Juni 2013
Provincie Zeeland is klaar voor de zon
Agentschap NL organiseerde ook dit jaar weer verschillende Solar Tours tijdens de Solar Days van 5 tot 16 mei. K&S nam deel aan een van de tours voor een inspirerend rondje Zeeland langs CO2-neutrale straten, passiefhuisprojecten, een zonnebos en zelfs tot diep in de oceaan. Om optimaal gebruik te maken van de enorme potentie van de zon is het wel verstandig dat ontwikkelaars, architecten, bouwers, installateurs en gemeenten samen optrekken, zo leerde de dag. In Zeeland geven ze het goede voorbeeld.
Zeeland is klaar voor de zon. De zon echter nog niet voor Zeeland, zo leek het op 16 mei, toen een groep van dertig adviseurs, aannemers, installateurs, studenten en vertegenwoordigers van lokale overheden in een bus langs een tiental projecten werden geleid. De Zeeuwen claimen graag dat ze in de zonnigste provincie van Nederland wonen, maar daar was 16 mei geen sprake van. Een deelnemer in het gezelschap vroeg zich af of het geen tijd werd te onderzoeken of we misschien energie uit regen kunnen halen. Het diverse gezelschap dat in de bus was gestapt toonde desalniettemin aan dat 'de zon' zich mag verheugen in een brede belangstelling; ook in het regenachtige Nederland.
Passiefgebouw
Bio Base Europe, dat als innovatie- en opleidingscentrum voor de biogebaseerde economie een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid wil vervullen, vond dat ze met het eigen in 2011 gerealiseerde gebouw niet kon achterblijven qua duurzaamheid, zo vertelde Peter van den Kieboom. 'Het uitgangspunt bij het ontwerp van het passiefgebouw hier in Terneuzen is de toepassing van veel beton. Beton is zeer geschikt voor de thermische accumulatie van warmte en koude. De groene gevelpanelen die het gebouw flink laten opvallen in de industriële omgeving, voldoen aan de strengste eisen qua isolatiewaarde en luchtdichtheid en zorgen voor de isolatie van de betonnen doos. Een warmtepomp met zes bronnen op 100 m diepte zorgt voor verwarming en koeling van het gebouw', vertelt Van den Kieboom. 'Verder hebben we een eigen waterzuiveringsinstallatie, vangen we het regenwater op voor het spoelen van de toiletten, passen we ledverlichting toe daar waar mogelijk en produceren we stroom met ons eigen zonnebos hier op het parkeerterrein. Ons kennis- en trainingscentrum is dus zowel letterlijk als figuurlijk een groen gebouw dat slechts 15 kWh/m2 aan energie gebruikt.' Het 'bos' bestaat uit negen suntracker-palen met elk achttien panelen die meedraaien met de hoogte en de richting van de zon. Volgens Van den Kieboom hebben de panelen een theoretisch rendement dat 40 procent boven een (qua vermogen) gelijksoortig oppervlak aan panelen ligt, maar is voorzichtig met het geven van een terugverdientijd. Die duidelijkheid is uiteindelijk wel nodig om bedrijven over de streep te trekken en ook te investeren in dergelijke palen.
Een CO2-neutrale straat
Aan duidelijkheid en transparantie was zeker aandacht besteed bij een project dat Marsaki in Heinkenszand ontwikkelde voor woningbouwcorporatie R&B Wonen. Het woningbouwproject staat bekend als de tweede CO2-neutrale straat van Nederland. Het projectmanagementbureau uit Goes ontwikkelde een straat met acht eengezinswoningen en acht starterswoningen. CO2-neutraal betekent dat een woning per saldo geen energie gebruikt en daardoor geen CO2-uitstoot. Kenmerkend voor de woningen in de Kruizemuntstraat is de eenvoud. Een verspringend lessenaarsdak zorgt ervoor dat aan de zuidkant meer dakoppervlak beschikbaar is voor een flinke hoeveelheid zonnepanelen en zonnecollectoren. Op de starterswoningen is ruimte voor 16 m2 paneel en 2 m2 collector; op de eengezinswoningen is dat respectievelijk 21 en 4 m2. Zowel het dak, de gevel en de vloer hebben met een isolatielaag van 24 cm een Rc-waarde van 8 die zorgt voor een flinke beperking van de warmtevraag. Met een EPC van 0,12 en 0,06 scoren deze huizen, die overigens ook nog gewoon zijn uitgerust met een gasketel als back-up, heel goed. De woningbouwvereniging geeft aan dat bewoners overigens niet speciaal voor de aankoop van deze woningen kiezen omdát er panelen en collectoren op het dak zitten, maar het ook niet laten. De panelen en collectoren zijn mooi geïntegreerd en maken de straat tot een hele normale straat met betaalbare nieuwbouwwoningen. Voor instappers op de woningmarkt die best graag duurzaam willen wonen, speelt de betaalbaarheid een grote rol. Marsaki was overigens ook betrokken bij de eerste CO2-neutrale straat, een stukje verderop in Grijpskerke (gemeente Veere) waar het Solar Tour-gezelschap ook langs ging. Daar werden in 2011 in samenwerking met woningcorporatie Woonburg twaalf starters- en eengezinswoningen en twee levensloopbestendige woningen in de koopsector en vijf levensloopbestendige huurwoningen gerealiseerd. Tegenover deze woning ontwikkelden de partijen het woonzorgcomplex (WoZoCo) Nimmerdor, dat onderdak biedt aan 23 huur- en zeven koopappartementen, een dorpshuis met theater/gymzaal, een jeugdhonk en een zorgsteunpunt.
Een passief WoZoCo
WoZoCo Nimmerdor werd gerealiseerd volgens de principes van het 'passiefbouwen'. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is het zoveel mogelijk terugdringen van de energievraag, bijvoorbeeld door een hele goede isolatie en bouwkundige oplossingen die zorgen voor zoveel mogelijk zoninval in de winter en zo weinig mogelijk invallend zonlicht in de zomer, bijvoorbeeld door een extra lange dakoverstek. Patrick Harting, die namens Marsaki als projectmanager bij de eerste CO2-neutrale straat was betrokken, benadrukte in een korte presentatie het belang van integraal bouwen bij de realisatie van een passiefhuisproject. 'Als je integraal bouwt en een gezamenlijk doel hebt, kost energievriendelijk bouwen niet méér energie', zo verwoordde hij het bondig. 'In het WoZoCo plaatsten we de ramen zodanig dat zoveel mogelijk zonlicht naar binnen valt. Verder is veel aandacht besteed aan de luchtdichtheid met hoge isolatiewaarden en het voorkomen van koudebruggen, bijvoorbeeld door thermisch loshangende balkons en speciale persroosters in de gevel die in de zomer 's nachts – zonder inbraakrisico – kunnen worden opengezet om het huis eventueel te koelen. Ook heeft het complex losse brievenbussen aan de gevel in plaats van in de deur.'
Indrukwekkende productie
In de minimale energiebehoefte voor de woningen en andere ruimten in het complex wordt voorzien met een elektrische warmtepomp en pv-cellen op het dak. De warmtepomp heeft een beperkt verwarmingsvermogen van 3,25 kW, omdat koeling volgens Harting niet nodig is in deze woningen en er ook geen noodzaak is de bron te regenereren. Op de woningen in de straat liggen veertien tot achttien pv-panelen per woning afhankelijk van de grootte, met een vermogen van 2.860 en 3.760 Wp. Deze geven een jaarlijkse elektriciteitsproductie van 3.400 en 4.200 kWh. De dertig appartementen halen hun elektriciteit uit de gemiddeld vijf panelen per appartement die staan opgesteld op het dak. Op het dak van het dorpshuis/gymzaal staan nog eens 48 panelen. Per appartement wordt op die manier jaarlijks gemiddeld ruim 1.000 kWh opgewekt en ruim 10.000 kWh voor het dorpshuis. Een indrukwekkende productie die Harting toeschrijft aan een combinatie van kwaliteitspanelen, veel zonuren in Zeeland, goede omvormers en goede afstemming tussen bouwkolompartijen; van opdrachtgever, ontwikkelaar, architect en bouwer tot installateur. 'En naast CO2-neutraal zijn de woonlasten ook nog eens blijvend laag en is het comfort in zowel de rijtjeswoningen als de appartementen groot, al zijn de stichtingskosten uiteraard wel hoger. De meerkosten door extra isolatiemaatregelen zijn circa 7.000 euro per woning; de warmtepomp, zonneboiler en vloerverwarming vergt een investering tussen de 15.000 en 25.000 euro per woning en daarnaast andere klimaatcompenserende maatregelen, zoals zon-pv.'
Energie uit de oceaan Tijdens de Solar Tours werden in de bus ook enkele presentaties gehouden. Zo introduceerde Remi Blokker, medeoprichter van Bluerise uit Delft, de Ocean Thermal Energy Conversion techniek (Otec). Blokker gaf direct toe dat dit in Nederland voorlopig nog geen toepasbare techniek is, omdat het natuurkundig principe op basis waarvan deze techniek werkt water nodig heeft waar meer dan 20 °C temperatuurverschil is. 'Misschien dat in sommige hele diepe plassen in de zomer af en toe omstandigheden zijn waaronder we dit ook hier kunnen toepassen. Bijvoorbeeld in de Ouderkerkerplas die nu al wordt gebruikt voor koeling van het amc en in de Nieuwe Meer, die wordt gebruikt voor koeling van onder andere het ING-hoofdkantoor aan de Zuidas. Voorlopig richten we ons op een proefproject voor een energiecentrale in Curaçao, het Ocean Energy Ecopark, die dit jaar moet worden opgeleverd.' Wat is Otec? De techniek werkt volgens Blokker als een soort zonnepaneel. 'Water absorbeert 70 procent van het zonlicht dat op aarde valt, waardoor het wateroppervlakte warmer is dan de diepere zeestromen. Door de temperatuurverschillen kan thermische energie worden opgewekt. Koud en warm water wordt opgepompt naar een centrale die het warmteverschil omzet in elektriciteit. De techniek kan vooral worden ingezet in tropische zeeën, omdat de temperatuurverschillen daar groter zijn.' Het is een kostbare techniek, geeft Blokker toe, want voor het project op Curaçao is een 7 km lange waterpijp nodig voor het oppompen van het zeewater, een investering van 11,5 miljoen euro. Ook zijn er ‘enkele tonnen’ nodig om de bedrijfsvoering draaiende te houden. Daar staat volgens hem tegenover dat met Otec 90 procent op de energierekening wordt bespaard. De besparingen op de airconditioning van het vliegveld maken de bouw ervan mogelijk en rendabel'. Hoewel Blokker vol vertrouwen is over zijn techniek, wordt het een spannend jaar. 'De centrale moet dit jaar af zijn. Op basis van dit project zal duidelijk worden of dit systeem grootschalig kan worden uitgerold. Ik verwacht dat de techniek op den duur kan concurreren met fossiele brandstoffen, waarvan de prijs zal gaan toenemen. De beschikbaarheid van oceaanwater overstijgt namelijk de energiebehoefte van de wereldbevolking.' ’
|
Tekst: Paul Smorenburg
Fotografie: Industrie