EW10 cover 600
April 2010

Veel VVE's ontwetend over condensproblemen in rookgasafvoeren

Rookgasafvoer-600x400

Vele duizenden collectieve rook- en ventilatiekanalen zijn niet geschikt voor de afvoer van rookgassen van hr-ketels. Vooral kleine, autonoom opererende Verenigingen van Eigenaren (VVE’s) weten niets of te weinig over hun bestaande collectieve rookgasafvoer en de mogelijke ongeschiktheid voor hr-ketels. Uneto-VNI waarschuwt hen.

Compleet doorgeroeste rookgasafvoeren en eigenaren van aangesloten hr-ketels die nog van niets weten. Dit probleem doet zich voornamelijk voor bij collectieve rookgasafvoersystemen die zijn gecombineerd met ventilatiekanalen voor ventilatielucht uit keukens, badkamers en toiletten.

Spiraalpijp

De spiraalpijp is ongeveer 25 jaar geleden geïntroduceerd in de gestapelde woningbouw. Het betreft een eenvoudig ventilatiekanaal dat toentertijd tegen relatief lage kosten kon worden aangebracht. Met een centrale ventilator op het dak, die voor een constante afzuiging zorgde, werd zowel de rookgasafvoer van de cv-ketels als de woningventilatie geborgd. De systemen zijn vaak aangebracht in complexen waarvan de bewoners lid zijn van een Vereniging van Eigenaren (VvE).

Het systeem functioneert nog steeds prima, maar kent één belangrijke beperking: het is uitsluitend bedoeld voor de aansluiting op ketels met droge rookgassen. Ketels die dus geen condens veroorzaken in het rookgaskanaal. De systemen die meteen na de introductie van de spiraalpijp zijn geïnstalleerd, zijn inmiddels gedateerd en lopen tegen het eind van hun technische levensduur. Vele systemen zijn echter versneld aan hun einde gekomen, door ondeskundige aansluiting van hr-ketels. In het ergste geval viel de buis hierdoor volledig ten prooi aan oxidatie.

VvE Belang, de belangenorganisatie van eigenaren van flats, is op de hoogte van het probleem. Bij deze organisatie zijn vooral die VvE’s aangesloten die het beheer en onderhoud professioneel uitbesteden. Maar daarnaast kent Nederland nog vele, volledig autonoom opererende VVE’s. En die verenigingen bestaan volgens Fred Vos, beleidsmedewerker klimaattechniek van Uneto-VNI, vooral uit welwillende en goedbedoelende consumenten met weinig technische kennis.

‘Een installateur die bij een lid van een dergelijke VVE terechtkomt voor plaatsing van een hr-ketel, zal de eigenaar moeten wijzen op de noodzaak van een nieuw rookgasafvoerkanaal. Een serieus en vakbekwaam installateur kent de beperkingen van dit systeem en de veiligheidsvoorschriften. Die zal ook pertinent weigeren een hr-ketel aan te sluiten op een ongeschikt kanaal. Als de opdrachtgever niet tegelijk de rookgasafvoer wil vervangen, kan de installateur nog adviseren opnieuw voor een conventionele ketel te kiezen.’ De praktijk wijst volgens Vos echter uit dat flateigenaren net zolang zoeken tot ze een bedrijf vinden dat wel bereid is de hr-ketel aan te sluiten op een collectieve rookgasafvoer. ‘Vandaar onze waarschuwing aan het adres van de VVE’s.’

Natte schoorstenen

De situatie zoals Vos die schetst, wordt bevestigd door Linda Velzel, directeur van Velzel VVE Diensten. Dit Amsterdamse kantoor behartigt de belangen van circa vierhonderd Verenigingen van Eigenaren, waaronder vele VVE's in de Amsterdamse binnenstad. ‘Ik heb met grote regelmaat te maken met VVE’s die klagen over natte schoorstenen. Voor de rookgasafvoeren van de laagrenderende ketels is in het verleden gebruikgemaakt van de bouwkundige schoorsteenkanalen, kanalen waar vroeger olie- en kolenhaarden op werden aangesloten. Dat is altijd goed gegaan, totdat de bewoners overstapten op hr-ketels. Na verloop van tijd ontstonden daardoor klachten over vochtdoorslag in de woon- en slaapkamers.’

De bewoners waren volgens Velzel niet bekend met de risico’s die aansluiting van een hr-ketel op een collectief rookgasafvoerkanaal met zich meebrengt. ‘Ik weet ook niet of het installatiebedrijf – als de bewoners al een installateur hebben ingeschakeld – de eigenaren vooraf heeft geïnformeerd over de noodzakelijke aanpassingen in het rookgasafvoersysteem. Wij wijzen VVE’s geregeld op dit risico, maar niet alle verenigingen zijn even actief. Bovendien weten veel individuele eigenaren wel 'een mannetje' te vinden die de ketel vervangt als de installateur dat uit het oogpunt van veiligheid weigert te doen.’

Hoe groot de ontstane problemen ook kunnen zijn, ze zijn wel oplosbaar. Voor welke oplossing de installateur kiest, hangt af van de situatie. Een half CLV-systeem (combinatie luchttoevoerverbrandingsafvoer) is in de meeste gevallen het eenvoudigst te realiseren. De verbrandingslucht wordt aangevoerd via een buis door de gevel. Met dit systeem is er maar één gemeenschappelijke afvoerleiding nodig, terwijl voor de luchttoevoer met korte leidingen kan worden volstaan.

Burgerhout

Een van de oplossingen waarover de installatiemarkt kan beschikken, is het Multiflex-systeem van Burgerhout uit Assen. Het is speciaal ontwikkeld voor de renovatie van rookgasafvoeren in de gestapelde bouw, alle rookgasafvoeren kunnen op een gezamenlijk kanaal worden aangesloten.

Op dit moment wordt het Multiflex-systeem volgens de fabrikant toegepast bij een groot renovatieproject in Zaanstad. En dat kan bijzonder snel en effectief, zo bewijst de praktijk. Twee monteurs kunnen met dit systeem in een dag diverse woningen onderhanden nemen. De arbeidskosten voor de installatie van het systeem zijn mede laag doordat bij vervanging van de rookgasafvoer hak- en breekwerk niet nodig is.

Vooraf inspecteren
Een hr-ketel zet een brandstof om in warmte, in rookgassen zit altijd waterdamp. Door de rookgassen ver terug te koelen condenseert deze waterdamp. De daarbij vrijkomende warmte wordt eveneens gebruikt. Het is extra warmte die ten goede komt aan het verwarmingssysteem. Maar het condensatieproces heeft ook een schaduwzijde. Uneto-VNI adviseert VvE’s hun collectieve rookgasafvoersystemen inwendig te laten inspecteren met een speciale camera. Deze brengt de conditie en tegelijk ook de mogelijke vervuiling in kaart. Op basis daarvan kan een plan van aanpak worden gemaakt voor de renovatie van het CLV-systeem om dit geschikt te maken voor toepassing van hr-ketels. ’   

Multiflex is te rangschikken onder de half-CLV-systemen. De ketel haalt hierbij de benodigde lucht voor de verbranding uit de schachtruimte. De flexibele dubbelwandige buis heeft een diameter van 130 mm en voert alleen de rookgassen af. ‘De kunststofbuis is in elke be- staande schacht aan te brengen, mits daar uiteraard ruimte voor is’, vertelt Dick Paans van Burgerhout. ‘Vanuit de hoofdbuis van 130 mm kunnen met speciale hulpstukken aftakkingen worden  gemaakt  naar  60 mm. De buis gaat door de muur en mondt uit in een concentrische aansluitplaat op de schacht. Door de concentrische aansluiting hoeft geen aparte luchttoevoer te worden gerealiseerd. Het T-stuk is zo geconstrueerd dat het condenswater via de hr-ketel wordt afgevoerd. Dat maakt het Multiflex-systeem tegelijk ook onderhoudsvrij, inspecties kunnen zo achterwege blijven.'
Met Multiflex bedient Burgerhout de markt met een compleet systeem dat alle vereiste schachtaansluitingen en koppelstukken bezit. De verschillende onderdelen zitten met klikverbindingen aan elkaar en het bedrijf garandeert dat ze trekvast en gasdicht zijn. Installateurs die het systeem willen gebruiken, moeten wel vooraf even in overleg treden met de ketelfabrikant. Deze moet namelijk het maximum aantal ketels aangeven dat op het collectieve kanaal mag worden aangesloten. Met zes ketels is het maximum doorgaans wel bereikt. Burgerhout legt de verantwoordelijkheid hiervoor nadrukkelijk neer bij de ketelfabrikanten. Een andere voorwaarde voor aansluiting op het Multiflex-systeem is dat ketels moeten zijn voorzien van een terugslagklep.

Overdruk

Condens in afvoergassen is niet het enige probleem bij de bestaande kanalen. De meeste collectieve CLV-systemen zijn gebaseerd op het onderdrukprincipe. Thermische trek moet leiden tot onderdruk, zodat rookgassen niet van de ene ketel naar de andere kunnen terugstromen. In theorie bestaat die kans namelijk wanneer een van de ketels die op het collectieve kanaal zijn aangesloten, buiten bedrijf is.

Nefit toont aan dat er wel een passende en storingsvrije oplossing voorhanden is. De fabrikant noemt dit het overdruk-CLV-systeem. Dit systeem is gebaseerd op de stuwende druk van een ingebouwde ventilator in de hr-ketel. Het afvoerkanaal hoeft hierdoor geen grote diameter te hebben, zelfs niet bij hoge gebouwen tot twintig verdiepingen, zo laat de fabrikant weten. Hak- en breekwerk is bij toepassing van het overdruk-CLV-systeem dus niet nodig. Vaak kan in de bestaande schacht worden volstaan met het aanbrengen van een nieuwe leiding.

De nieuwe ProLine hr-ketel van Nefit is momenteel de enige hr-ketel die officieel is gecertificeerd voor deze toepassing. Dat is volgens de fabrikant mede te danken aan een standaard geïntegreerde terugslagklep in het toestel. Deze sluit terugstroming van rookgassen uit. De montage van een extra klep in het rookgasafvoerkanaal is hierdoor niet nodig. Maar zo exclusief als Nefit de oplossing voor zichzelf opeist, is deze niet helemaal. Ook de andere grote ketelfabrikanten voorzien hun ketels tegenwoordig van een terugslagklep. Niet allemaal, en zeker niet allemaal standaard. Maar de grote merken kunnen zeker ketels leveren die geschikt zijn voor rookgasafvoersystemen op basis van overdruk.

CRB-systeem

Aanbrengen van de noodzakelijke bouwkundige aanpassingen die nodig zijn bij de overstap op hr-ketels, kan behoorlijk in de papieren lopen. Sommige corporaties kiezen daarom voor een CRB-systeem (collectieve rookgasafvoer buiten), een rookgasafvoer die wordt aangesloten op een geïsoleerd verticaal kanaal op de buitengevel. De rookgassen worden boven het dak uitgeblazen en de verbrandingsluchttoevoer wordt aangesloten op de gevel.

Het CRB-systeem is een variant op het CLV-systeem. Bij een CRB-systeem bestaat het risico dat ’s winters het condenswater uit de rookgassen bevriest, waardoor het systeem verstopt kan raken. Daarom worden bij een buitenopstelling van het kanaal de verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer bij voorkeur gescheiden.

Tekst en fotografie: Mari van Lieshout