EW10 cover 600
Januari 2024

Tijd is rijp om in zee te gaan met drijvende zonnepanelen

Opvallend werk

62 01

Drijvende zonneparken op zee hebben in theorie zoveel potentie dat ze de hele wereld van groene stroom kunnen voorzien, schrijven onderzoekers van de Australian National University in Nature Sustainability. Met name de wateren rond de evenaar zijn vanwege de kalme deining bij uitstek geschikt voor zonnepanelen. Door de rustige omstandigheden kunnen de zonnepanelen op relatief simpele draagconstructies geplaatst worden en dat drukt de kosten.

De Australische onderzoekers hebben gebieden in kaart gebracht waar in de afgelopen veertig jaar bijna geen hoge golven (zes meter of hoger) of harde windstoten geregistreerd zijn. Als alle gebieden die aan deze criteria voldoen worden uitgerust met drijvende panelen, wekken ze ruim 1 miljoen terawattuur aan zonne-energie per jaar op, rekenden de onderzoekers uit. Meer dan genoeg voor het huidige mondiale elektriciteitsverbruik. Ter vergelijking: wereldwijd wordt er momenteel zo’n 30.000 terawattuur aan elektriciteit geproduceerd. Drijvende zonnepanelen hebben een aantal belangrijke voordelen. Zo zorgt het water voor natuurlijke koeling, waardoor de zonnepanelen beter presteren. Drijvende zonneparken benutten daarnaast gebieden die in principe geen andere functie vervullen. Maar nadelen zijn er ook. Zo kan zeewater leiden tot corrosie en kan klimaatverandering ervoor zorgen dat wateren die nu geschikt zijn voor drijvende zonnepanelen in de toekomst juist te ruig worden, waardoor drijvende zonneparken wellicht sneuvelen.

Uitdagend

Drijvende zonnepanelen worden momenteel al veelvuldig toegepast op stille wateren, zoals (stuw)meren. Voordeel is dat die doorgaans in de buurt liggen van plekken waar mensen wonen en werken. Een voordeel bij stuwmeren is bovendien dat een deel van de benodigde infrastructuur al aanwezig is. Op plassen of meren komt het water hooguit in beweging door de wind of een passerende boot. De bouw van drijvende zonneparken op zee is vanwege de ruigere omstandigheden veel uitdagender. Toch zien verschillende bedrijven potentie.
Zo bouwde het Rotterdamse SolarDuck twee jaar geleden op de tamelijk ruwe Waal bij Tiel een eerste demonstratiemodel en dat bleek zich goed te houden. Het is een driehoekig platform met zijdes van 30 m, samengesteld uit vier kleinere driehoeken. De 156 zonnepanelen hangen een paar meter boven het water, om te voorkomen dat ze nat worden. De constructie, stevig verankerd in de rivierbodem, drijft op met lucht en schuim gevulde cilinders. Het prototype, gebouwd op de werf van Damen in Gorinchem, gaf geen krimp toen storm Eunice vorig jaar over Nederland raasde. De gekoppelde, driehoekige platforms met zonnepanelen bewogen als een tapijt mee op de deining, precies zoals de ontwerpers bedacht hadden. De komende maanden bouwt SolarDuck relatief kleine projecten op de Noordzee en in de baai van Tokyo. In Griekenland, Maleisië, Qatar en Bermuda is het bedrijf bezig met de ontwikkeling van drijvende zonneparken van 1 tot 2 MW. En over twee jaar mogen de Rotterdammers dichtbij huis de zee op, om voor het project Hollandse Kust West 5 MW zestig driehoekige platformen tussen de windmolens te leggen.

62 02

Hollandse Kust

Eerder al heeft een andere Nederlandse speler de primeur van een drijvend zonnepark op zee. Het bedrijf Oceans of Energy heeft namelijk de opdracht gekregen voor het installeren en exploiteren van offshore zonne-energie in dat andere offshore windpark: Hollandse Kust Noord. In het project werkt Oceans of Energy samen met CrossWind, een joint venture van Shell en Eneco. Hollandse Kust Noord wordt daarmee het eerste offshore zonnepark ter wereld dat wordt aangesloten, geïnstalleerd en geëxploiteerd binnen een windpark onder ruwe golfomstandigheden. Het is tevens het eerste windpark ter wereld met een offshore combinatie van batterijopslag en groene waterstof geproduceerd uit offshore windenergie op megawattschaal. Het windpark is zo goed als operationeel; het zonnepark wordt in 2025 gerealiseerd.
Oceans of Energy gaat gebruikmaken van de infrastructuur die er al ligt voor de windmolenparken. ‘Er is meer dan genoeg ruimte tussen de windmolens’, zegt directeur Allard van Hoeken. ‘De windturbines staan zo’n anderhalve kilometer uit elkaar. En wat vooral scheelt is dat er ook al kabels liggen die naar het vaste land voeren.’ De constructie die Oceans of Energy gaat aanleggen werkt als een soort waterlelie, met panelen die meedeinen met de golven. Ankers moeten ervoor zorgen dat de hele constructie niet wegdrijft. De zonnepanelen moeten 25 jaar meegaan. 

Tekst: Mari van Lieshout
Fotografie: SolarDuck en Oceans of Energy

Lees meer artikelen in het dossier Zonne-energie installaties