EW04 omslag 600
Oktober 2024

Wijs klant vooral op de voordelen van GACS-verplichting

36 01

Elk pand dat beschikt over een verwarmings- en/of aircosysteem met een ­gezamenlijk nominaal vermogen van 290 kW of meer, moet op 1 januari 2026 over een ­gebouwautomatiserings- en controlesysteem (GACS) beschikken. Deze GACS-verplichting is een uitvloeisel van de EPBD III. Veel gebouweigenaren voldoen nog niet aan deze verplichting. ‘Maar belangrijker dan hen wijzen op de regelgeving, is opdrachtgevers de voordelen ervan te laten inzien’, zegt Ben Veenstra van SPIE.

Ben Veenstra is consultant gebouwautomatisering bij SPIE en daarnaast lid van de werkgroep GACS die vanuit Techniek Nederland, TVVL en FHI is opgezet. ‘Ik vind het belangrijk dat wij, als installateurs en technisch dienstverleners, de context kennen. Waaróm moeten we bij onze klanten aandacht aan schenken aan een GACS? Zo’n systeem levert namelijk een positieve bijdrage aan zowel het comfort als de energieprestatie van een gebouw. Wel is een GACS in de eerste plaats een van de functionele tools uit de hele EPBD-regelgeving. Dat betekent dat het verbeteren van de energieprestatie van gebouwen om het energiegebruik terug te dringen, centraal staat. Dit uitgangspunt voert de boventoon als we in gesprek gaan over het implementeren en/of installeren van een GACS. Maar het systeem zal, als we het goed doen, ook voor een comfortverbetering zorgen. De implementatie gaat daarom verder dan het nalopen en afvinken van de controlelijstjes.’

Statisch versus dynamisch

In de EPBD III, de versie die momenteel van kracht is, staat dat gebouwen met een opgesteld vermogen van 290 kW of meer over een gebouwautomatiserings- en controlesysteem moeten beschikken waaraan je verschillende gebouwinstallaties kunt koppelen. Naast verwarming en airco zijn dat ook systemen als ventilatie, zonwering of verlichting. Het doel is niet alleen het aansturen en bedienen van deze installaties, maar ook het dynamisch regelen van de systemen.
Veenstra: ‘Een traditioneel gebouwautomatiseringssysteem, of GBS, is in principe reactief, maar door het toevoegen van het controledeel, wordt het systeem dynamischer en ben je in staat proactief te handelen. Gebouwen met een installatie van 290 kW of meer hebben meestal wel een GBS, maar zeker niet altijd een controlesysteem.’

36 02Het draait met name om het energiegebruik, maar zaken als comfort, gebruik, duurzaamheid en rendementen zijn evenzeer belangrijk.

Toevoegen van controlesysteem

Dezelfde ervaring heeft Jan van den Berg, directeur-eigenaar van Schouten Techniekgroep, een middelgroot installatiebedrijf. ‘Wij werken veel in de psychische gezondheidzorg, maar bijvoorbeeld ook voor gebouwen van semioverheden en lokale overheden. In de meeste grote gebouwen is wel een gebouwbeheersysteem aanwezig, maar dat betekent niet dat deze het energiegebruik permanent registreert en bijhoudt, laat staan ook analyseert en op basis van die info de installatie bijstuurt. Met het toevoegen van een controlesysteem kun je de energie-efficiëntie van het gebouw echt toetsen, rendementsverliezen opsporen en verbetervoorstellen doorvoeren.’
‘Op dit moment zie je vaak dat een onderhoudsmonteur een of twee keer per jaar, of misschien in het gunstigste geval eens per maand, naar een gebouw toe gaat om te zien of de installaties naar behoren functioneren. Maar dit blijft een momentopname. Met een GACS controleer je dit permanent en altijd op een dynamische manier.’

‘Vaak wel GBS, maar zeker niet altijd controlesysteem.’

Eerst uitgangspunten formuleren

Veenstra gaat nog een stap verder. ‘Uiteindelijk zegt het plaatsen en inrichten van een GACS nog niets over de gewenste performance van een gebouw. Een opdrachtgever moet, in een stap daarvoor, eerst zijn uitgangspunten helder formuleren. Wat wil hij met het GACS bereiken? Natuurlijk wil hij het energiegebruik optimaliseren. Maar wij werken ook in gebouwen waar het borgen van een bepaald binnenklimaat minstens zo belangrijk is, soms zelfs nog belangrijker dan het energiegebruik. Daarom is het van belang om de uitgangspunten voor comfort, gebruik, duurzaamheid, energiegebruik en rendementen vooraf vast te leggen.’
‘Daarna kan een technisch dienstverlener met het GACS een regeling ontwerpen die ook toetsbaar is aan de gestelde eisen. Het is dus niet voldoende om van data naar informatie te gaan; vanuit die informatie moeten we naar kennis en inzichten, om uiteindelijk met die wijsheid voor dat gebouw en zijn gebruikers impact te kunnen maken.’
In een presentatie voor Techniek Nederland stelde Veenstra de volgende activiteiten voor, die je op basis van data uit het GACS in de operationele fase kunt uitvoeren:
• prestaties monitoren en finetunen,
• reproduceren van prestaties,
• afwijkingen signaleren,
• energieperformance en gebruik rapporteren, inclusief benchmarking,
• dynamisch bijsturen,
• optimaliseren.

36 03Mogelijk gaat de verplichting per 1 januari 2028 ook gelden voor gebouwen met ­ een klimaatinstallatie van 70 kW of meer.

Grote verschillen bij klanten

‘Uiteindelijk is dit een proces dat zich steeds herhaalt. Als je bij optimaliseren bent aangekomen, kun je opnieuw doelstellingen smart maken en je standaard aanscherpen, waarna de stappen zich herhalen. Zo blijf je de kwaliteit verbeteren. Bij de ene klant zul je daarvoor meer gehoor vinden dan bij de ander’, weet Veenstra.
Ook Van den Berg merkt in de praktijk dat opdrachtgevers en gebouweigenaren er op een andere manier mee bezig zijn. ‘We hebben opdrachtgevers die echt weten wat de GACS-verplichting inhoudt en tot op zekere hoogte ook weten wat ze willen. Maar er zijn veel opdrachtgevers, ook bij semi- en lokale overheden, die er nog helemaal niet bij hebben stilgestaan of weten dat deze verplichting er aankomt.’
‘In de gesprekken die wij voeren zien we over het algemeen dat de financiën geen struikelblok vormen. Er zijn ook subsidies beschikbaar die de kosten behapbaar maken, zoals de DUMAVA (EBS). Tegelijk ben ik nog geen situatie tegengekomen waarin de investering niet in drie jaar tijd was terugverdiend door besparingen op het energiegebruik. Daarnaast merken wij dat eigenaren het invoeren van een GACS vaak willen combineren met vervanging en onderhoud.’

‘Veel opdrachtgevers weten nog niet dat deze verplichting er aankomt’

Meenemen bij renovaties

‘Dat is de reden dat wij binnen onze klantenkring ook gebouweigenaren met installaties ónder de 290 kW nu al actief benaderen over de GACS-verplichting’, gaat Van den Berg verder. ‘In 2028 moeten, zo is de verwachting, ook gebouwen met een verwarmings- of koelinstallatie van 70 kW of meer aan deze verplichting voldoen. Voor veel van die gebouwen is dat nog ingrijpender, omdat ze nog niet of nauwelijks een vorm van gebouwautomatisering hebben, laat staan een dynamisch controlesysteem. Door hen nu al te informeren, kunnen ze deze investeringen eventueel meenemen in het DMJOP (duurzaam meerjarenonderhoudsplan, red.), renovaties of vervangingen.’
Dat het een hele toer wordt om alle gebouwen die daartoe verplicht zijn voor 1 januari 2026 van een GACS te voorzien, daarover zijn Van den Berg en Veenstra het eens. ‘Dan gaat het wat mij betreft nog niet eens om de moeite die het kost om de hardware en de systemen op hun plek te krijgen en met elkaar te laten communiceren’, zegt Veenstra. ‘Dat zal uiteindelijk wel lukken. Maar weten we ook wat we moeten doen om de klant te helpen zijn doelen te bereiken? Daar draait het om.’

Te weinig mensen met kennis

Ook Van den Berg wil zijn klanten graag zo goed mogelijk helpen, maar verwacht wel als branche tegen grenzen aan te lopen. Net als Veenstra ziet hij technisch niet zo veel obstakels. ‘Maar waar halen wij de mensen vandaan met de juiste kennis en vaardigheden? Ik heb een opdrachtgever in de gezondheidszorg met 160 panden. We zijn op dit moment bezig om daarvan tien panden gereed te maken voor de GACS-verplichting. En dan is dit een klant die vooroploopt en zelf actief bezig is met de voordelen die een GACS hem biedt. Maar zo hebben we nog een hele serie klanten met meerdere panden die, misschien niet allemaal op 1 januari 2026, maar dan wel twee jaar later, aan deze verplichting moeten voldoen. Ik zie nog niet voor me hoe de overheid straks het naleven van de GACS-verplichting controleert en afdwingt.’
Van den Berg hoopt dat de overheid voor een pragmatische aanpak kiest. ‘Uiteindelijk wil je alleen de gebouwen met de ‘rode vinkjes’ zien en niet de gebouwen waar alles goed of bijna optimaal is geregeld. Daarvoor zou een vorm van rapportage en automatisering moeten komen die het ons allen makkelijk maakt.’

Uitbreiding GACS-verplichting

Vanaf 1 januari 2026 is een gebouwautomatiserings- en controlesysteem (GACS) verplicht in ­gebouwen met een verwarmings- en/of airconditioningsysteem van in totaal 290 kW of meer. ­­
Deze verplichting, die voortkomt uit de EPBD III, geldt voor alle soorten utiliteitsgebouwen.
Inmiddels is ook de EPBD IV vanuit Europa aangenomen. Zodra deze regelgeving ook in Nederland van kracht is, geldt de GACS-verplichting ook voor gebouwen waarin de klimaatinstallatie een vermogen heeft van 70 kW of meer. Naar verwachting zal die laatste verplichting ingaan op 1 januari 2028, al is dit besluit nog niet definitief.

Tekst: Rob van Mil
Fotografie: iStock

Lees meer artikelen in het dossier Klimaat- en duurzame techniek