Uit het rapport komt naar voren dat er in 2030 landelijk een groot vermogen aan nieuwe flexibiliteit nodig is om variabele opwek uit zon en wind maximaal te gebruiken in uren van overvloed, en de elektriciteitsvraag te verlagen in uren zonder elektriciteit uit zon en wind. Warmtepompen en warmtenetten kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Op momenten dat er weinig duurzame elektriciteit beschikbaar is, kunnen zij tijdelijk worden uitgeschakeld, terwijl zij in uren met veel elektriciteit uit zon en wind juist extra kunnen verwarmen.

Slimme aansturing

Volgens het rapport van Tennet kan dit in 2030 al 0.5 tot 1 GW tijdelijke flexibiliteit opleveren. Hiervoor moeten warmtepompen wel slim aangestuurd kunnen worden. Zo kun je een warmtepomp in een goed geïsoleerde woning tijdelijk terugschakelen, zonder dat dit ten koste gaat van het comfort in de woning. Hybride warmtepompen zijn zelfs nog flexibeler omdat deze bij elektriciteitstekorten tijdelijk kunnen terugvallen op gas.

Overvloed aan groene stroom

Maar er gaan ook steeds meer dagen komen met een aanbod van elektriciteit uit zon en wind dat groter is dan de elektriciteitsvraag. Dan kunnen warmtenetten met elektrische boilers en warmteopslag een belangrijke rol spelen. De warmteopslag wordt gevuld zodat deze energie de woningen op een volgende dag duurzaam kan verwarmen.

CO₂-reductie

Op dit moment worden plannen voor het verduurzamen van warmte en elektriciteit nog los van elkaar bedacht. Een regelbare (flexibele) elektriciteitsvraag voor warmte draagt echter bij aan CO₂ reductie en het helpt om de energierekening van consumenten in de toekomst niet hoger te maken dan nodig. Dit voordeel kan worden behaald als energieleveranciers consumenten een korting geven bij het ter beschikking stellen van flexibiliteit (hun eigen warmtepomp). Deze voordelen zijn de eerstkomende jaren nog klein maar groeien richting 2030, naarmate meer elektriciteit door zonne- en windparken zal worden geproduceerd.