Juni 2019
Voorkom legionellagevaar na hoosbuien
Aandacht voor waterberging belangrijk voor volksgezondheid
Na hevige regen kunnen er langere tijd waterplassen op straat staan. Hierin kan een hoge concentratie legionellabacteriën aanwezig zijn, zo blijkt uit onderzoek van Heleen de Man. Zaak dus om te zorgen dat mensen dit water niet inademen. Vandaar haar oproep aan overheden om te zorgen voor waterberging langs de weg en aan burgers en installateurs om het riool niet te belasten met opgevangen hemelwater, maar lokaal te verwerken.
Onschuldig vermaak toch? Als kind met je laarzen flink stampen in een plas water. Nou, dat kan weleens serieuze gezondheidsklachten opleveren, ontdekte Heleen de Man, die voor haar proefschrift onderzoek deed naar de gezondheidsrisico’s van stedelijk water. En niet alleen voor kinderen. Elke situatie waar regenwater wordt verneveld – denk aan langsrijdende auto’s die een douche van opspattend water produceren – is potentieel gevaarlijk voor iedereen die zich in de buurt bevindt. Een belangrijke bevinding, die wellicht meer licht kan werpen op de vraag waarom legionellabesmetting de laatste jaren steeds vaker voorkomt. En hoe watermanagement hierin een rol kan spelen.
Keten van gebeurtenissen
Wanneer legionellabacteriën via kleine druppeltjes in de lucht terecht komen en mensen ze inademen, kan er een infectie ontstaan. Althans, bij ongeveer de helft van de 62 bekende legionellasoorten. Hoe gevaarlijk dit kan zijn, blijkt wel uit de grote uitbraak in 1999 tijdens de West-Friese Flora in Bovenkarspel, waar door besmette waterdruppels uit bubbelbaden 32 mensen overleden en 206 mensen ernstig ziek werden. Dat de legionellabacterie gedijt in kunstmatige watersystemen - zoals bubbelbaden en boilers - is algemeen bekend. Veel minder mensen weten dat deze bacteriën ook gewoon in onze natuurlijke leefomgeving aanwezig zijn, zoals de grond en open water. In Nederland groeit het aantal legionellapatiënten elk jaar: waren het er in 2011 iets meer dan 150, in 2017 al meer dan 550 (zie staafdiagram). Hoewel de GGD van elke patiënt probeert te achterhalen hoe de besmetting heeft plaatsgevonden, blijft er veel onduidelijk. De Man vermoedt een relatie met wateroverlast na hevige regenval. ‘Het is mogelijk dat het afstromende regenwater onderweg legionella oppikt vanuit de grond. Mijn hypothese is dat hoe groter de waterplas op straat, des te groter de kans dat legionella aanwezig is. Voor mijn onderzoek heb ik wateroppervlakken van minimaal honderd vierkante meter bemonsterd. In pakweg een derde vonden we legionella in een hoge concentratie.’
Regenplassen
Ook Eri van Heijnsbergen, microbioloog bij het centrum voor duurzame watertechnologie Wetsus, keek voor haar proefschrift (2017) naar bronnen voor legionella. In Nederland zijn er namelijk meer meldingen van patiënten na veel neerslag. Dat was reden om te onderzoeken of legionella voorkomt in de grond en in regenplassen. Daarvoor bemonsterde zij tuingrond. Bij 22 van de 177 onderzochte tuinen zijn legionellabacterien aangetroffen. Zeven van de 22 grondmonsters bevatten de gevaarlijke legionella pneumophila, die beter overleeft in kleigrond dan in zandgrond. Ook zijn er monsters genomen van regenwaterplassen. Bij drie van de 77 onderzochte monsters werden legionellabacteriën gevonden, waarvan twee met een gevaarlijke variant. De cijfers van Van Heijnsbergen zijn gematigder dan die van De Man, maar dat verschil kan wellicht worden toegeschreven aan het verschil in bemonstering: waar De Man plassen van minimaal honderd vierkante meter onderzocht, richtte Van Heijnsbergen zich op maximaal één vierkante meter.
Waterberging
De uitkomsten van de onderzoeken lijken belangwekkend, maar wat is nu de conclusie? De Man is helder: ‘Mijn proefschrift laat zien dat het heel belangrijk is om wateroverlast te voorkomen. En daarbij na te denken waar je wél waterberging toestaat. Omdat het bergen van water in de publieke ruimte moet gebeuren, is het vooral een politiek-bestuurlijk vraagstuk. Mijn boodschap: wateroverlast op straat is geen speelwater. Zorg daarom voor buffervoorzieningen naast de weg, zodat water niet vernevelt. En zorg voor riolering met voldoende capaciteit om het regenwater snel af te voeren.’ Installateurs kunnen uiteraard hun expertise en capaciteit inzetten voor goede oplossingen voor openbare buffers en voldoende gedimensioneerde riolen, maar kunnen volgens De Man ook zeker hun particuliere klanten wijzen op de bijdrage die zij kunnen leveren. ‘Gebruik het riool niet voor de afvoer van hemelwater uit de dakgoot’, adviseert ze, ‘maar vang dat water op en verwerk het lokaal. Op die manier blijft het riool maximaal beschikbaar voor overstromingswater na hevige regenval.’
‘Hoe groter de waterplas op straat, des te groter de kans op legionella’
Meer gevaar op de loer
Er zijn echter meer bronnen van mogelijke besmetting, en vrijwel allemaal komen die op een of andere manier terug in de beroepspraktijk van installateurs. De Man onderzocht onder meer bedriegertjes: fonteintjes op pleinen die wisselend aan- en uitgaan. Deze fonteintjes worden vaak geplaatst in stedelijk gebied of in speeltuinen, waar kinderen er graag mee spelen. Ziekteverwekkers van schoeisel of luiers, maar ook vogel- of hondenpoep kunnen het water verontreinigen. Kenmerkend voor bedriegertjes is dat zij een ondergronds waterreservoir hebben dat wordt gevuld met drink-, grond-, oppervlakte- of regenwater. Naast besmetting met legionella zijn ook ernstigere ziekte-uitbraken beschreven met pseudomonas, giardia, cryptosporidium, norovirus, salmonella, en leptospirose, een ziekteverwekker die in de urine van ratten zit en ernstig lever- en nierfalen veroorzaakt. In 2003 sloten honderd kinderen uit Nederland een schoolreisje af met heftige diarree en overgeven. Na inventarisatie van de GGD en het RIVM bleek dat de kinderen besmet waren met het norovirus én dat deze klachten terug te leiden waren tot het spelen met de bedriegertjes in de speeltuin. Van Heijnsbergen bekeek op haar beurt in haar literatuuronderzoek 32 reservoirs die legionella zouden kunnen bevatten. Het bleek dat twee belangrijke bronnen; koeltorens en waterzuiveringsinstallaties, tijdens service en onderhoud nog niet routinematig worden onderzocht op legionellaconcentraties. De focus ligt nog steeds te veel op waterleidingen. Wat van Heijnsbergen betreft wordt die focus snel uitgebreid.
Hevige regenval verhoogt risico op legionellabesmetting
Er zijn meerdere factoren die een rol kunnen spelen bij de stijging van het aantal legionellabesmettingen, aldus een woordvoerder van het RIVM. ‘Vergrijzing en meer diagnostiek kan een klein deel van de toename verklaren, maar de stijging van het aantal ziektegevallen door legionella hangt vooral samen met de weersomstandigheden. Modellering laat zien dat het aantal ziektegevallen toeneemt na een periode van warmer weer, gevolgd door hevige regenval. Aangezien de bacterie goed gedijt bij warm en vochtig weer, kan deze bij die omstandigheden beter groeien, overleven en zich verspreiden in zeer kleine druppeltjes water in lucht, zogeheten aerosolen. Omgekeerd wordt bij droogte juist een afname gezien, zoals het geval was in de droge zomer van 2018.
Tekst: Kerstin van Tiggelen
Fotografie: Industrie
Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.