Op 11 juni is een coronaprotocol dat de sector heeft opgesteld vastgesteld door het ministerie van Economische Zaken. Het is een aanvulling op de RIVM-richtlijnen, laat evenveel bezoekers toe per vierkante meter als winkels, maar reguleert en maximeert daarbovenop de bezoekersstroom vooraf.

Consequent

‘Wij vragen de ministers niet om een uitzondering te maken op bestaande regels, maar juist om deze consequent door te trekken naar onze vakbeurzen. Het gaat voor ministers misschien over een onbekende sector, maar het gaat wel om een sector met 61.000 banen en een omzet van 4,4 miljard euro’, aldus Rolf Heynen van Veilig naar de Vakbeurs.

IKEA wel en wij niet

Heynen vervolgt: ‘Nu heb je de absurde situatie dat IKEA met 41.000 m2 ‘beursvloer’ en duizenden dagelijkse bezoekers open kan, maar veelal kleinere vakbeurzen niet. Terwijl een vakbeurs om heel andere redenen wordt bezocht dan een festival of een sportwedstrijd. Bij grote publieksevenementen gaat het om vermaak, staan mensen dicht op elkaar vaak met een biertje in de hand. De bezoekers van een vakbeurs zijn zakelijke professionals; deze blijven kort, willen efficiënt zaken doen, houden van nature afstand tot elkaar en komen meestal alleen met de auto. De situatie is temeer schrijdend omdat de vakbeurzen in Duitsland en België wel gewoon open zijn. Daar wordt wél onderscheid gemaakt tussen enerzijds rustige vakbeurzen en anderzijds drukke festivals, concerten en sportwedstrijden.’

D-Day

Heijnen noemt de 23 juni, de dag van de persconferentie van het kabinet, D-Day voor de sector. ‘Wij moeten op deze dag duidelijkheid krijgen. Wij kunnen namelijk niet van de ene op de andere dag open zoals een winkel, maar hebben maanden voorbereidingstijd. Dat is ook de reden dat we met het protocol hebben ingezet op openstelling vanaf 1 september, maar duidelijkheid vanaf nu.’