Januari 2010
Warmtepompen kunnen niet zonder ketenintegratie
Tot op heden installeerde Giesbers & Van der Graaf al circa tweeduizend warmtepompsystemen via het zogenoemde Vendu-concept. Binnen dit concept werkt het installatiebedrijf samen met de Nederlandse fabrikant Itho. Gezamenlijk hanteren de twee bedrijven een aanpak waarbij zij niet alleen de engineering en installatie verzorgen, maar ook de exploitatie en het onderhoud van het warmtepompsysteem voor een periode van 25 jaar.
‘Toen wij eind jaren negentig merkten dat warmtepompen een serieuze techniek voor de woningbouw zou worden, besloten wij ons daar intensief in te gaan verdiepen. Wij zijn van oudsher een installatiebedrijf dat zich primair richt op verwarmingsinstallaties voor woningen. De komst van de warmtepomp betekende dus een wezenlijke, nieuwe ontwikkeling in onze markt’, vertelt René Giesbers, die samen met twee broers en een zus de leiding heeft van het installatiebedrijf Giesbers & Van der Graaf. ‘We zijn begonnen met enkele proefprojecten, maar we hebben ook al snel een adviescentrum in Rotterdam-Zuid opgezet waarin we een complete woning met warmtepomp hebben nagebouwd. Daar konden we de typische eigenschappen van een warmtepompinstallatie bestuderen en ontstond ook onze filosofie dat we voor warmtepompinstallaties naar ketenintegratie toe moeten. Alleen met een vast concept en met vaste leveranciers kunnen we de kwaliteit garanderen die voor warmtepompinstallaties noodzakelijk is. Bovendien moeten wij bij opdrachtgevers in een vroegtijdig stadium een totaalconcept aanbieden, zodat zij vanaf het eerste ontwerp van de woningen met de komst van deze installatie rekening kunnen houden.’
Samenhangend pakket
Het Vendu-concept, zoals Giesbers & Van der Graaf en hun partner Itho dat aanbieden, gaat veel verder dan plaatsing van een warmtepomp en de aansluiting ervan op een bronsysteem. Het totale pakket omvat een breed scala aan maatregelen die allemaal met elkaar samenhangen. Bovendien wilden de installateurs en de ketelfabrikant hun afnemers een woning met meerwaarde bieden. Dit resulteerde in woningen met een EPC van 0,5 en in elke woning een individuele warmtepomp, zonder hulp- of bijstook van een cv-ketel.
‘Wij gaan uit van het ‘all electric’-concept. Elke woning, of het nu grondgebonden woningen of appartementen zijn, krijgt haar eigen warmtepomp. Een grondgebonden woning sluiten we aan op een eigen, gesloten bodemwisselaar en voor de collectieve woongebouwen laten we een collectief bronsysteem aanleggen, waarna de warmtepomp in elke woning op een aftakking van dit collectieve bronsysteem wordt aangesloten. Wij hebben namelijk gemerkt dat mensen, als zij mogen kiezen, helemaal niet van een collectieve warmtepompinstallatie zijn gediend’, zegt Giesbers. ‘Het voordeel van ons systeem is tevens dat iedere bewoner zelf kan kiezen bij welk energiebedrijf hij zijn energie inkoopt. Er is dus geen gedwongen winkelnering. Naast de warmtepomp en de gesloten bron krijgt elke woning een gebalanceerd of een vraaggestuurd ventilatiesysteem, het zogeheten demand-flowventilatiesysteem. Daarnaast werken wij met hoge isolatie-waarden en, afhankelijk van het type woning, enkele aanvullende maatregelen die kunnen bestaan uit bijvoorbeeld een douche-wtw of zonneboiler.
Vaste prijs per maand
‘Wat wij met dit concept feitelijk doen, is een woning met een lagere EPC leveren, waarbij we die lagere EPC omzetten in geld. Dit wil zeggen dat bewoners de meerkosten van de investering in de energiezuinige woning meteen gaan terugverdienen dankzij de energiebesparing die deze woning oplevert. En zodra de energieprijs stijgt, wordt die terugverdientijd korter en de besparing groter’, legt Giesbers uit.‘Uit onze berekeningen blijkt echter dat de warmtepomp het kritische onderdeel is in de meerprijs van ons concept, en die is niet zo snel terug te verdienen. Daarom hebben we de warmtepomp uit de verkoopprijs van ons concept gehaald. Hiervoor sluiten we een contract voor 25 jaar met de bewoners waarbij zij een vaste prijs per maand betalen. Voor een appartement van 100 m2 ligt die prijs op ongeveer 75 euro (exclusief BTW) per maand. Voor een grotere woning stijgt de prijs evenredig naarmate er een grotere warmtepomp nodig is. Op deze prijs wordt jaarlijks alleen een prijsindexatie los gelaten. Dus we laten de vaste lasten niet meestijgen met de stijging van de energieprijs, zoals de energiemaatschappijen met hun energieconcepten wel doen. De energieprijs gaat namelijk veel sneller omhoog. Alle andere kosten voor het concept zitten in de verkoopprijs van de woning.’
Volgens Giesbers biedt de 25-jarige overeenkomst uiteindelijk heel veel voordelen voor zowel de klant, de ontwikkelaar of aannemer als voor het installatiebedrijf. Hij noemt het concept daarom een win-win-win-situatie.
Voordelen op een rij
‘Ga maar na. De ontwikkelaar of aannemer kan zijn klant een zuinige woning met EPC 0,5 aanbieden tegen relatief lage kosten, omdat de warmtepomp niet in de verkoopprijs zit. De aannemer op zijn beurt heeft maar één aanspreekpunt voor het hele concept. Wij hebben, omdat we het hele concept mogen maken, een hogere omzet en meer toegevoegde waarde dan wanneer we sec installaties in huizen met EPC 0,8 installeren. En Itho, de leverancier, kan projectmatig grote aantallen van soms wel honderden toestellen tegelijk leveren’, zegt Giesbers.
De grootste voordelen liggen echter, in zijn optiek, toch bij de klant. ‘Hij krijgt 25 jaar lang ‘all in comfort’. Niet alleen hoeft hij nooit naar het onderhoud van het toestel om te kijken. Wij beloven namelijk dat we het toestel 25 jaar lang in goede staat houden. Dat betekent dat we op termijn ook onderdelen vervangen, zodat de warmtepomp probleemloos blijft functioneren. De bewoner beschikt echter ook over vrije koeling in zijn woning, omdat we in elk huis lagetemperatuurverwarming aanleggen, waarmee hij ook kan koelen. Ook houdt hij de installatie in eigen beheer, en betaalt dus niet een tamelijk ondoorzichtig bedrag per gigajoule voor warmte en koude.’
‘Overigens’, gaat Giesbers verder, ‘vind ik het van de zotte dat energiebedrijven mensen voor koude laten betalen. Het koelen van de woning is voor het totale systeem gewoon noodzaak, wil je de bron goed kunnen regenereren. Daarom moeten ze mensen juist aanmoedigen te koelen. De bewoner kan met ons concept vanaf de eerste dag profiteren van een lager energiegebruik, waarbij hij zelf zijn energiemaatschappij kan kiezen. En, last but not least, een woning gebouwd volgens het Vendu-concept heeft een meerwaarde van circa 10.000 euro (exclusief BTW).’
Concept na EPC-verlaging
Op dit moment hebben Giesbers & Van den Graaf, zoals gezegd, al circa tweeduizend woningen met het Vendu-concept uitgerust. Diverse grote ontwikkelaars en aannemers hebben bewust voor dit concept gekozen, zoals Dura Vermeer die deze installatie in zijn PCS- woningbouwconcept (Pre-choice system) toepast. Maar wat als straks de EPC wordt aangescherpt naar 0,6? Dan verdwijnt bijna de gehele meerwaarde die je nu voor de woning met een lagere EPC in geld kunt uitdrukken. ‘In dat geval zal de ontwikkelaar of aannemer een hogere bijdrage in de kosten moeten leveren. Maar dat moeten zij dan voor elke woning die wordt gebouwd. Uiteindelijk betaalt de koper natuurlijk die meerprijs. Overigens zijn wij wel bezig het Vendu-concept door te ontwikkelen, zodat we ook woningen met een EPC van 0 kunnen aanbieden. Daarvoor zullen we dan wel met pv, ledverlichting of met maatregelen in de wijk aan de gang moeten.’
Wat binnen dit concept essentieel is, zo zegt Giesbers, monitoring. ‘Het onderhoud van een warmtepompinstallatie is niet te vergelijken met dat van een cv-ketel, die je periodiek even schoonmaakt en waar je snel wat onderdelen controleert. Elke warmtepomp die wij plaatsen, sluiten wij aan op een draadloos modem. Dit betekent dat wij elk toestel op afstand kunnen volgen. We kunnen dus van elke installatie zien hoe deze presteert. Zo houden we de kosten van onderhoud laag, terwijl we de storingen vaak voor kunnen zijn.’
Veel minder faalkosten
De meeste winst voor zowel installateur als voor ontwikkelaars of opdrachtgevers zit hem in de verlaging van de faalkosten. ‘We brengen deze aantoonbaar omlaag. En dat komt puur omdat wij vanaf het eerste moment aan de ontwikkeling van een project meewerken. Bij alle zaken, vanaf de bepaling van de opstellingsruimte, de plek voor de schachten, maar ook de communicatie met de koper, zitten wij aan tafel. Wij stoppen daar veel tijd in, juist omdat we weten dat we die investering in het vervolg dubbel en dwars terugverdienen.’
Giesbers vindt ook dat hij als installateur de taak heeft iedere bewoner persoonlijk te informeren. ‘De ingebruikstelling, de inregeling en het vullen van de installatie kost tijd, maar nog belangrijker vinden wij de communicatie met de eindgebruikers. Als zij precies weten wat voor installatie zij in huis hebben en hoe zij ermee moeten omgaan, kunnen we het uitrijden van onderhoudsmensen drastisch verminderen. Het fenomeen nachtverlaging hebben we onze klanten volledig afgeleerd. En ze snappen ook waarom. Nogmaals, dit kan alleen wanneer we met opdrachtgever en alle uitvoerders in een keten samenwerken. Ik ben er daarom van overtuigd dat dit in de komende jaren een onomkeerbare ontwikkeling is, waar uiteindelijk de hele bouwsector aan moet voldoen.’
Tekst: Rob van Mil
Fotografie: Industrie