20 juli 2020
Eenvoudig van het gas met nieuwe ht-warmtepomp
Bestaande woningen eenvoudig van het gas afhalen met een nieuwe hoge temperatuur CO2 warmtepomp. Dat beloven Vattenfall en Feenstra die het systeem momenteel testen. Het zal de traditionele cv-ketel vervangen zonder noodzaak voor aanvullende maatregelen aan afgiftesysteem en isolatie. Volgens Cindy Kroon van Vattenfall wordt het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad op deze manier haalbaar en betaalbaar.
Het innovatieve all-electric warmtepompsysteem werd gezamenlijk ontwikkeld door energiebedrijf Vattenfall, technisch dienstverlener Feenstra en de warmtepompfabrikanten Denso en Solvis en maakt gebruik van een hoge temperatuur CO2 warmtepomp en een gelaagd buffervat met temperatuur onafhankelijke instroomvoorziening. Het systeem levert de temperatuur van 70 tot 90 graden levert die nodig is voor traditionele verwarmingssystemen met radiatoren. Het systeem is geschikt voor woningen met een basislast van maximaal 6kW en een piekvermogen tot 11kW. Ongeveer de helft van de bestaande eengezinswoningen valt in deze categorie.
Natuurlijk loudemiddel CO2
De hoge temperaturen van het nieuwe warmtepompsysteem worden mogelijk door gebruik te maken van het natuurlijke koudemiddel CO2. Met een Global Warming Potential van 1 is dit bovendien het meest klimaatvriendelijke koudemiddel dat momenteel beschikbaar is.
Buffer
De gebruikte buffer fungeert als warmtebatterij die zowel wordt ingezet voor het leveren van warmte aan de radiatoren als voor het maken van warm tapwater. Het tapwater wordt net als in meeste cv-ketels legionellaveilig gemaakt via een geïntegreerd tapwaterstation. Een boiler is dus niet nodig.
Pilot
In een pilot wordt het systeem gedurende een jaar in 20 verschillende huurwoningen getest. Hierbij ligt de focus op de inpassing van het systeem in een bestaande woning, de comfortbeleving van de bewoners en de efficiency van het systeem. Naar verwachting kunnen de eerste productiemodellen eind 2020 worden geleverd. In eerste instantie voor projecten bij woningcorporaties en later in 2021 ook voor particuliere woningeigenaren.