Oktober 2020
Voor Pampus ligt autarkie in het vooruitzicht
Opvallend werk
Forteiland Pampus wordt volledig zelfvoorzienend op het gebied van water en energie. Deze zomer is op het eiland voor de kust bij Muiden al de eerste stap gezet met de ingebruikname van een innovatieve biovergister. Die levert dagelijks zo'n 9 kuub biogas op; genoeg om de keuken op te laten draaien.
Pampus werd in 1996 als Unesco-werelderfgoed aangemerkt. Een eeuw eerder was het eiland het sluitstuk van de Stelling van Amsterdam, een 135 kilometer lange verdedigingslinie van forten. Ruim tweehonderd soldaten moesten op Pampus zonder hulp van buitenaf langdurig gelegerd kunnen worden om de hoofdstad te beschermen tegen aanvallen vanaf de Zuiderzee. Technische innovaties moeten het eiland straks opnieuw zelfvoorzienend maken.
Energieneutraal
Eind volgend jaar begint de bouw van een nieuw entreegebouw. Het wordt volledig energieneutraal. Van het gebouw zullen alleen nog het brede voorplein en de glazen gevel te zien zijn, de rest blijft verborgen onder een aarden wal. Er is nooit een elektriciteitskabel naar de wal aangelegd. Pampus produceerde zijn eigen energie met dieselaggregaten, waarvoor boten regelmatig tonnen fossiele brandstof aanleveren. Op de plek waar vroeger de voorraad kolen lag om het fort warm te stoken, komt straks een zonneveld. Twee windturbines ernaast zorgen voor extra stroom. Ook komt er zonnefolie op de twee koepels van het fort, die - nadat de Duitse bezetters de oorspronkelijke koepels sloopten - relatief recent zijn toegevoegd. Daardoor vallen de koepels niet onder het Werelderfgoed, en kunnen er dus aanpassingen worden gemaakt. De duurzame energie moet genoeg zijn om de stroombehoefte van het fort te vervullen. Warmte is in het fort niet nodig en voor het paviljoen zal straks weinig warmte nodig zijn omdat het dankzij de aarden wal over een goede isolatie beschikt. De benodigde warmte zal worden geleverd door een warmtepomp.
Biovergister
Als er een dag minder elektriciteit is opgewekt, kan de nieuwe biovergister van de start-up Circ uitkomst bieden. De vergister maakt met 30 kilo gft-afval 9 kuub biogas, waarop in de restaurantkeuken wordt gekookt. Als er een dag minder gas nodig is, kan het opgeslagen worden in tanks voor dagen dat er minder zonne- of windenergie is. Het gas uit de biovergister moet in principe genoeg zijn voor de verwarming van het bezoekerscentrum en de restaurantkeuken. Het apparaat vermaalt eerst het bioafval en begint dan met vergisten. Dat gaat snel: binnen een dag verwerkt hij 30 tot 50 kilo. De gasproductie kan daarmee oplopen tot 15 kuub. Als bijproduct komt er zo’n 30 liter plantenvoeding uit. De vergister blijkt het best te presteren bij het verwerken van een mooie mix van bioafval. Volgens Rogier Bos van Circ duurt het tussen de drie en zeven jaar om de investering terug te verdienen, afhankelijk van de prijsstijging van gas. Maar de besparing op geld en CO2 begint al als de boot het afval niet meer hoeft mee te nemen. ‘Dit apparaat is het begin van een nieuwe generatie biovergisters’, zegt Bos. ‘Het algoritme meet wat er ingaat en uitkomt, en die kennis delen de verschillende vergisters die we maken met elkaar in de cloud. Net als Tesla’s leren ze van elkaar.’ Circ werkt volgens Bos ook aan kleinere modellen. ‘Straks moet er een vergister zijn die bij jou thuis in het keukenkastje past.’ De toegepaste techniek van Circ is inmiddels beproefd; zo levert een biovergister bijvoorbeeld ook de brandstof voor de verwarming en warmwatervoorziening van het sportershotel op Papendal.
‘Spannend’
De energielevering en –vraag op Pampus is een voorbeeld van een gesloten cirkel die het eiland zelfvoorzienend maakt. ‘De dagelijkse hoeveelheid gft-afval uit het restaurant moet genoeg gas opleveren om een dag te koken,’ schat Tom van Nouhuys, directeur van de stichting Forteiland Pampus. ‘We gaan naar een aanbodgedreven systeem. Dat is nieuw en spannend, zeker met het restaurant erbij. Maar ik denk dat het ons kan lukken, ook al zal het misschien betekenen dat je even geen bitterballen kunt bestellen omdat een frituurpan op dat moment te veel elektriciteit vraagt.’ De volgende stap in de verduurzaming van het eiland Pampus is het installeren van een nieuwe waterinstallatie. Van Nouhuys: ‘We gaan net als vroeger ons eigen drinkwater winnen. Destijds deden ze dat met regenwater en een grindfilter, nu gaan we dat doen met een ‘watermaker’. Met een innovatieve filtering van zand, een nanofilter én een uv-filter maken we van het IJsselmeerwater drinkwater. En dan kunnen we de dagelijkse bevoorrading met een schip ook weer schrappen.’
Tekst: Mari van Lieshout
Fotografie: Paul de Ruiter Architects en Rien de Jager