22 oktober 2024
Propaan warmtepomp in opmars door aanscherping F-gassen wetgeving
Vanaf 2027 mogen nieuwe warmtepompen geen koudemiddel meer bevatten met een GWP boven de 150
De propaan warmtepomp is aan een opmars bezig. Mede als gevolg daarvan neemt ook het aandeel monoblocks onder de warmtepompen toe. De verschuiving naar propaan monoblocks heeft te maken met drie dingen: de veranderende regelgeving op het gebied van toegepaste koudemiddelen in warmtepompen, maar ook met de unieke verwarmingseigenschappen van propaan als koudemiddel.
Een koudemiddel is nodig om warmte uit de bron (de lucht of de bodem) te halen en over te brengen aan het water van de centrale verwarming. Het overgrote deel van de warmtepompen die momenteel op de markt zijn werkt met een van de koudemiddelen R410A, R32 of R290.
R410A en R32 worden in een laboratorium gemaakt. Het zijn synthetische koudemiddelen die vallen onder de zogeheten fluorkoolwaterstoffen (F-gassen). R290 is de wetenschappelijke aanduiding voor propaan. Propaan is géén F-gas. Omdat propaan ook in de natuur voorkomt, noemen we R290 een natuurlijk koudemiddel. Een propaan warmtepomp is een type warmtepomp dat propaan (R290) als koudemiddel gebruikt.
Het nadeel van F-gassen
F-gassen doen hun werk uitstekend; ze hebben echter één groot nadeel. Als ze weglekken uit de warmtepomp hebben ze een (groot) negatief effect op de opwarming van de aarde. Dit risico op weglekken is aanwezig tijdens een (onjuiste) montage) en aan het einde van de levensduur, bij de demontage. Zorgvuldig omgaan met warmtepompen die op f-gassen werken is daarom heel belangrijk. De kans dat lekkage optreedt is weliswaar niet groot, maar het effect op het klimaat áls het gebeurt is dat wel.
Global Warming Potential
Het GWP, in goed Nederlands het aardopwarmingsvermogen, van een gas verwijst naar de totale bijdrage aan de opwarming van de aarde als gevolg van de uitstoot van één eenheid van dat gas ten opzichte van één eenheid van het referentiegas, kooldioxide (CO2). CO2 heeft dus een GWP van 1. Het GWP van de drie genoemde koudemiddelen verschilt sterk van elkaar. GWP van het F-gas R410A is gelijk aan 2.088; dat van R32 is gelijk aan 675. Het natuurlijk koudemiddel R290 heeft een GWP van 3.
F-gassen verboden vanaf 2027
De EU ziet de negatieve effecten van F-gassen voor het milieu en komt met regelgeving om het gebruik in te perken. Vanaf 2035 is het gebruik van F-gassen in nieuwe warmtepompen volledig verboden. De huidige opkomst van propaan warmtepompen heeft hier sterk mee te maken. In de jaren naar 2035 toe wordt de toegestane hoeveelheid F-gassen bij wet namelijk al langzaam afgebouwd. Zo mogen nieuw geleverde warmtepompen vanaf 2027 al geen koudemiddel meer bevatten met een GWP boven de 150. Dat betekent concreet dat de meest toegepaste F-gassen als R410a en R32 vanaf dat jaar niet meer zijn toegestaan bij nieuwe warmtepompen. Belangrijk om te weten is dat deze aanscherping niet geldt voor reeds geplaatste warmtepompen.
Hoge temperaturen
Wetgeving is niet de enige aanjager van de propaan-warmtepomp. Naast het milieuvoordeel kunnen propaan warmtepomp hogere watertemperaturen halen. Ze worden daarom ook vaak hoog temperatuur warmtepompen genoemd. Een HT-warmtepomp is een lucht-waterwarmtepomp die verwarmingswater kan maken van wel 75˚C. Dat is aanmerkelijk warmer dan een ‘standaard’ warmtepomp, die water verwarmt tot maximaal 55˚C. Die lage afgiftetemperatuur zorgt ervoor dat bij plaatsing van een warmtepomp ook het afgiftesysteem moet worden aangepast. Bijvoorbeeld naar vloerverwarming of lt-radiatoren. Een HT-warmtepomp kan ook nog uit de voeten met de ‘ouderwetse’ radiatoren.
(Bron: warmtepompvergelijker.nl)
Lees ook: