3 oktober 2024
Wie ziet toe op handhaving Gasketelwet?
Op papier klopt het als een bus: de Gasketelwet zorgt dat alleen gecertificeerde installateurs aan gastoestellen werken. Gevaarlijke situaties melden ze netjes aan de gemeente. Maar wat te doen met niet-gecertificeerde professionals, klussers en doe-het-zelvers? Want gemeenten blijken in veel gevallen met hun handen in het haar te zitten als het gaat om hoe zij de wet moeten handhaven.
Het zit ze hoog, de installateurs die geïnvesteerd hebben in hun vakpaspoort. Dan volg je de regels omdat je gelooft in het belang om een veilig product af te leveren. Dat dat naast de aanschaf van apparatuur jaarlijks ook nog eens flink wat geld kost, neem je voor lief: je doet het goed, of je doet het niet. Maar het is behoorlijk ontmoedigend als aan de andere kant cv-ketels, geisers, gashaarden, gaskachels en rookgasafvoeren buiten het (toe)zicht van de gemeentes worden geplaatst, in werking gesteld en onderhouden door allerlei onbevoegden die zich alle tijd, geld en moeite hebben bespaard van het certificeren. ‘Kijk, als er een waterleiding springt, dan pak je een dweil. Maar we hebben het hier over gas hè, en koolmonoxide’, zo zegt Ronald.
CO-bekeerling
Ronald is installateur en wil niet met zijn eigen naam in het artikel komen, maar wil wel graag zijn frustraties delen. ‘En niet alleen die van mij’, zo verzekert hij. Je zou de eigenaar van een installatiebedrijf een CO-bekeerling kunnen noemen. Aanvankelijk was hij niet zo blij met alle regelgeving die op hem afkwam in de aanloop naar de wettelijke certificering die inmiddels verplicht is sinds 1 april 2023. ‘Ik kom nog uit de tijd dat de nutsbedrijven een controlerende rol speelden. Dat werkte prima. Ik snap nog steeds niet dat ze de markt ooit hebben vrijgegeven. Maar de Gasketelwet kan er opnieuw voor zorgen dat we veilige installaties opleveren. Daar ben ik nu ook wel van overtuigd. Maar dan moet wél iedereen zich aan die wet houden. De installateurs én de handhavende instanties bij de gemeente.’
Veelvuldig overleg
‘We werken zowel bij de centrale overheid als op gemeentelijk niveau aan een waterdicht systeem’, vertelt Ruud Voortallen. Hij is relatiebeheerder Noordwest bij Techniek Nederland. Recent nog zat hij samen met Ronald aan tafel bij de wethouder, jurist en hoofd Bouw- en woningtoezicht van een middelgrote gemeente. Voordat het wettelijk stelsel ‘certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties’ zoals de Gasketelwet officieel heet, op 1 oktober 2020 van kracht werd heeft de brancheorganisatie veelvuldig overlegd met onder meer het ministerie van BZK. Voortallen: ‘We hebben ons sterk gemaakt voor een wettelijk certificeringsstelsel voor installatiebedrijven, waarbij alleen gecertificeerde bedrijven vanaf 1 april 2023 deze werkzaamheden mogen uitvoeren. Dit was een reactie op de toename van het aantal ongevallen met koolmonoxide. Daarvoor bestonden geen specifieke vakbekwaamheidseisen.’ Samen met andere partijen zoals InstallQ ontwikkelde Techniek Nederland het vakpaspoort en diverse ondersteunende tools en opleidingen voor bedrijven om hen te helpen bij de certificering. Daarnaast speelde de brancheorganisatie een belangrijke rol in de publiekscampagne om consumenten en bedrijven bewust te maken van de verplichting om gecertificeerde installateurs in te schakelen. Voortallen: ‘We hadden nog veel meer wensen, maar onder de verschillende ministers van Economische Zaken was niet alles mogelijk.’
Hoe zat het ook alweer?
Nog even terug naar hoe het ook alweer zit met dat vakpaspoort. Dat heb je nodig als je als monteur aan gastoestellen wilt werken. Het vakpaspoort bestaat uit een theorietoets en praktijkexamen. Daarbij is er onderscheid tussen service en onderhoud (monteur) en werktuigbouwkunde (eerste monteur). Als bedrijf heb je een BRL6000-25-, KIWA K25000-, of CO-Keur-certificaat nodig. Vervolgens ben je wettelijk verplicht melding bij de gemeente te doen wanneer je in een ruimte waar zich mensen kunnen bevinden een koolmonoxidewaarde meet van meer dan 20 ppm; dit is een zogeheten ‘melding bijna-ongeval’. Bij een waarde die hoger is dan 20 ppm kan er namelijk sprake zijn van een gevaarlijke situatie rond veiligheid en/of gezondheid voor bewoners en gebruikers van een gebouw. Voortallen: ‘Techniek Nederland heeft een applicatie ontwikkeld waarmee installateurs deze meldingen aan de gemeente kunnen doorgeven. Deze meldingen komen binnen op het algemene e-mailadres van de gemeente waar de te hoge koolmonoxidewaarde is gemeten’, aldus Voortallen. ‘Aangezien de gemeente niet 24/7 bereikbaar is moet je bij acuut gevaar altijd de brandweer via het alarmnummer 112 bellen. Ook meld je de situatie aan je certificerende instelling en de bewoner of opdrachtgever.’
Handhavend optreden
Nu is er een verschil tussen te hoge concentraties CO waarbij de installateur het risico op een incident heeft weggenomen, en te hoge concentraties waarbij het risico op een incident niet is weggenomen. Bijvoorbeeld omdat de bewoner of gebouweigenaar de benodigde reparatie of vervanging niet kan of wil laten uitvoeren. Bij de tweede genoemde situatie kan er aanleiding zijn voor de afdeling Bouw- en Woningtoezicht (BWT) van de betreffende gemeente om handhavend op te treden. Primair verbiedt BWT de gebruikers van het toestel om het te gebruiken en schakelt het toestel uit. Dit wordt achteraf met een handhavingsbesluit schriftelijk bevestigd. Als de ambtenaar echter vermoedt dat bewoners ondanks een opgelegd verbod het toestel toch gaan gebruiken, geeft de gemeente de opdracht aan de installateur het toestel onklaar te laten maken of te verwijderen.
Handen in het haar
Een mooi ronde cirkel zo lijkt het. Maar in praktijk zitten gemeenten met de handen in het haar. Ze beschikken vaak over beperkte middelen en personeel om toezicht te houden op alle gasinstallaties binnen hun jurisdictie. Dit maakt het moeilijk om frequente en grondige controles uit te voeren. Daarnaast zijn de regels en eisen van de Gasketelwet behoorlijk technisch en ingewikkeld. Gemeentelijke handhavers moeten daarom goed opgeleid zijn om de regelgeving correct te interpreteren en toe te passen. Het controleren of een installateur de juiste vergunningen en certificaten heeft, legt nog een extra druk op de vaak al overbelaste gemeentelijke administratie. En dan hebben we het nog niet eens over het opleggen van boetes of andere sancties aan niet-gecertificeerde installateurs of eigenaren. Voortallen: ‘Tijdens het gesprek dat we bij die middelgrote gemeente hadden hoorde ik de wethouder verzuchten tegen de aanwezige installateur: ‘Sorry, ik weet het niet. Kun jij me niet helpen?’’
Strakkere regulering
De Gasketelwet brengt dus nog niet helemaal wat de bedoeling was, namelijk het voorkomen van risicovolle situaties. Maar Voortallen zit niet stil. ‘We dringen als brancheorganisatie voortdurend bij de overheid aan op strakkere regulering. Dat zit bijvoorbeeld in het verbieden van de verkoop van gasverbrandingstoestellen aan particulieren en andere niet-gecertificeerde partijen. Daarmee is dan al een enorme stap gezet in het voorkómen van een potentieel onveilige beginsituatie. Daarnaast zou een verplichte APK ervoor zorgen dat elk gastoestel eens in de zoveel jaar door een gecertificeerde installateur wordt gezien. Ondeskundig onderhoud of vervanging komt dan in elk geval aan het licht.’ Deze oplossingen lijken én succesvol én haalbaar, mits Gasunie en de regionale netbeheerders het mogelijk maken dat gecertificeerde installateurs per gasaansluiting een check registreren. Er ontstaat zo een overzichtelijke landkaart van gasaansluitingen waarop de witte plekken in de loop der jaren allemaal worden ingekleurd. Voortallen: ‘Bovendien zijn wij sterk voorstander van een verplichte CO-meter.’
Meedenken over oplossingen
Installateur Ronald die bij het gesprek met de wethouder aanwezig was, heeft vooral een aantal suggesties voor zijn collega’s in de branche. ‘Grote kans dat elke gemeente tegen de uitvoering van deze taak opziet. Als gecertificeerde installateur heb je er een groot belang bij dat je met de ambtenaren van BWT van jouw gemeente meedenkt over oplossingen voor handhaving. Doe je dat niet, dan heb je concurrentie van installateurs die zich niet aan de wet houden en dus tegen lagere kosten klussen kunnen doen, maar daarvoor niet op de vingers worden getikt door het bevoegd gezag. Verder is het ook een idee als installateurs lokaal hun krachten bundelen om samen de spullen aan te schaffen en jaarlijks te laten keuren. Zodat het óók loont als je maar tien tot twintig keteltjes in het jaar plaatst, want certificeren moet gewoon altijd.’
[Tekst: Kerstin van Tiggelen]
Certificering te duur en ingewikkeld voor kleine installateurs
Brancheorganisatie Techniek Nederland concludeerde eerder deze week al dat CO-certificering te duur en te ingewikkeld is voor kleine installateurs. Ook de handhaving van de wet is niet op orde. Aanleiding was een onderzoek van USP Marketing Consultancy onder 700 installateurs en 300 huiseigenaren dat de brancheorganisatie liet uitvoeren. Volgens de brancheorganisatie wordt zo het doel van de Gasketelwet, het voorkomen van risicovolle situaties, niet gehaald. Techniek Nederland dringt er bij minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op aan maatregelen te nemen. Het advies komt op het moment dat het ministerie werkt aan een evaluatie van de Gasketelwet die het volgens afspraak deze maand oktober naar de Tweede Kamer stuurt.