EW04 omslag 600
April 2025

‘Winstgevend en tegelijkertijd duurzaam ondernemen? Het kan!’

Interview met Maurits van Riemsdijk, Sustainability Manager bij Equans

04 01

Duurzaamheid. Een term die je te pas en – volgens Maurits van Riemsdijk – soms ook te onpas tegenkomt. Hij studeerde in 2016 af aan de Universiteit van Utrecht in de richting Sustainable Business and Innovation. Tijdens zijn studie en ook in zijn huidige functie als Sustainability Manager bij Equans gaat het grotendeels over één ding: duurzaam ondernemen. ‘Geld verdienen staat bij iedereen voorop. Maar ik weet zeker dat dit ook kan zónder schade te berokkenen aan mens en natuur!’

Tijdens zijn studie hield hij zich al bezig met de bijna levensbeschouwelijke vraag wat duurzaamheid is. Maar hoe bereik je dat als bedrijf? Hoe voer je het vervolgens door in je dienstverlening en productontwikkeling? Doe je dat dan alleen of heb je anderen nodig? En als iedereen zijn steentje bijdraagt, hoe ziet de wereld er dan over tien jaar uit? We vragen Van Riemsdijk om dieper in te gaan op die vragen en zijn visie te delen.

Wat is volgens u duurzaamheid?

‘Duurzaamheid staat vaak synoniem voor slim gebruik van energie en CO2-reductie. Ik wil het begrip graag oprekken naar een allesomvattende term: MVO ofwel maatschappelijk verantwoord ondernemen. Duurzaamheid gaat namelijk ook over onderwerpen als circulariteit, omgang en inkoop van grondstoffen en producten, in je bedrijfsvoering rekening houden met biodiversiteit en bijvoorbeeld het structureel betrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in je organisatie.’
‘De bottom line, waarbij we de gezondheid van een bedrijf meten op basis van de winstgevendheid, kent iedereen wel. In mijn optiek kunnen bedrijven beter vasthouden aan de zogeheten triple bottom line. Die schrijft voor dat we ook mens en milieu meenemen in onze afweging. Bot gezegd: ondernemen zónder de planeet naar de knoppen te helpen. En rekening houdend met de sociale consequenties. Duurzaamheid is kortom veel meer dan energie en CO2-reductie.’

Hoe bereiken bedrijven dat?

‘Stapsgewijs. Net als elke klassieke transitie kost de overgang van financieel gestuurd naar duurzaam gestuurd ondernemen namelijk tijd. Net als bij bijvoorbeeld de energietransitie, grondstoffenevolutie en de digitale transitie. Dit houdt in dat medewerkers als eerste moeten bedenken wat het toch vaak vage begrip duurzaamheid voor hun onderneming betekent en waar de 3P’s, People, Planet en Profit – in het Nederlands het minder lekker klinkende mens, milieu en winstgevendheid – voor hen bij elkaar komen. Zodra dat duidelijk is, kunnen ze het koppelen aan interne processen. Stel jezelf de vraag: Welke werkzaamheden voeren we dagelijks uit en hoe kunnen we daarin een verduurzamingsslag maken? Leg dat vast in een langetermijn-ambitie en kortetermijn-doelen die je binnen één tot drie jaar wil en kan bereiken. De Plan-Do-Check-Act (PDCA)-cyclus is daarbij een handige methode om toe te passen. Het geeft inzicht in de progressie van alle meetbare duurzaamheidsonderdelen. Zo kun je jezelf of het bedrijf bijsturen wanneer dat nodig is.’

Hoe kunnen bedrijven het vervolgens doorvoeren in de andere onderdelen, bijvoorbeeld dienstverlening en productontwikkeling?

‘De achterliggende gedachte van de 3P’s is dat iedereen binnen een bedrijf, op welke afdeling dan ook, een keuze kan maken waarbij rekening wordt gehouden met die drie factoren. Ieder individu kan nadenken over het effect van zijn of haar handelen op het milieu en de mens, naast dat het financieel de aantrekkelijkste optie is. Onszelf dit afvragen is de eerste stap, vervolgens kan dit worden overgenomen door anderen en kunnen we samen sturen op duurzaam succes. Het is daarbij altijd belangrijk om meetbare indicatoren bij te houden, zodat we te allen tijde kunnen uitleggen wat we doen en wat het zou moeten opleveren.’

04 02

Kun je als bedrijf individueel duurzaam ondernemen of heb je daar anderen bij nodig?

‘Dat iedereen individueel een kleine of grote start maakt, is prima. Dan zul je zien dat je elkaar sneller tegenkomt dan je denkt. Zeker in de E&W-sector hebben we elkaar per definitie nodig om veranderingen mogelijk te maken. Als technisch dienstverlener maken wij zelf (bijna) geen producten en werken wij veel samen met fabrikanten om onze dienst te leveren aan de eindgebruiker. Neem bijvoorbeeld het duurzaamheidsthema circulaire economie. Daarvoor is een bepaalde schaal of massa nodig. Als je dat niet hebt, ben je voor sommige grote producenten niet interessant genoeg. Ook Techniek Nederland kan daarin als brancheorganisatie een belangrijke rol spelen. Als verbindende schakel kunnen zij de keten op gang krijgen en bijeenbrengen. Wanneer meerdere organisaties in de technische dienstverlening zich verenigen, wordt het voor fabrikanten aantrekkelijk en rendabel om een duurzamer ontwerp te maken.’
‘Ook voor het mogelijk maken van hergebruik van producten is samenwerking een randvoorwaarde. Vaak hebben wij de hulp nodig van een revisiespecialist of de originele fabrikant om een installatie of een onderdeel daarvan opnieuw te kunnen gebruiken. De hele keten is betrokken bij een eerste stap richting verandering en duurzaam ondernemen. Dat kun je gewoonweg niet alleen. Toch geldt hier wel het credo: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Daarbij moeten we blijven zoeken naar wat er wél kan. Dat de duurzame optie vaak lastig te organiseren is klopt, maar dat betekent niet dat het niet kan (nu of in de toekomst). Er is altijd iets wat je wel kunt doen, hoe klein ook.’

Hoe ziet de ideale, duurzaam ondernemende bedrijfswereld er volgens u uit?

‘Mijn droombeeld bestaat uit een wereld waarin de bedrijven enerzijds geld kunnen verdienen, terwijl ze anderzijds ook waarde toevoegen voor mens en milieu. Historisch gezien worden onze prestaties alleen financieel gemeten. We moeten proberen de eerlijke rekensom te maken, waarbij automatisch de vraag naar voren komt hoe de eventuele negatieve milieueffecten van ons productieproces aan te pakken. Die vraag blijft nu nog te vaak onbeantwoord. Dat is geen verwijt. Zo zit onze economie nu eenmaal in elkaar. Het is nog altijd vaak goedkoper om een nieuwe lamp of warmtepomp te kopen, in plaats van bijvoorbeeld in te zetten op refurbishment. Als ik het voor het zeggen had, zonder limieten en grenzen, dan zou circulariteit een veel grotere rol spelen in het dagelijks leven.’
‘In alles moeten bedrijven de balans zoeken tussen de 3P’s, zodat wij kunnen laten zien dat alles wat wij als organisatie doen of leveren, een gezonde financiële impuls vormt. Een aanpak waarmee iedereen z’n brood verdient, die een klimaatpositief effect heeft en waarvan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt onderdeel zijn. Daarnaast werken we in dat ideaalbeeld allemaal bij inclusieve organisaties waar er oog is voor iedereen, iedereen fysiek en mentaal gezond is en er geen (bedrijfs)ongevallen meer zijn. Dit laatste is misschien nooit helemaal haalbaar, maar wel iets waar we ons elke dag voor in moeten blijven zetten.’

Zullen deze ideaalbeelden ooit waarheid worden?

‘Met elke schakel in de keten kunnen we op z’n minst streven naar volledige klimaatneutraliteit en misschien zelfs CO2-positiviteit, maar of we het ooit gaan halen… De doelstellingen van 2030 en 2050 zorgen er in ieder geval voor dat iedereen genoeg te doen heeft. Het is daarna aan de volgende generaties om duurzaam ondernemen op de agenda te houden en om oplossingen te vinden voor alle uitdagingen. Ik geloof wel dat er een trend is ingezet die bijna niet meer terug te draaien is. Hoeveel bedrijven zullen pertinent tegen een toekomstbeeld zijn waarin mens en milieu erop vooruitgaan, door de investeringen die zij doen?’
‘Tegelijkertijd durf ik niet te zeggen waar het bedrijfsleven over tien, vijftien of zelfs twintig jaar staat. Beleidsmakers binnen deze ondernemingen maken vaak plannen voor drie tot vijf jaar. Aan voorspellingen of uitspraken over dalende of stijgende lijnen waag ik me daarom niet. Waar nu alles bijvoorbeeld in sneltreinvaart lijkt te gaan, kan het door politieke, natuurlijke of financiële factoren ineens stagneren of juist achteruitgaan. Maar ooit, Joost mag weten over hoeveel jaar, spreken we van een bedrijfsvoering die én winst maakt, én rekening houdt met de mensheid én daarbij de planeet in z’n waarde laat.’

Tekst: Laura Timmermans
Fotografie: Harald Lakenveld