Het complete staalskelet van het  filminstituut  dat  op dit moment in aanbouw is aan de noordoever van het IJ in Amsterdam, is in drie delen geconserveerd en gecoat. Vervolgens is het naar de uiteindelijke locatie getransporteerd, waar het geheel in elkaar is gezet. Het staalskelet vormt de basis voor een 25 m hoog gebouw. Het gebouw heeft een overkraging van maar liefst 30 m.

Ron de Heus, chefmonteur werktuigbouwkunde bij ULC Verwarming uit Utrecht vertelt dat dit gebouw niet alleen wat betreft vormgeving interessant is, maar ook vanuit de installatietechniek bekeken. ‘In dit gebouw is namelijk niets recht. Het pand heeft veel schuine dakvlakken, waardoor alle leidingen, die normaliter horizontaal lopen, scheef zijn. Bovendien moest het leidingwerk zodanig aan de staalconstructie worden opgehangen dat dit akoestisch ontkoppeld was, teneinde trillingen en vibraties in de filmzalen onder alle omstandigheden te voorkomen. Verder heeft de opdrachtgever extreme eisen gesteld met betreffende het geluidsniveau. Zo mochten alle werktuigbouwkundige installaties in het pand maar maximaal 30 dB aan geluid produceren. Daarom is ervoor gekozen het complete gebouw zowel aan de binnen- als buitenzijde te isoleren. Geluid kan zo niet van buiten naar binnen, en omgekeerd. Voor montage en bevestiging van het bovenstaande is samen met Würth gezocht naar oplossingen om aan al deze eisen tegemoet te komen.’

Inrichting

Het Eye filminstituut Nederland krijgt vier nieuwe, ‘state-of-the-art’-filmzalen en een tentoonstellingsruimte van 1.200 m² voor de presentatie van de internationale collectie over het bewegende beeld, vanaf 1895 tot en met vandaag. Eye heeft onder meer een verzameling van maar liefst 37.000 filmtitels, filmgerelateerde collecties zoals filmaffiches, foto’s, scenario’s en publiciteitsdossiers. Ook beschikt het instituut over een van de grootste filmbibliotheken van Europa met ruim twintigduizend boeken, zo’n tweeduizend internationale filmtijdschriften, een knipselarchief en multimedia met informatie over film en filmgeschiedenis. Het nieuwe gebouw kan straks zestienhonderd bezoekers tegelijkertijd ontvangen.

‘We zijn begonnen met de aanleg van het leidingwerk in de fundering’, zo vertelt de Heus. ‘Na plaatsing van de staalconstructie hebben we ruim driehonderd speciale balkklemmen op de staalconstructie bevestigd, omdat bevestiging aan het dak niet was toegestaan. Door de balkklemmen zijn vervolgens tientallen meters rails geleid, waaraan de leidingen voor de sprinklerinstallatie, de hemelwaterafvoer, de vuilwaterafvoer en de luchtkanalen konden worden gemonteerd’. Op de technische bouwlaag, tussen het dak van het gebouw en het plafond, staat ongeveer 80 procent van alle benodigde elektrische en werktuigbouwkundige installaties opgesteld. De Heus: ‘Zo staan er voor de toe- en afvoer van verse lucht naar de filmzalen, de expositieruimtes, de keuken en de kantoren maar liefst elf luchtbehandelingskasten (lbk’s) opgesteld. Voor koeling en verwarming van de kantoren en de mediatheek wordt gebruikgemaakt van betonkernactivering. Het gebouw is aangesloten op de stadsverwarming. Voor de betonkernactivering is zo’n 10 km leiding in de vloer gelegd. Het op temperatuur houden van de kantoorruimten en het opwarmen en koelen van de betonnen muren in de winter, respectievelijk zomer, gebeurt met zogeheten DID-units. Dit is een klimaatsysteem waarbij constant koude lucht door de leidingen stroomt. De omgevingstemperatuur wordt met deze units op een vooraf ingestelde temperatuur gehouden door de lucht voortdurend langs de elementen van de units te blazen. Voor de montage van bovengenoemde apparatuur heeft Würth Nederland tienduizenden bevestigings- en montagematerialen geleverd. Materialen variërend van ophangsystemen tot beugels, balkklemmen en diverse soorten ankers.