energieloketten ingesteld. Elke gemeente of cluster van gemeenten is verplicht een energieloket te organiseren.
Teun van Roekel ‘is’ zo’n energieloket: ‘Ik ben het energieloket voor de gemeenten in de ‘Foodvalley’; Barneveld, Ede, Wageningen, Rhenen, Veenendaal en Scherpenzeel, aangevuld met Nijkerk. Die gemeenten werken al samen op het gebied van voeding. Als energieloket richt ik me vooral op het energiezuiniger maken van bestaande koopwoningen. Daarmee kan op dit moment vrij snel de CO2-uitstoot worden beperkt. Het gaat om zo’n 80.000 koopwoningen in dit rayon. In 2030 mogen woningen niet meer worden verkocht al ze niet minstens energielabel A hebben, dus er moeten ruwweg 6.000 woningen per jaar worden verbeterd. Ervan uitgaande dat alle nieuwbouw energetisch op niveau worden opgeleverd.’
‘Met 6.000 woningen per jaar gaan installateurs gouden tijden tegemoet. Het verbaast mij dat terwijl ik hele dagen particulieren bijsta om hun woning energiezuiniger te maken, installateurs niet in rijen bij mij op de stoep staan. Ik kijk uit naar installateurs die van de hoed en de rand weten. Dat stroomlijnt het afstemmen van de klussen of de projecten.’
Stapsgewijze aanpak
Van Roekel merkt dat particulieren vooral de voorkeur hebben voor een stapsgewijze aanpak. ‘Ik begrijp dat wel. In een klap je hele woning aan- pakken vergt meestal een stevige investering. Het heeft wel het voordeel dat je kan toewerken naar een all electric-woning. De gasmeter verdwijnt en daarmee ook de vastrechtkosten. De stapsgewijze aanpak maakt het financieel wel beter te behappen. Toch verdient het aanbeveling om een stukje over de financiële reikwijdte heen te kijken. Er is op dit moment een scala aan subsidiemogelijkheden, waardoor terugverdientijden van negen à tien jaar zeer realistisch zijn.’
Van Roekel staat er niet alleen voor in deze titanenstrijd. Elk gemeente heeft een klimaatambtenaar aangesteld en er zijn energiecoaches die bij de wooncorporaties over de vloer komen om de boodschap van energiereductie uit te dragen.
In Barneveld hebben een vijftal ondernemingen een coalitie gesloten waarbij technisch dienstverlener Leertouwer zich actief inzet. Ze werken samen onder de naam ‘Je huis voor morgen’. Het gemeentebestuur ondersteunt de activiteiten.
Zonnepanelen
Ruim vijf jaar geleden hebben een paar groepjes particulieren in de ‘Foodvalley’ het voortouw genomen om actief werk van de energietransitie te maken. De groepjes hebben de krachten gebundeld en zijn samengegaan in de vorm van een coöperatieve vereniging, Vallei-Energie. De vereniging exploiteert nu een gezamenlijke zonnepaneel- installatie op het dak van de brandweerkazerne in Ede. De gemeente Ede ondersteunt dergelijke initiatieven en stelt daken van gemeentelijke gebouwen gratis ter beschikking voor pv-installaties.
Bij Vallei-Energie aangesloten particulieren kunnen in panelen van een project investeren. Ook als de panelen op afstand van de eigen woning zijn aangebracht kunnen particulieren de opgewekte elektriciteit met het eigen gebruik verrekenen. Dit is mogelijk binnen een groep nabijgelegen postcodes: de postcoderoosregeling.
Vallei-Energie is aangesloten bij de Duurzame Energie Unie, een energiebedrijf waarbij inmiddels ruim 25 van dergelijke coöperaties zijn aangesloten. De Unie koopt de opgewekte elektriciteit van een project in en verrekent deze met de particuliere nota’s. Van Roekel: ‘Vallei-Energie ontwikkelt nu een drietal projecten: een sporthal en een gymzaal in Ede en een cultureel centrum in Bennekom. Hierbij worden in totaal 700 pv-panelen geïnstalleerd. Inmiddels is een groot deel van de panelen door deelnemers aangekocht. Bij deelname aan de projecten wordt ook energiebelasting en btw bespaard. Die besparing is voor vijftien jaar door de overheid gegarandeerd. Al met al een lucratieve transactie met een terugverdientijd van minder dan tien jaar. Waar haal je zo’n rendement?’
Aantrekkelijk voordeel
‘Als paddenstoelen schieten ze uit de grond, de particuliere initiatieven om groene energie op te wekken’, vertelt Lex Hoefsloot, coördinator bij Vallei-Energie. Zijn taak is om de gemeenten binnen het cluster ‘Foodvalley’ op een lijn te houden. Als oud-wethouder kent hij zijn pappenheimers in de gemeentelijke organisaties. ‘Met een zetje hier en daar willen bestuurlijke processen soms wat gemakkelijker verlopen. Wij zijn nu in overleg over nog meer pv-projecten.’
Het deelnemen aan een energiecoöperatie biedt een aantrekkelijk voordeel. Hoefsloot rekent voor: ‘Neem een huishouden met een jaargebruik van 3.500 kWh elektriciteit. Wij raden dan aan circa 80 procent zelf op te wekken. Daarvoor zijn ongeveer veertien pv-panelen nodig met een geschatte totale jaarproductie van 3.000 kWh. Deze jaarproductie wordt door het energiebedrijf de Unie ingekocht voor 0,03 à 0,04 euro/ kWh. Een nota aan een particulier omvat de opwekkosten, de distributiekosten, de energiebelasting en de btw. Over het eigen opwekdeel van een particulier paneelbezitter wordt geen energiebelasting en btw berekend. Deze manier van afrekening wordt door de overheid gedurende vijftien jaar gegarandeerd.’
‘Het lijkt me voor installateurs zinvol om in de eigen regio actief te worden. Organiseer een energiecoöperatie en je hebt vijftien jaar – onze projectduur – regelmatig contact met je afnemers.’
De orders vliegen binnen
Het is nauwelijks voor te stellen hoeveelheden werk de komende jaren door de energietransitie op de branche gaan afkomen. Kijk alleen maar naar de 86 miljoen m2 kantoor die in 2030 energielabel A moeten hebben, ruwweg een EPC van 0,4. Er zijn nauwelijks kantoren met een label C of beter. De meeste kantoren zijn label G.
De energietransitie zal de branche nog wel een jaar of twintig intens bezighouden. Om de druk op de ketel te zetten hebben grote banken, zoals ING en ABN-Amro, miljarden euro’s gereserveerd om verbetering van door hen gefinancierd commercieel vastgoed te ondersteunen. Alle exploitanten worden verplicht op korte termijn verbetervoorstellen aan te leveren om hun vastgoed voor 2023 naar label C te tillen. Wie in gebreke blijft brengt de herfinanciering in gevaar. De banken varen wel bij deze operatie. Het onroerend goed stijgt in waarde en is daardoor een deugdelijker onderpand.
Nederland heeft ruim zeven miljoen woningen. De meesten moeten energetisch worden aangepakt. Het einddoel is hier ook label A, een voorwaarde om na 2030 je huis te kunnen verkopen. Of al die woningen nul-op-de-meter gaan worden valt nog te bezien. Als het gas uit de woningen moet verdwijnen moeten er op een andere manier worden verwarmd. Hierbij wordt volop gedacht richting warmtepompen. Kortom, in de komende jaren valt er een hoop werk te verzetten.
Tekst: Bob Verheul
Fotografie Industrie