12 januari 2022
Verduurzamen bij renovatie verplicht
Warmtepompen, zonnepanelen of zonneboilers per 1 februari verplicht bij ingrijpende renovatie
Nederland legt per 1 februari 2022 definitief een eis vast om bij ingrijpende renovatie van woningen en utiliteitsgebouwen een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie op te wekken met zonnepanelen of warmtepompen.
Minister Ollongren van BZK heeft de wijziging van het Bouwbesluit 2012 die dit regelt en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), kort voor het aantreden van de nieuwe minister, officieel laten publiceren in het Staatsblad. Ollongren vindt de invoering belangrijk in het licht van de lange termijn klimaatdoelstellingen. Een ingrijpende renovatie van een gebouw vindt mogelijk slechts 1 keer in de 30 jaar plaats. Over 30 jaar, ruim na 2050, dient de gebouwde omgeving in Nederland klimaatneutraal te zijn, net als alle andere sectoren. Met de invoering worden desinvesteringen voorkomen die niet passen bij een klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050.
Definitie ingrijpende renovatie
De verplichting voor het opwekken van een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie bij een ingrijpende renovatie vloeit voort uit de EU-richtlijn Renewable Energy Directive II (RED II). Nederland heeft bij de implementatie van de Europese richtlijn gekozen voor de oppervlaktemethode. Hierdoor is sprake van een ingrijpende renovatie wanneer meer dan 25 procent van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot. Dat is bijvoorbeeld wanneer een dak of gevel volledig wordt opengelegd en vernieuwd. Maatregelen zoals na-isolatie van een spouwmuur, na-isolatie van enkelsteensbuitenmuren aan binnen- of buitenkant, na-isolatie onder dakpannen of tegen het dakbeschot vallen niet onder de definitie van een ingrijpende renovatie. De verplichting geldt alleen wanneer een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling deel uitmaakt van de ingrijpende renovatie. Van dat gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een technisch bouwsysteem is sprake wanneer een of meer van de centrale warmte-, koude-, of warmwateropwekkers of centrale ventilatie-units veranderd wordt of wanneer een derde of meer van de afgiftelichamen – meestal radiatoren – of inbouwarmaturen wordt geïnstalleerd, vervangen of verbeterd. Kortom, in beginsel geldt de eis voor een minimumwaarde hernieuwbare energie voor alle bestaande gebouwen die ingrijpend gerenoveerd worden en waarbij de verwarmings-of koelinstallatie(s) deel uitmaken van de renovatie, zowel voor woningbouw als utiliteitsbouw.
Uitzonderingen
Op de verplichting zijn een aantal uitzonderingen van toepassing, bijvoorbeeld voor gebouwen met gebruiksfuncties die een lage energievraag kennen. Daarnaast is een uitzondering opgenomen voor bouwwerken die aangesloten zijn of aantoonbaar binnen 3 jaar na de renovatie aangesloten worden op een warmtenet. Een derde uitzondering geldt voor zover het vanwege locatiegebonden omstandigheden of technische belemmeringen niet mogelijk is aan de eis te voldoen. Tot slot geldt de eis niet wanneer de maatregelen niet binnen 10 jaar kunnen worden terugverdiend.