april 2017
Solar Trendrapport 2017 vol zonnige vooruitzichten
De zonne-energiesector is in 2016 opnieuw gegroeid. Het afgelopen jaar zijn ruim twee miljoen zonnepanelen geïnstalleerd. Daarmee is het aandeel zonnestroom in de Nederlandse elektriciteitsopwekking toegenomen naar 2 procent. Dit staat te lezen in het Solar Trendrapport 2017, dat recentelijk verscheen. Volgens het rapport is de pv-opmars niet te stuiten.
In het Nationaal Solar Trendrapport 2017 zijn nauwelijks wanklanken te horen. De groei van de zonne-energiesector zorgt niet alleen voor ver- duurzaming van de elektriciteitsopwekking, maar ook voor werkgelegenheid (9.275 banen) en een gezonde omzet (2,5 miljard euro). Ook de staatskas profiteert lekker mee, met jaarlijks 200 miljoen euro aan baten. Hoewel het aandeel zonnestroom in 2016 nog maar 2 procent is van de totale Nederlandse elektriciteitsproductie, is de groei ervan sinds 2010 wel indrukwekkend te noemen. Van een schamele 19 MWp in 2010, is het geïnstalleerd vermogen in- middels gegroeid naar 2.040 MWp. En de steile curve lijkt zich de komende jaren voort te zetten.
Meer grote projecten
Het grootste aandeel van de panelen ligt op de daken van huishoudens, gevolgd door de landbouw. Maar er lijkt een trendbreuk gaande, want afgelopen jaar is, dankzij de SDE+-regeling, ineens een flink aantal bijzondere en grote projecten opgeleverd. Denk bijvoorbeeld aan Zonnepark XXL op het circuit van Assen. Hier plaatsten ABN Amro en de Drentse Energie Organisatie 21.650 modules op de carport van de grootste motorparkeerplaats ter wereld. De branche wordt steeds creatiever in het vinden van ruimte voor de opwekking van zonnestroom. Veruit het grootste project van 2016 was SunPort Delfzijl, dat met ruim 120.000 pv-panelen zo’n 30 MWp produceert. De panelen zijn op 30 ha grond geplaatst, wat overeenkomt met zestig voetbalvelden. En dit jaar zullen meerdere projecten worden opgeleverd die de capaciteit van SunPort Delfzijl zullen overstijgen.
Gunstige groeiscenario's
Nog interessanter dan de feiten en cijfers van afgelopen jaren, zijn de groeiscenario’s in het Solar Trendrapport voor de komende jaren. Over één ding zijn de onderzoekers het in elk geval eens: er is nog ruimte genoeg voor groei. Men verwacht dat het geïnstalleerd zonnevermogen nog dit jaar zal groeien naar 2.650 MWp, maar alleen al op de Nederlandse daken is ruimte voor een vermogen van 70 GWp. En dat kan ook nog worden uitgebreid naar weilanden (50 GWp), wegen en spoorwegen (12 GWp) en bijvoorbeeld binnenwateren (ook 50 GWp). Die laatste vorm van zonne-energieopwekking is in Japan al toegepast en ook in Nederland worden testen uitgevoerd.
Tussen kunnen en daadwerkelijk uitvoeren, zit uiteraard nog wel een wereld van verschil. In het gunstigste groeiscenario dat DNV GL in 2014 presenteerde, stijgt de capaciteit van zon-pv naar 10 GWp in 2023. Dit zou ruim een verviervoudiging zijn van de huidige situatie. Of dit getal daadwerkelijk wordt gehaald, is afhankelijk van vele factoren, zoals stimuleringsmaatregelen, maar ook van de prijs- en rendementsontwikkelingen op de pv-markt. Momenteel wordt ervan uitgegaan dat een gemiddeld pv-systeem een rendement van 16 procent heeft. Het ligt in de lijn der verwachting dat dit rendement de komende jaren zal toenemen. Rendementen van 30 procent of zelfs hoger liggen in het verschiet. De opbrengst van alleen de Nederlandse daken zou in dat geval goed zijn voor een zonnestroomcapaciteit van 130 GWp.
Lichte prijsstijging
Wellicht een minpuntje is dat Nederlandse bedrijven nauwelijks profiteren van de productie van pv-panelen en omvormers. Die markt wordt nog steeds gedomineerd door Azië. Opvallend is wel dat de hegemonie van China het afgelopen jaar is overgenomen door Vietnam. Begin 2016 kwam 63 procent van de pv-panelen uit China om in het najaar te zakken naar 17 procent. De Vietnamezen namen dit marktaandeel over en leverden eind vorig jaar 31 procent van onze pv-panelen.
En minder goed nieuws voor de installatiesector is dat de prijsdaling van de afgelopen jaren op zowel systemen als omvormers, is omgeslagen in een lichte stijging. En dat terwijl de minimum importprijs voor pv-panelen is gedaald van 56 cent naar 46 cent. Er mogen dus goedkopere panelen worden ingevoerd, maar dit is niet terug te zien in de prijzen voor systemen.
Enquête
Dat het er ook de komende jaren gunstig uitziet voor de pv-markt blijkt ook uit de resultaten van de enquête die werd uitgevoerd voor het trendrapport. Hierin werd een honderdtal partijen uit de zonne-energieketen gevraagd naar hun huidige activiteiten en verwachting van de toekomst. De leveranciers vormden het grootste deel van de respondenten, gevolgd door de installateurs, aannemers en systemintegrators.
Niet geheel toevallig vormt zonnestroom voor de partijen die bij het onderzoek waren betrokken het grootste deel van hun omzet. Met 64 procent is die markt het meest dominant. Zonnewarmte en energieopslag stak daar nog schril tegen af met allebei 7 procent. Desondanks was de helft van de organisaties wel bezig met energieopslag. Zeker als de salderingsregeling ooit wordt versoberd of zelfs afgeschaft, zal deze markt steeds interessanter worden. De samenstellers van de enquête bespeurden zelf een aantal trends en ontwikkelingen die ze voorlegden aan de experts uit de branche. Zo ligt het in de lijn der verwachting dat de gemiddelde systeemgrootte van pv blijft toenemen. Nu zon-pv ook in de SDE+-regeling is opgenomen, is het ook voor bedrijven aantrekkelijk te investeren. Men verwacht dat dit grotere projecten worden met grotere oppervlaktes en hogere capaciteit.
Ondanks deze trend, verwacht men de komende vijf jaar nog wel de meeste groei in de gebouwde omgeving. Zowel eigenaren als woningcorporaties kunnen die jaren in elk geval nog gebruik maken van de salderingsregeling. Maar ook de industrie wordt gezien als interessante markt voor pv. Waarschijnlijk is dit ook de meest interessante markt voor de wat grotere projecten.
Men vroeg ook of de zonnesector de komende twee jaar nog nieuwe producten of diensten in het portfolio wilde opnemen. Ook hier kwam energieopslag als beste kandidaat naar voren. Meer dan de helft dacht binnen nu en twee jaar een vorm van energieopslag te kunnen aanbieden aan zijn klanten. De reden hiervoor laat zich raden: de onduidelijkheid over salderen. Dit werd dan ook tot de grootste businessrisico’s gerekend. Zodra de belastingmaategel wordt afgeschaft, wordt het interessant om eigen opgewekte stroom op te slaan in batterijen.
De tweede gewenste uitbreiding in het portfolio is ook redelijk voor de hand liggend: building integrated pv, ofwel zonnestroomsystemen die onderdeel zijn van een gebouw en daardoor een dubbele functie bekleden. Door die dubbele functie, bijvoorbeeld een dak of gevel die stroom opwekt, zijn de systemen relatief goedkoper.
MKB buiten de boot
Wat vooral in de enquête doorklinkt, is het besef dat de stevige opmars van zonnestroom grotendeels te verklaren is door de salderings- en de SDE+-regeling. En daarmee ontstaat ook de angst dat de groei weleens kan stoppen zodra maatregelen versoberen of zelfs stoppen. De branche wil dan ook graag meedenken met de overheid om de overgang van een subsidiegedreven markt naar een die op eigen benen staat, zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Rob Lobregt, voorzitter van de commissie zonne-energie van UNETO-VNI en eigenaar van Solarpower/ Slim Energie, ziet net als zijn branchegenoten dat de salderingsregeling helpt bij het bewustwordingsproces van particulieren. ‘We zullen hoe dan ook moeten overschakelen naar een duurzamere energievoorziening en zonnestroom helpt daarbij. De salderingsregeling geeft particulieren de zekerheid dat ze hun investering binnen een afzienbare tijd kunnen terugverdienen. Tegelijkertijd zijn ze zich daardoor bewust van hun energiegebruik omdat ze productie en consumptie op hun rekening terugzien. De SDE+- regeling zorgt daarbij nog voor een opschaling van de zonnestroomproductie, al is de grootste groei nog altijd in de particuliere markt. De enige sector die in mijn ogen buiten de boot valt, is het mkb. Die zijn net te klein voor de SDE+ en te groot voor salderen. Een nieuw kabinet zou ook die groep een op maat gemaakte stimulering moeten aanbieden.’
Overigens zijn de meeste bedrijven nog redelijk positief over de toekomst van pv in Nederland, ook als de salderingsregeling na 2023 wordt stilgezet. Meer dan 40 procent denkt na die tijd nog steeds voldoende pv-systemen te kunnen verkopen, maar om het aantrekkelijk te maken combineren ze hun aanbod wel met andere technieken. Die nieuwe technieken zijn uiteraard gericht op energieopslag, maar ook zonnewarmte wordt nog steeds als interessante optie genoemd, net als warmtepompen.
Zorgen over veiligheid
Een ander zorgpunt van de zonnebranche is de installatiekwaliteit. Meer dan 70 procent van de ondervraagden was stellig van mening dat er in Nederland onveilige installaties worden opgeleverd. Ook maakt een derde van de respondenten zich zorgen over de veiligheid op het dak. De vraag of een verplichte opleveringskeuring wellicht een oplossing biedt, zaaide verdeeldheid. Hoewel het grootste deel hier wel heil in zag, was men tegelijkertijd bang dat de meerprijs van een keuring de klanten afschrikt.
Lobregt onderschrijft de waarneming dat er nog veel onveilig wordt geïnstalleerd. ‘Ik zie regelmatig pv-panelen op daken liggen waar de kabels los naast hangen. In dat geval zie je nog dat het onveilig is, maar als er geen potentiaalvereffening is toegepast, is dat niet direct zichtbaar, maar wel gevaarlijk. Een goede tussenoplossing is om de pv-systemen in elk geval door een erkend installateur te laten aanleggen. Een erkend installateur weet wat hij doet.’
Tekst: David van Baarle
Fotografie: Industrie