Mei 2012
Bouwbesluit 2012: gevolgen voor de sanitairinstallateur
Nadat in december vorig jaar het besluit tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 en de regeling Bouwbesluit 2012 zijn gepubliceerd in het Staatsblad, respectievelijk de Staatscourant, heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het nieuwe Bouwbesluit 2012, samen met de nieuwe regeling Bouwbesluit 2012, op 1 april in laten gaan. Tegelijkertijd werd het gebruiksbesluit ingetrokken. Wat zijn de gevolgen voor de sanitairinstallateur op het gebied van aanwezigheid drinkwater, geluid, aansluitingen op het distributienet en openbaar riool?
Het nieuwe Bouwbesluit dat geldt sinds 1 april dit jaar, is vooral bedoeld om de bouwregelgeving te stroomlijnen. Daarnaast zijn er echter ook wijzigingen op het niveau van de technische voorschriften. UUNETO-VNI heeft een publicatie uitgegeven waarin alle wijzigingen zijn vermeld die van belang zijn voor installaties. Ook is er een vernieuwde uitgave van het Spoorboekje Bouwbesluit (Ga naar www.uneto-vni.nl zoekwoord spoorboekje). Om een indruk te krijgen van de wijzigingen, volgt een overzicht van de wijzigingen in de nieuwbouweisen op het gebied van sanitaire technieken voor de onderwerpen:
- aanwezigheid van drinkwater en warm water;
- geluid van installaties;
- aansluiting drinkwaterinstallatie op het distributienet;
- aansluiting (hemel)waterafvoer op openbaar riool;
- droge blusleidingen;
- meterruimte.
Voor andere relevante wijzigingen verwijzen we de lezer naar de hierboven genoemde publicatie van UNETO-VNI. Daarin worden alle wijzigingen beschreven die van belang zijn voor de deelgebieden gastechniek, ventilatietechniek, elektrotechniek, sanitaire techniek, daktechniek, energie- en milieuprestatie en brandalarmtechniek.
OFFICIELE PUBLICATIES - bouwbesluit 2012 (staatsblad 2011, 416) - Wijzigingsbesluit (staatsblad 2011, 676) - regeling bouwbesluit 2012 (staatscourant 2011, 23914)
|
Aanwezigheid drinkwater en warm water
Bouwbesluit 2012 verstaat onder een voorziening voor drinkwater: ‘het leidingnet in een gebouw of op een terrein waarmee drinkwater wordt gedistribueerd binnen het gebouw of over het terrein’. Het Bouwbesluit eist niet meer dat een nieuw gebouw een drinkwatervoorziening heeft. Krijgt een gebouw er wel een, dan moet deze voldoen aan de eisen van nen 1006+A3 2011 (Bouwbesluit 2012, artikel 6.12). Dit betekent dat naast de eisen uit NEN 1006 van 2008 ook moet worden voldaan aan de eisen in aanvullingsblad A3 van 2011. In dit aanvullingsblad zijn eisen opgenomen waaraan huishoudwaterinstallaties moeten voldoen. Let op: collectieve huishoudwaterinstallaties (ook bestaande) mogen alleen nog maar voor closetspoeling worden toegepast. Een nieuw gebouw moet echter wel over een voorziening voor drinkwater beschikken als er brandslanghaspels aanwezig zijn. Voorgeschreven brandslanghaspels moeten immers zijn aangesloten op een drinkwatervoorziening (Bouwbesluit 2012, artikel 6.28, lid 4, onderdeel b). Het Bouwbesluit verstaat onder een voorziening voor warm water: ‘het leidingnet in een gebouw of op een terrein waarmee warmwater wordt gedistribueerd binnen het gebouw of over het terrein’. Er wordt niet geëist dat een nieuw gebouw een voorziening voor warm water heeft. Wanneer een gebouw een warmwatervoorziening krijgt, dan moet ook deze voldoen aan de eisen van de eerder vermelde versie van nen 1006 (Bouwbesluit 2012, artikel 6.13).
Drinkwaterinstallaties en warmtapwaterinstallaties moeten water leveren van een kwaliteit die geschikt is voor menselijke consumptie en hygiëne. NEN 1006+A3 2011 stelt onder meer de eis dat de drinkwatertemperatuur niet boven de 25 °C mag uitkomen. Dit houdt (ook) in dat hotspots moeten worden voorkomen. Het is belangrijk voor een installateur om zijn opdrachtgever hierop te wijzen. In de Nota van Toelichting op het Bouwbesluit wordt voor het voorkomen van hotspots verwezen naar Isso/sbr-publicatie 811, ‘Integraal ontwerpen van legionellaveilige woningen – Concepten ter voorkoming van ongewenste opwarming van leidingwater in woningen’, 2011, en Isso-checklist ‘Hotspots in waterleidingen’, 2010.
Geluid van installaties
Tot nu toe stelde het Bouwbesluit geen eisen aan de beperking van geluidhinder binnen een gebruiksfunctie door de eigen gebouwinstallaties. In principe blijft dat zo voor alle gebruiksfuncties met uitzondering van woningen, kinderdagverblijven en scholen.
Voor nieuw te bouwen woningen, kinderdagverblijven en scholen wordt een nieuwe eis ingevoerd voor bescherming tegen geluid van de eigen installaties (mechanische voorzieningen) voor luchtverversing, warmteopwekking en warmteterugwinning. Het geluidniveau door de genoemde installaties mag in een verblijfsgebied van een woning niet hoger zijn dan 30 dB, en in een verblijfsgebied van een kinderdagverblijf en een school niet hoger dan 35 dB. Een andere wijziging is dat een hotelkamer op zich geen aparte gebruiksfunctie (logiesfunctie) meer hoeft te zijn. Een hotelkamer kan worden aangemerkt als een ‘logiesverblijf’. Een logiesfunctie kan uit meerdere logiesverblijven bestaan. Binnen de logiesfunctie gelden dus geen eisen meer voor het geluid van eigen installaties. Daarbij is het goed te weten dat de installatie van een aangrenzende hotelkamer als een eigen installatie wordt beschouwd.
AANVULLENDE EISEN In het oude bouwbesluit zijn de bouwtechnische voorschriften opgenomen waaraan bouwwerken en hun installaties minmaal moeten voldoen. In Bouwbesluit 2012 zijn naast deze bouwtechnische eisen ook andere eisen opgenomen, namelijk: - gebruiksvoorschriften uit het besluit brandveilig gebruik bouwwerken (gebruiksbesluit); - aansluiteisen op nutsvoorzieningen, bereikbaarheidseisen en ‘meldingsplicht slopen’ uit de modelbouwverordening van de vereniging van Nederlandse gemeenten; - voorschriften voor het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden uit de model- bouwverordening van de vereniging van Nederlandse gemeenten; - de circulaire bouwlawaai van het ministerie van infrastructuur en milieu. ’
|
Aansluiting drinkwaterinstallatie op het distributienet
Een voorziening voor drinkwater moet zijn aangesloten op het (openbare) distributienet voor drinkwater, tenzij daarvoor een te lange of te dure aansluitleiding nodig is (Bouwbesluit 2012, artikel 6.14). Deze eis is overgenomen uit de model-Bouwverordening.
Aansluiting (hemel)waterafvoer op openbaar riool
De eis van het Bouwbesluit 2003, artikel 3.33, lid 1, dat een voorziening voor de afvoer van afvalwater een aansluitmogelijkheid moet hebben voor aansluiting op het openbaar riool is in het nieuwe Bouwbesluit vervallen. Nieuw zijn de eisen aan de ‘gebouwaansluiting’ van de gebouwriolering. Deze eisen zijn overgenomen uit de model-Bouwverordening. De leiding buiten het gebouw (terreinleiding) is nu een onderdeel van de buitenriolering. De gebouwaansluiting ligt direct aan de gevel en wordt met de perceelaansluitleiding aangesloten op de het openbaar riool.
Bouwbesluit 2012 verwijst voor nieuwe installaties naar NEN 3215: 2011. Deze norm is onder andere aangepast aan de nieuwe termen en definities. NTR 3216 wordt ook nog geheel aangepast. Deze is voor de zomer beschikbaar. Op het gebied van de afvoer van water komt de overheid nog met een voorlichtingsfolder.
Droge blusleidingen
Volgens het nieuwe Bouwbesluit, artikel 6.29, lid 4, gelden eisen voor de loopafstand tussen een brandslangaansluiting van een voorgeschreven droge blusleiding en een punt in een op die aansluiting aangewezen gebruiksgebied. Voor nieuwbouw is de maximale loopafstand 60 m en voor bestaande bouw 110 m.
Volgens Bouwbesluit 2003 werden eisen gesteld aan de loopafstand naar een subbrandcompartiment (voor nieuwbouw 50 m) of een rookcompartiment (voor nieuwbouw 35 m en bestaande bouw 70 m). Volgens Bouwbesluit 2012, artikel 6.29, lid 7, moet een voorgeschreven droge blusleiding en pompinstallatie bij oplevering worden getest. Deze eis is uit het Gebruiksbesluit overgenomen.
Meterruimte
Volgens Bouwbesluit 2003 was voor nieuwbouw uitdrukkelijk een meterruimte voorgeschreven (artikel 4.66), en golden eisen voor de afmetingen en indeling van de meterruimte (artikel 4.67). Daarbij werd verwezen naar NEN 2768. Deze eisen komen niet meer voor in het nieuwe Bouwbesluit. Dit betekent dat meters bij nieuwbouw in een technische ruimte moeten worden geplaatst en niet in een ‘speciale’ meterruimte.
Bouwbesluit 2012 eist nog wel een mogelijkheid om de aansluitleiding van het openbare gasdistributienet in het gebouw in te voeren. Daarbij verwijst het nieuwe besluit nog wel naar nen 2768 (1998), maar uitsluitend voor de leidingdoorvoeren van de gasleiding en de gasdichte mantelbuis van de gasleiding. In de praktijk zullen beheerders van de openbare gas-, water- en elektriciteitsnetten toch (private) eisen blijven stellen aan meterkasten en de nen 2768 aanwijzen, mogelijk de meest recente versie uit 2005. Het is verstandig daar rekening mee te houden.
Meer informatie
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bouwregelgeving
WORKSHOPS BOUWBESLUIT 2012 UNETO-VNI heeft in samenwerking met het cursusloket een workshop ontwikkeld waarin wordt ingegaan op de veranderingen van het bouwbesluit voor gastechniek, ventilatietechniek, elektrotechniek, sanitaire techniek, daktechniek, energie- en milieuprestatie en brandalarmtechniek. Met praktijkvoorbeelden en opdrachten wordt de deelnemer vertrouwd gemaakt met de nieuwe bouwregelgeving.
|
Tekst: Eric van der Blom en Guido Coppens
Fotografie: Ed Buying, Rioned, Linda Kindt