2 november 2023
24 miljard aan investeringen in het net gas- en elektriciteitsnet
Techniek Nederland en Bouwend Nederland willen meebouwen, maar ook verslimmen
Afgelopen woensdag presenteerde Netbeheer Nederland de investeringsplannen van de gezamenlijke netbeheerders in de Nederlandse gas- en elektriciteitsnetten. Tot en met 2026 lopen de jaarlijkse investeringen op tot ruim 8 miljard euro per jaar. Om die enorme investeringen te realiseren, stellen netbeheerders ingrijpend andere werkwijzen voor. Techniek Nederland en Bouwend Nederland willen zich daarvoor inspannen, maar pleiten ook voor een betere benutting van de beschikbare capaciteit.
De forse netuitbreidingen zijn nodig om alle grote, industriële klanten te bedienen. Maar ook om aan de vraag te voldoen van consumenten die steeds vaker elektrisch rijden, verwarmen en koken. En die vraag zal zeker niet afvlakken als tot en met 2030 nog eens 1 miljoen nieuwe woningen worden gebouwd die allemaal van het gas afgaan. Overigens blijven volgens NN investeringen in het landelijk gastransportnet ook noodzakelijk om een veilig, betrouwbaar en efficiënt gastransport te kunnen garanderen.
Prioriteiten stellen
Hans-Peter Oskam, directeur beleid en energietransitie Netbeheer Nederland, noemt de plannen heel ambitieus, maar ook heel noodzakelijk. ‘De vraag naar transportcapaciteit groeit sneller dan het tempo waarin de netbeheerders het elektriciteitsnet kunnen uitbreiden. Zelfs met de aangekondigde recordinvesteringen kunnen we in de jaren ’24, ’25 en ’26 nog niet alle energie-infrastructuur bouwen die er nodig is. We schatten aan zo’n driekwart van de huidige aanvragen te kunnen voldoen. Dat betekent dat er prioriteiten moeten worden gesteld.’
Slechts 75 % kan worden aangesloten
Hoewel Techniek Nederland (TNL) en Bouwend Nederland (BN) in een eerste reactie zeggen positief te zijn over de forse investeringen, maken zij zich wel grote zorgen dat – ondanks de forse investeringen - de komende drie jaar maar aan 75% van de aanvragen voor transportcapaciteit kan worden voldaan. Hierdoor is volgens de brancheorganisaties niet gegarandeerd dat opgeleverde woningen, gebouwen en infrawerken tijdig kunnen worden aangesloten op het elektriciteitsnet.
Uitvoeringsagenda
Een versnelling van de uitvoering van de werkzaamheden kan alleen door samen - netbeheerders, aannemers, opdrachtgevers en (mede)overheden – planmatiger te werken met het vizier gericht op de opbouw van het energiesysteem. In een Nationale Uitvoeringsagenda Regionale Infrastructuur doen de regionale netbeheerders een aanzet hoe deze versnelling wordt gerealiseerd. Zij willen over deze agenda in gesprek met stakeholders. TNL en BN zeggen in hun reactie bereid te zijn om samen met de netbeheerders en andere ketenpartners te komen tot slimmere, efficiëntere uitvoering van werkzaamheden. Zo is het mogelijk om met de beschikbare capaciteit aan technische vakmensen tóch zo veel en snel mogelijk aansluitingen te realiseren. TNL en BN zijn daarover al intensief met elkaar in gesprek en werken aan concrete acties. Daarnaast werken de twee brancheorganisaties in het programma ‘Sneller aan de slag’ samen met de ketenpartners aan het werven en opleiden van voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel.
Maatregelen achter de meter zijn óók nodig
Naast uitbreiding van het net is een slimmer gebruik van het net volgens TNL en BN ook een deel van de oplossing. Eerder al pleitte Techniek Nederland in een reactie op een Kamerbrief van minister Jetten , om naast het verzwaren en uitbreiden van het elektriciteitsnetwerk, maatregelen achter de meter te nemen. De drukte op het net kan worden beteugeld door technische systemen in gebouwen en woningen slimmer aan te sturen. Bijvoorbeeld door de toepassing van energiehubs, slimme aanstuurbare apparatuur, energiemanagementsystemen, isolatie en hybride warmtepompen. Alle maatregelen ‘achter de meter’ kunnen de piekbelasting van het elektriciteitsnetwerk met 25% verminderen.
Lees ook: