Het aantal laadpalen om elektrische auto’s op te laden is eind 2021 gegroeid naar ruim 300.000. Dat is een stijging van ruim 82.000 ten opzichte van eind 2020. De toename is echter groter op privélocaties dan op bezoekers- en werklocaties. Daarmee staan de marges van installateurs onder druk, omdat die lager zijn bij het plaatsen van palen op werk- en bezoekerslocaties.
Dat blijkt uit een analyse die ABN AMRO vandaag publiceert over de installatie van laadpalen in Nederland. Het aantal laadpalen steeg in 2021 het hardst op privéterreinen van particulieren en veel minder op publieke en semipublieke locaties. Bij publieke locaties gaat het om parkeerplekken die 24 uur per dag bereikbaar zijn. Semipublieke locaties zijn beperkt publiekelijk bereikbaar. Deze categorie is op te splitsen naar werklocaties, zoals kantoren, en naar bezoekerslocaties, zoals winkelcentra. Vooral de groei in het aantal laadpalen op bezoekerslocaties loopt achter. Dit trekt waarschijnlijk weer aan als de coronapandemie voorbij is.
1,7 miljoen laadpalen in 2030
Van de ruim 82.000 nieuwe laadpalen zijn er zo’n 63.000 geplaatst op privéterreinen, ongeveer 11.500 op publieke locaties en minder dan 8.000 op semipublieke locaties. De rijksoverheid schat in dat 1,7 miljoen laadpalen nodig zijn in 2030. Bijna een op de drie daarvan moeten op semipublieke locaties staan en 23 procent op publieke locaties. In 2020 stond echter maar 10,7 procent op semipublieke locaties en 18 procent op publieke locaties. Deze verhouding is nog schever geworden in 2021. Slechts een op die tien nieuwe laadpalen is op een semipublieke locatie geplaatst en 13 procent op publieke locaties.
Lagere marge installateur laadpalen op privélocaties
De scheve verhouding in de uitrol van laadpalen is nadelig voor installateurs. Installatie van laadpalen op privélocaties is relatief eenvoudig en kan al voor 300 euro, en bovendien concurreren hier branchevreemde partijen zoals online retailer Coolblue met installateurs. Op publieke en semipublieke locaties is zwaardere kabelinfrastructuur nodig, wordt de openbare weg opengebroken en moet intelligente techniek communiceren met de diensten van de energieleverancier, zoals de laadpas en de laadapp. De kosten hiervan zijn minimaal 1.000 euro en het levert de installateur doorgaans meer marge op.
Bezoekerslocaties
De groei van laadpalen valt met name tegen op bezoekerslocaties. In 2021 ging het om slechts 1.500 nieuwe laadpalen. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de grote onzekerheid en beperkte liquide middelen die veel bedrijven met een bezoekersfunctie momenteel hebben. Het gaat bijvoorbeeld om winkelcentra, pretparken en bioscopen die minder bezocht werden in de afgelopen twee jaar als gevolg van de coronapandemie. De vraag van eigenaren op bezoekerslocaties trekt op termijn zeker aan, maar zij zullen naar verwachting pas weer volop investeren wanneer hun bezoekersaantallen en omzet zijn teruggekeerd naar een pre-coronaniveau.
Werklocaties
Op werklocaties groeide het aantal laadpalen in 2021 met ruim 6.000 harder dan bij bezoekerslocaties, omdat bedrijven op werklocaties minder last hadden van de coronapandemie. Bovendien hadden ze alle tijd en ruimte om laadpalen te plaatsen, omdat veel werknemers thuiswerkten. Ook nu de maatregelen worden afgebouwd liggen de grootste kansen voor installateurs voorlopig nog bij werklocaties, aangezien het personeel slechts geleidelijk en deels zal terugkeren.
Publieke locaties
Ook op publieke locaties liggen nog kansen voor installateurs. In 2021 bleef het aantal nieuwe publieke laadpalen achter, mogelijk omdat door corona de prioriteiten bij gemeenten ergens anders lagen. Zij wijzen deze locaties vaak toe en hebben daar belang bij om zo te kunnen voldoen aan de duurzame ambities die zij in gevallen hebben. Zo moet in 2030 alle soorten verkeer binnen de bebouwde kom van de gemeente Amsterdam uitstootvrij zijn. Het elektrisch kunnen laden van auto’s op openbare locaties is essentieel om die doelstelling te halen.