Februari 2023
Voor wat wissel je een gasgestookte luchtverwarming?
De 7 beste vervangingsopties
In de verduurzaming van bestaande woningen wordt vooral gekeken naar mogelijkheden met een cv-ketel als startpunt. Naar schatting zo’n kleine vier procent van de huizen is echter uitgevoerd met een luchtverwarming. Op een woningvoorraad van acht miljoen (CBS, 2021) gaat het dan toch om pakweg 300.000 gasgestookte installaties. En er komt een moment dat ook deze huiseigenaren aankloppen bij de installateur. Dit zijn de diverse mogelijkheden om de gasgestookte luchtverwarming duurzaam om te wisselen.
‘Ik heb diverse bedrijven gebeld, en kreeg maar twee soorten antwoorden: ze wilden er niet eens aan beginnen, of vertelden dat ik dan overal radiatoren moest ophangen en de vloer openbreken voor vloerverwarming. Daar kwamen we dus niet verder mee.’ Aan het woord is Anke Wisniewski, die samen met haar man Stefan op de Golf Residentie in Dronten woont. In de jaren 80 was luchtverwarming booming, vooral in de houtskeletbouw. Het snelverwarmende casco met zijn lichte constructie vormt namelijk een ideale combinatie met de snelheid van hete lucht. In de jaren daarna wordt luchtverwarming ook toegepast in met name de duurdere stenen woningen. De grote vrijstaande woningen op de private golfbaan waar de Wisniewski’s en hun buren wonen, werden rond de laatste eeuwwisseling gebouwd. De woningen waren uitstekend geïsoleerd volgens de toen geldende normen, en voorzien van een luchtverwarmingssysteem van Brink. Ruim twintig jaar later naderen de installaties het einde van hun technische levensduur. Hoewel er elders in het land meerdere ketels van dit type ook na dertig jaar nog prima functioneren, heeft de leverancier belangrijke reserveonderdelen van sommige typen niet meer op voorraad. Een groep bewoners besluit daarom om, mede gezien de langere leveringstijden van gedeeltelijk of volledig elektrische klimaatinstallaties, zich alvast te oriënteren op vervangingsmogelijkheden.
Koffiedik kijken
De originele klimaat- en warmwaterinstallatie van de Drontense woningen bestaat uit drie apparaten: een gasgestookte luchtverwarmer, een gasgestookte warmwaterboiler en gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Omdat alle woningen deels als maatwerk zijn gebouwd, verschillen de indelingen onderling. Bij bewoners Rob en Corrie Herruer bijvoorbeeld, staat de luchtverwarmingsinstallatie naast de eveneens gasgestookte warmwaterboiler. In de woning van Anke Wisniewski staan beide echter elk in een aparte ruimte op enige afstand van elkaar. Evenals bij Els Zeestraten, maar daar is de originele gasgestookte boiler al enkele jaren geleden gelijk met de plaatsing van zonnepanelen vervangen door een elektrische Itho Daalderop Green Energy Smartboiler.
‘Er is een reden waarom het destijds niet is gelukt om in de Stroomversnelling de beoogde honderdduizend woningen binnen een bepaalde tijd te verduurzamen’, zegt Albert van Lohuizen, commercieel manager bij Brink Climate Systems. ‘Het is simpelweg niet zo eenvoudig om in bestaande bouw van het ene systeem op het andere systeem over te stappen. Er wordt vaak gedacht dat het vervangen van de installatie de snelste stap binnen de verduurzaming is. Soms is dat ook zo, maar je moet dat wel per project bekijken. Bij veel woningen moet er ook bouwkundig veel gebeuren om een goed eindresultaat te bereiken; dus bouwkundige aanpassingen, installatietechnische aanpassingen en daardoor al met al flinke financiële investeringen. Industrialisatie is hierin erg belangrijk, omdat de beschikbaarheid van handjes op dit moment misschien nog wel de grootste uitdaging is. Daarnaast merken we dat veel eindgebruikers behoorlijk twijfelen over de meest dominante richting waarin verduurzaming nu wordt gepusht, namelijk all-electric. Je kunt je best afvragen of de keuze van nu ook nog wel de beste keuze in 2050 is.’
‘Je kunt je afvragen of keuze van nu ook nog beste keuze in 2050 is’
Het is volgens Van Lohuizen een interessant en overigens vaker gehoord voorbehoud, want over dertig jaar vanaf nu zijn er ongetwijfeld nog andere opties die een uitstekend perspectief bieden. Hij wijst op de perspectiefvolle pilots van Remeha, Alliander en Kiwa in bestaande bouw met waterstofketels als alternatief voor all-electric verduurzamingsoplossingen. Hij kijkt met belangstelling uit naar de proefprojecten in Gelderland, Groningen, Zuid-Holland en Drenthe die daarvoor belangrijke inzichten gaan opleveren. Daarnaast concurreren ook onder meer warmtenetten, geothermie en biogas uit mest en rioolslib nog volop mee. Bovendien is het nog maar de vraag hoe over bijna drie decennia de verhouding is tussen de prijzen voor aardgas en elektriciteit; wellicht is met de toevoeging van een fors percentage waterstofgas tegen die tijd toch aardgas economisch en technisch de beste oplossing. Kortom, het is voor een groot deel koffiedik kijken. Van Lohuizen: ‘Al moeilijk genoeg voor de professionals, en al helemaal voor de eindgebruikers.’
Consument uitdagen
Ondanks alle onzekerheden voor de toekomst worden nu vooral de meest voor de hand liggende combinaties van luchtverwarming met een warmtepomp of cv-ketel onderzocht. En dus lopen er gesprekken met alle grote merken over hoe de bestaande infrastructuur van luchtkanalen ook kan worden benut in andere configuraties. ‘Wij hebben inderdaad samen met een installateur en met Brink om de tafel gezeten’, bevestigt Martijn van Leerdam van Alklima, importeur van Mitsubishi Electric warmtepompsystemen. ‘De direct gestookte ketels zijn niet een-op-een te vervangen door een andere techniek, maar voor de vervanging van de gasgestookte ketels bieden indirect gestookte luchtverwarmers wel een oplossing. De watertemperatuur is met 60-70 graden vrij hoog, maar Brink heeft ervaren dat de vermogens voor een maximale delta-t van 10 die daarbij worden aangehouden wel erg royaal zijn. Er is dus in veel gevallen ruimte om daarin terug te gaan, zeker omdat de betreffende woningen bouwkundig dermate goed zijn dat er minder noodzaak is voor stralingscompensatie of opvang van koudeval. Daarnaast zijn alle originele vermogensberekeningen gebaseerd op het totale huis, terwijl in praktijk blijkt dat er op de verdiepingen bijna niet wordt verwarmd. Het is daarom vaak goed mogelijk om een lucht-waterwarmtepomp met maximale delta-t van 5 en 50 graden met een indirect gestookte luchtverwarmer goed aan te sluiten op het kanalensysteem.’
Het najaar en de winter bieden een uitgelezen kans om te onderzoeken of rekenen met de helft van het vermogen inderdaad past bij het gedrag en het gewenste comfortniveau van de bewoners. Daarmee ontstaat een goed beeld van hoeveel de aanvoertemperatuur kan zakken zonder in te boeten op comfort. Ook na installatie ligt er een belangrijke taak voor de installateur. Enerzijds om de cv-monteurs bewust te maken dat zij de watertemperatuur niet standaard (te) hoog instellen. En anderzijds kunnen zij de eindgebruiker uitleggen hoe zelf de watertemperatuur aan te aanpassen tot een comfortabele, maar zo laag mogelijke stand.
Geen subsidie
De overstap naar een lucht-luchtwarmtepomp blijkt een vergelijkbare verduurzaming als de keuze voor een lucht-waterwarmtepomp. Deze airco’s hebben echter de reputatie slechts te koelen en worden per definitie dus gezien als een luxe energieslurper in de warme zomer. Maar lucht-luchtwarmtepompen kunnen naast koelen ook uitstekend verwarmen met een hoog rendement. Zeker in woningen die goed geïsoleerd zijn, hoeft vaak maar een beperkte hoeveelheid lucht ingeblazen te worden om de woning – ook in de winter – op een aangename temperatuur te houden. Daarmee lijkt het tijd voor de overheid om nog eens kritisch te kijken naar de ontbrekende ISDE-subsidie op lucht-luchtwarmtepompen. De uiteindelijke oplossing is voor elke bewoner een eigen afweging. Het echtpaar Herruer in Dronten neigt naar lucht-lucht. ‘De plaatsing van de buitenunit is wel een ding, maar heeft onze voorkeur boven een indirecte luchtverwarmer. Dat is een trager reagerend systeem dan de direct gestookte luchtverwarmer, en daarnaast is door de gas/water/lucht-warmteoverdracht het rendement niet per definitie beter. Bovendien werkt deze oplossing met een buffervat dat eerst opgewarmd moet worden. Voor de korte en middellange termijn zien we daarom het meeste perspectief in de vervanging van de gasboiler door een gasgestookte ketel. Dat bespaart ons aan de waakvlam en het warm houden van de watervoorraad al gauw 140 m3, pakweg tien tot vijftien procent van het jaarverbruik. De gasgestookte luchtverwarmer laten we staan en vervangen we een-op-een wanneer deze het begeeft of wanneer als gevolg van wet- en regelgeving de gasgestookte luchtverwarmers uit het assortiment gaan bij Brink.’
Diverse andere bewoners overwegen eveneens een basale oplossing. Wisniewski: ‘Wij doen vooralsnog niets. De volledig all-electric oplossing met volwaardige warmtepomp, indirect gestookte luchtinstallatie en nieuwe WTW gaat minstens 24.000 euro kosten. Dat is veel geld, terwijl de luchtverwarmingsketel misschien nog wel vijf of tien jaar meegaat. Mocht de verwarmer in het koude seizoen kapot gaan, dan kunnen we in afwachting van de levering van de keuze die we tegen die tijd maken een elektrisch kacheltje of desnoods een lucht-luchtwarmtepomp in de cruciale ruimtes plaatsen. Niet-vervangen is ook nog eens de hoogste trede op de circulariteitsladder. Daar is vanuit het oogpunt van duurzaamheid ook veel voor te zeggen.’
Tekst: Kerstin van Tiggelen
Illustratie: Maarten de Vries Foto’s: Brink en Alklima
Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.